Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ;
8 mei 2025.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1987. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie en autisme, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder zelfverwaarlozing en risico op brandgevaar. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 mei 2024 zijn verschillende zorgverleners gehoord, waaronder de advocaat van de betrokkene, een psychiater, een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en een mentor. De advocaat heeft aangegeven dat de betrokkene akkoord gaat met de zorgmachtiging, maar dat enkele vormen van verplichte zorg niet noodzakelijk zijn. De psychiater heeft echter benadrukt dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg nodig is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Beer en schriftelijk uitgewerkt op 15 mei 2024.