2.2.Op de overeenkomst is van toepassing de CBW-voorwaarden. In die voorwaarden staat, onder meer:
“Artikel 9 – De opslag van producten
1. Als de producten op de afgesproken leverdatum worden aangeboden maar niet worden aangenomen, behalve als de producten ondeugdelijk zijn, zal de ondernemer binnen een redelijke termijn een tweede levering doen. De ondernemer mag na weigering of na tweede levering opslagkosten en verdere aantoonbare schade en redelijke kosten in rekening brengen.
2. Als ook de tweede levering niet wordt aanvaard, mag de ondernemer:
a. nakoming van de overeenkomst vorderen en opslagkosten en verdere aantoonbare schade en redelijke kosten rekenen of;
b. de producten nog 30 dagen onder berekening van opslagkosten voor de afnemer in opslag houden.
Als de te leveren producten na de situatie genoemd in a of b nog niet door de afnemer zijn afgenomen, mag de ondernemer de overeenkomst als geannuleerd beschouwen volgens de regeling in artikel 12. Naast annuleringskosten mag de ondernemer ook de opslag voor 30 dagen rekenen.
3. Als de producten door de afnemer zijn betaald, zal de ondernemer de producten maximaal 3 maanden in opslag houden, onder berekening van redelijke interne en externe opslagkosten. Hierbij houdt de ondernemer rekening met de verkoopwaarde van de producten en de duur van de opslagperiode, tenzij hierover andere afspraken gemaakt zijn.
4. Neemt de afnemer na verloop van 3 maanden nog steeds niet af, dan wordt de overeenkomst als geannuleerd beschouwd en mag de ondernemer, naast de in artikel 12 genoemde annuleringsvergoeding, in redelijkheid gemaakte interne en externe opslagkosten rekenen. Hij moet de afnemer schriftelijke melden dat hij dit van plan is.
5. Het risico van brand en beschadiging tijdens opslag wordt door de ondernemer in geval van een consumentenkoop voor zijn rekening door verzekering gedekt.”
“Artikel 12 – De annulering
1. Als de afnemer annuleert is hij een schadevergoeding verschuldigd. Deze is gebaseerd op gederfde inkomsten op basis van gemiddelden in de branche. De schadevergoeding is opgebouwd uit de brutowinstmarge (vaste en variabele kosten, winstopslag), verminderd met niet gemaakte variabele kosten zoals afleverkosten. De schadevergoeding bedraagt 30% van de koop-/aanneemsom, behalve als partijen iets anders hebben afgesproken. Deze is 50% als de afnemer annuleert terwijl hij al is geïnformeerd dat de (deel)levering kan plaatsvinden.
(…)”