In deze civiele zaak heeft eiseres, Unigarant N.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, die via een tussenpersoon een fietsverzekering voor twee fietsen heeft afgesloten. De vordering betreft de betaling van een onbetaalde premie voor de periode van 13 juli 2022 tot 13 juli 2023. Gedaagde stelt dat hij de verzekering in februari 2022 telefonisch heeft opgezegd, maar Unigarant ontkent dit en stelt dat er geen opzegging bekend is. De kantonrechter toetst of Unigarant heeft voldaan aan haar pre-contractuele informatieverplichtingen en oordeelt dat dit het geval is. Gedaagde heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stelling dat de verzekering is opgezegd. Wel oordeelt de kantonrechter dat Unigarant uit e-mails van gedaagde in oktober 2022 had moeten begrijpen dat de verzekering niet meer van toepassing was, omdat de fietsen niet meer in zijn bezit waren. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de premie tot en met oktober 2022 toe, maar houdt verdere beslissingen aan, waaronder die over bijkomende kosten, omdat partijen zich daar nog over moeten uitlaten. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting voor een akte na tussenvonnis.