ECLI:NL:RBZWB:2024:3144

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
15 mei 2024
Zaaknummer
C/02/422046 / FA RK 24/2092
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1986. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de cliënt, bijgestaan door haar advocaat mr. S. van de Voorde, en een verpleegkundig specialist aanwezig waren.

De cliënt heeft tijdens de behandeling aangegeven dat zij graag terug naar haar man en kinderen wil, maar dat zij momenteel verblijft in een onrustige accommodatie. De advocaat van de cliënt heeft verzocht om het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling af te wijzen, stellende dat de cliënt zich in een verbeterde toestand bevindt. De verpleegkundig specialist daarentegen heeft betoogd dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is, gezien de problematiek van de cliënt, die lijdt aan niet aangeboren hersenletsel (NAH).

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang, als gevolg van het gedrag van de cliënt. Dit gedrag is gerelateerd aan haar neurocognitieve stoornissen. Gezien de overlast die de cliënt veroorzaakt en de noodzaak om haar tot rust te laten komen, heeft de rechtbank besloten de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling te verlenen voor de duur van zes weken. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Beer en schriftelijk uitgewerkt op 14 mei 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/422046 / FA RK 24/2092
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
Beschikking van 8 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt],
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] in [plaats] ,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. S. van de Voorde te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 3 mei 2024, ingekomen ter griffie op 3 mei 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes van 2 mei 2024;
- een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- de medische verklaring van 2 mei 2024;
- een episode journaal van 2 mei 2024;
- een machtiging van 5 juli 2022.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 mei 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
- dhr. [naam] , verpleegkundig specialist.

2.Het verzoek

2.1
Het CIZ verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van cliënt te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Cliënt heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij graag terug naar haar man en kinderen wil. Cliënt verblijft momenteel bij [accommodatie] maar vindt dit een onrustige plek met veel prikkels en veel mensen om haar heen. Cliënt zou er het liefst even tussenuit willen met haar man zodat zij haar rust kan pakken. Verder geeft Cliënt aan dat zij medicatie heeft om beter te kunnen slapen zodat zij overdag meer prikkels aankan.
3.2
Namens cliënt heeft de advocaat verzocht om het verzoek af te wijzen. De advocaat licht toe dat het gelukkig een stuk beter met cliënt gaat dan sinds haar opname bij Stichting Emergis. Als cliënt hier nog zes weken moet blijven zal dat veel onrust voor cliënt veroorzaken. Cliënt is momenteel ver van huis en vindt het lastig om bij [accommodatie] te verblijven. Cliënt heeft een goed netwerk en wil graag naar huis, naar haar vertrouwde omgeving met minder prikkels en meer rust.
3.3
De verpleegkundig specialist is van mening dat de inbewaringstelling moet worden voortgezet. De verpleegkundig specialist licht toe dat [accommodatie] tijdelijk de geschikte plek is voor cliënt. Binnen Zeeland is er op dit moment geen verblijfsvoorziening die gespecialiseerd is in de problematiek van cliënt (NAH, niet aangeboren hersenletsel). Hoewel de huidige zorginstelling niet gespecialiseerd is in de problematiek van cliënt, wordt hier wel een rustige woonomgeving voor cliënt gecreëerd. Dit is erg belangrijk voor cliënt. In de komende weken zal er contact worden opgenomen met het landelijk expertisecentrum om te kijken hoe de zorg verbeterd kan worden. Mogelijk kan er in de toekomst worden toegewerkt naar de situatie dat cliënt thuis kan verblijven, met extra inzet van hulpverlening, maar de psychiater kan dat op dit moment niet beoordelen. Haar partner moet de afgelopen tijd ook nog verwerken. Voor nu is het voor cliënt vooral van belang om tot rust te komen.

4.Beoordeling

4.1
Op 2 mei 2024 heeft de burgemeester van de gemeente Goes ten behoeve van de cliënt een last tot inbewaringstelling afgegeven. Op basis daarvan verblijft cliënt op dit moment bij [accommodatie] in [plaats] .
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waardoor een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Het ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van de cliënt als gevolg van ongespecificeerde neurocognitieve stoornissen, te weten NAH (niet aangeboren hersenletsel), dit ernstig nadeel veroorzaakt. Bij cliënt is sprake van NAH na een sinustrombose en daaropvolgende bloedingen. Het is de rechtbank gebleken dat cliënt kampt met geheugenproblematiek waarbij het kortetermijngeheugen duidelijk is gestoord.
4.3
Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat cliënt agressief gedrag heeft vertoond. Zo heeft cliënt de auto, de garagepoort en de schuur van haar buren vernield. Daarnaast is cliënt snel overprikkeld en geagiteerd en kan zij de zorg voor haar twee kinderen niet meer dragen.
4.4
Om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden is
voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk. Dit middel is ook geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden en er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Het is de rechtbank gebleken dat het steunsysteem van cliënt overbelast en uitgeput is geraakt. Daarbij komt dat de huidige verpleeginstelling een geschikte plek is voor cliënt om tot rust te komen.
4.5
Cliënt verzet zich tegen een voortzetting van haar verblijf in de accommodatie. Tijdens de mondelinge behandeling heeft cliënt meermaals aangegeven dat zij graag terug naar huis wil, naar haar man en kinderen.
4.6
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een voortzetting van de inbewaringstelling. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes weken.
4.7
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling ten aanzien van
[cliënt], geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
19 juni 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. De Beer, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 14 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.