Uitspraak
1.De procedure
- de brief van 22 april 2024 van mr. Platteeuw met productie 22 en een gewijzigd productieoverzicht;
- de mondelinge behandeling van 25 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
2.De feiten
- Het door NS aan de reiziger te verlenen dienstbetoon omvat tevens de mogelijkheid tot het veilig stallen van rijwielen in of nabij de stations in (geautomatiseerde) bewaakte rijwielstallingen;
- NS wil ten behoeve van het reizend publiek de stalling van rijwielen zo mogelijk combineren met het aanbieden van dienstverlening op fietsgebied, zoals de reparatie van rijwielen, verkoop van rijwiel(producten), de verhuur van rijwielen en de service aan reizigers in het algemeen;
- NS Fiets exploiteert voor haar rekening en risico rijwielstallingen. Middels deze Overeenkomst verstrekt zij aan de Ondernemer opdracht tot het verrichten van werkzaamheden tot beheer van één of meer rijwielstallingen. Partijen gaan voor de beheeractiviteiten uitdrukkelijk geen arbeidsovereenkomst aan;
- Deze overeenkomst voorziet in de mogelijkheid dat Ondernemer voorts bedrijfsruimte(n) in gebruik heeft op basis van een huurovereenkomst. Zulks geschiedt dan in het kader van zijn onderneming;
- De rijwielstalling behoort niet tot de door Ondernemer gehuurde bedrijfsruimten, en andersom, ook niet indien en voor zover gedeelten van de rijwielstalling aan de Ondernemer ter beschikking zijn gesteld ter ondersteuning of ten behoeve van de door hem in het kader van zijn onderneming uit te oefenen commerciële activiteiten;
- Het beheer van de rijwielstalling in de daartoe bestemde ruimte en de verhuur van de bedrijfsruimte zijn onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld terwijl op de volledige rechtsverhouding (beheer en verhuur) de 290 – bedrijfsruimteregeling van toepassing is met de daarin opgenomen termijnbescherming en – in zijn algemeenheid – de waarborg dat (tussentijdse) beëindiging op verzoek van NS Fiets tegen de zin van Ondernemer alleen maar kan geschieden door tussenkomst van de rechter als neergelegd in de betreffende bepalingen van titel 7.4 BW; een en ander laat onverlet dat de zeggenschap met betrekking tot de voor de rijwielstalling bestemde ruimte volledig bij NS Fiets ligt.
- Het door NS en de (Rijks)overheid/ProRail nagestreefde beleid brengt met zich mee dat het voor NS Fiets essentieel is dat degene die krachtens deze overeenkomst de bedrijfsruimten huurt, tevens degene is die in opdracht van NS Fiets de rijwielstalling beheert;
Partijen erkennen dat met deze overeenkomst wordt beoogd de toekomstige positie van partijen ten opzichte van elkaar vast te leggen, rekening houdend met de gerechtvaardigde belangen van de Ondernemer en van NS Fiets;
Partijen zijn zich van het in de preambule gestelde bewust en onderschrijven dat zij zich hier bij de inrichting en de uitvoering van deze Overeenkomst naar zullen richten;
“In feite betalen wij u al geruime tijd voor niet noodzakelijke bemensing. Als daar geen goede reden tegenover staat kunnen wij dat intern niet meer verantwoorden. De stalling kan immers sinds 2018 ook zonder bemensing functioneren.”. [eiser in conventie] is niet akkoord gegaan en heeft een tegenvoorstel gedaan. Een en ander heeft niet geleid tot een regeling en evenmin tot een procedure.