In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 mei 2024 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die op 16 oktober 2023 een verzoekschrift tot echtscheiding heeft ingediend. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A. Broekman-de Feijter, heeft op 7 mei 2024 een deel van haar verzoeken ingetrokken. De man, die voorheen werd vertegenwoordigd door mr. E.S. van Aken, heeft zich zonder advocaat in de procedure gesteld nadat mr. Van Aken zich op 30 januari 2024 had onttrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man voldoende gelegenheid heeft gehad om zich te voorzien van een nieuwe advocaat, maar dat hij geen verweerschrift heeft ingediend.
De rechtbank heeft op basis van de ingediende stukken en het feit dat er geen verweer is gevoerd, geoordeeld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De vrouw heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken en om een partneralimentatie van € 2.248,-- bruto per maand, te betalen door de man. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek voldoet aan de wettelijke eisen en heeft de echtscheiding uitgesproken, evenals de toewijzing van de partneralimentatie, die uitvoerbaar bij voorraad is. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Knops-Pijper.