ECLI:NL:RBZWB:2024:3137
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en nultarief bij levering van een paard naar de Verenigde Staten
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 mei 2024, wordt het beroep van belanghebbende, een B.V. die handelt in springpaarden, tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting van de inspecteur beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 60.743 opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, samen met een boete van € 250 en belastingrente van € 11.334. De rechtbank behandelt de vraag of het nultarief van toepassing is op de levering van een paard dat naar de Verenigde Staten is uitgevoerd. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag en de rentebeschikking terecht zijn opgelegd, omdat niet kan worden aangetoond dat het paard in het kader van de levering naar de Verenigde Staten is vervoerd. De rechtbank stelt vast dat de macht om over het paard te beschikken al vóór de uitvoer naar de Verenigde Staten is overgegaan op de koper, en dat de inspecteur terecht omzetbelasting heeft nageheven. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de naheffingsaanslag en de rentebeschikking in stand blijven. De rechtbank wijst erop dat de boete niet meer ter discussie staat en dat belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.