ECLI:NL:RBZWB:2024:320

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
C/02/403803 HA ZA 22-627 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Luijks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van roerende zaken uit nalatenschap en rechtsgeldigheid van overeenkomst

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, betreft het een geschil over de goederen van een nalatenschap. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.C.G. van Loon, vordert afgifte van resterende roerende zaken die volgens haar niet rechtsgeldig zijn verkocht aan de gedaagden in conventie, die worden bijgestaan door mr. W.M. Bijloo. De rechtbank heeft op 24 januari 2024 vonnis gewezen, waarin de vorderingen van beide partijen zijn behandeld. De eiseres stelt dat de executeur, die niet als partij in deze procedure is betrokken, niet bevoegd was om de roerende zaken te verkopen zonder haar instemming. De rechtbank oordeelt dat de eiseres niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat de executeur op grond van het testament de exclusieve bevoegdheid heeft om de goederen te beheren en te verkopen. De rechtbank verklaart dat de eiseres geen procesbevoegdheid heeft, aangezien de executeur de enige is die kan optreden in deze kwestie. De vorderingen in reconventie van de gedaagden worden eveneens afgewezen, omdat deze ook betrekking hebben op de nalatenschap en niet tegen de executeur zijn ingesteld. De rechtbank legt de proceskosten op aan de eiseres en de gedaagden, die ook niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun vorderingen.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: C/02/403803 / HA ZA 22-627
Vonnis van 24 januari 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie],
te [plaats 1] ,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie] ,
advocaat: mr. E.C.G. van Loon te ETTEN-LEUR,
tegen

1.[gedaagde in conventie 1] ,

te [plaats 2] ,
2.
[gedaagde in conventie 2],
te [plaats 1] ,
gedaagde partijen in conventie, eisende partijen in reconventie,
hierna samen in mannelijk enkelvoud te noemen: [gedaagden in conventie] ,
advocaat: mr. W.M. Bijloo te MIDDELHARNIS.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 maart 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de mondelinge behandeling van 8 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waaraan de spreekaantekeningen van mr. van Loon en mr. Bijloo zijn gehecht.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op [datum] 2021 is overleden de heer [erflater] (hierna: [erflater] ). [erflater] heeft laatstelijk bij testament van 2 september 2021 over zijn nalatenschap beschikt (hierna: het testament).
2.2.
In het testament heeft [erflater] zijn partner, [eiseres in conventie] , benoemd tot enig en algeheel erfgenaam. Tot executeur is benoemd mr. [executeur] (hierna: de executeur).
2.3.
Uit het testament volgt dat een aantal tot de nalatenschap behorende registergoederen (landbouwgronden met bedrijfsgebouwen en verdere aanhorigheden) te koop moeten worden aangeboden aan [gedaagden in conventie] , hetgeen is gebeurd. [gedaagden in conventie] heeft de registergoederen gekocht.
2.4.
Voor zover relevant, is in het testament daarnaast het volgende opgenomen:
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
(…)
5. Wens
Het is mijn uitdrukkelijke wens dat de executeur bij het nemen van beslissingen inzake mijn landbouwonderneming en de voortzetting daarvan zoveel mogelijk in overleg treedt met:
  • mijn erfgenamen; en
  • de heer [naam 1] , geboren te [plaats 3] op [geboortedag] .
(…)
HOOFDSTUK 5. UITVOERING VAN MIJN TESTAMENT
A. Executele
(…)
2. Taken
(…)
-
Indien de executeur overgaat tot verkoop van de palletiseerder van het merk Ligne, de tractor 6830 van het merk John Deere, de wikkelaar, alle overige landbouwmachines en werktuigen en de frees, dient de executeur dit in eerste instantie te koop aan te bieden tegen de vrije waarde in het economisch verkeer aan de heer [naam 1] , voornoemd. In het geval dat de heer [naam 1] , voornoemd, niet tot koop wenst over te gaan, is de executeur bevoegd om voornoemde goederen te gelde te maken op de wijze zoals hij goeddunkt.
(…)
-
Over de keuze van de goederen en de wijze van tegeldemaking hoeft de executeur niet vooraf overleg te plegen met mijn erfgenamen.
De executeur heeft voor de tegeldemaking van een goed geen toestemming van de erfgenamen nodig.”
2.5.
De palletiseerder van het merk Ligne, de tractor 6830 van het merk John Deere, de wikkelaar, alle overige landbouwmachines en werktuigen en de frees zijn conform het testament te koop aangeboden aan de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ). [naam 1] heeft een deel van deze roerende zaken gekocht. De resterende roerende zaken zijn opgeslagen in de bedrijfsgebouwen waarvan [gedaagden in conventie] nu de eigenaar is.
2.6.
In zijn e-mail van 11 juli 2022 schrijft de executeur aan de dochter van [eiseres in conventie] , [dochter] (hierna: [dochter] ) en [gedaagden in conventie] het volgende:

Zoals bij u bekend is er bij de overdracht van de landbouwgronden en de bedrijfsgebouwen van wijlen de heer [erflater] aan de heren [gedaagden in conventie] een afspraak gemaakt ten aanzien van de ontruiming van de bedrijfsgebouwen.
Er is afgesproken dat de bedrijfsgebouwen uiterlijk 12 juli 2022 ontruimd dienen te zijn.
2.7.
Op 18 juli 2022 om 15.32 uur stuurt de executeur een e-mail aan [gedaagden in conventie] , waarin het volgende is opgenomen:

In verband met de verkoop van de landbouwinventaris en de machines van de heer [erflater] heb ik begrepen dat u overeenstemming heeft bereikt met mevrouw [eiseres in conventie] .
U bent tezamen een totaalprijs overeengekomen van 57.500,00 euro, exclusief btw.
Dit betreft een totaalprijs voor alle zaken die achtergebleven zijn in de schuren, met uitzondering van de tandemasser. Deze tandemasser behoort uitdrukkelijk niet tot hetgeen is verkocht en zal derhalve in eigendom blijven bij mevrouw [eiseres in conventie] .
De heer [naam 3] zal ik verzoeken om een factuur op te maken zodat de betaling kan plaatsvinden en een en ander afgewerkt kan worden.
Als de weergave van de door u gemaakte afspraken niet correct is, wil ik u verzoeken zo spoedig mogelijk te reageren op mijn e-mailbericht.
2.8.
De heer [naam 3] stuurt vervolgens enkele minuten later, om 15.49 uur naar [gedaagden in conventie] :

Graag een bevestiging dan zorg ik voor de factuur.
2.9.
[gedaagden in conventie] reageert per e-mail op 18 juli 2022 om 20.13 uur:

Bij deze ons akkoord op de ontvangen mail, de inhoud klopte met wat we afgesproken hadden. Wij zien de faktuur tegemoet en zullen deze spoedig overmaken.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Ten aanzien van de overeenkomst:
Primair voor recht verklaart dat noch op 11 juli 2022, noch in de dagen daarna, een overeenkomst tot stand is gekomen tussen [eiseres in conventie] en [gedaagden in conventie] over de verkoop van de resterende roerende zaken;
Subsidiair voor recht verklaart dat [eiseres in conventie] enige overeenkomst tussen haar en [gedaagden in conventie] met betrekking tot de verkoop en levering van de resterende roerende zaken die tot stand zou zijn gekomen op 11 juli 2022, dan wel op een van de dagen daarna, rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd;
Meer subsidiair de vernietiging uitspreekt van enige overeenkomst tussen [eiseres in conventie] en [gedaagden in conventie] met betrekking tot de verkoop en levering van de resterende roerende zaken die tot stand zou zijn gekomen op 11 juli 2022, dan wel op een van de dagen daarna.
II. [gedaagden in conventie] veroordeelt tot (i) afgifte van de resterende roerende zaken binnen een termijn van 7 dagen na dit vonnis en (ii) het verlenen van medewerking door [gedaagden in conventie] aan de verkoop en levering van de resterende roerende zaken aan een derde, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 25.000,00, te vermeerderen met € 500,00 voor iedere dag dat [gedaagden in conventie] na ommekomst van voornoemde termijn zouden weigeren de resterende roerende zaken af te geven, dan wel medewerking te verlenen, met een maximum van € 32.500,00;
III. [gedaagden in conventie] hoofdelijk veroordeelt in de betaling van de door [eiseres in conventie] gemaakte buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 3.250,00;
IV. [gedaagden in conventie] hoofdelijk veroordeelt in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.2.
[eiseres in conventie] legt aan haar vordering – samengevat en zakelijk weergegeven – het volgende ten grondslag. Op grond van het testament is de executeur bevoegd om de (resterende) roerende zaken te gelde te maken, op de wijze die hij goeddunkt. De executeur heeft daaraan invulling gegeven door de roerende zaken alleen te willen verkopen onder de voorwaarde dat [eiseres in conventie] (vertegenwoordigd door [dochter] ) eerst overeenstemming zou bereiken met een (potentiële) koper. Deze voorwaarde is niet vervuld, zodat van een overeenkomst tussen de executeur en [gedaagden in conventie] over de koop van de roerende zaken geen sprake kan zijn. Immers, [eiseres in conventie] heeft geen overeenstemming met [gedaagden in conventie] bereikt. Voor zover de rechtbank zou oordelen dat [eiseres in conventie] en [gedaagden in conventie] wel degelijk overeenstemming hebben bereikt, beroept [eiseres in conventie] zich erop dat zij deze overeenkomst buitengerechtelijk heeft vernietigd, dan wel dat de rechtbank deze overeenkomst dient te vernietigen, wegens onbekwaamheid van [eiseres in conventie] en/of misbruik van omstandigheden. Aangezien een overeenkomst tussen de executeur en [gedaagden in conventie] voortbouwt op de overeenkomst tussen [eiseres in conventie] en [gedaagden in conventie] , is op grond van artikel 6:229 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) ook die overeenkomst dan vernietigd.
3.3.
[gedaagden in conventie] voert verweer, inhoudende dat de executeur op grond van artikel 4:145 BW en het testament privatief bevoegd is de roerende zaken te verkopen. Dat [eiseres in conventie] niet (meer) instemt met de verkoop, heeft geen gevolgen voor de overeenkomst tussen [gedaagden in conventie] en de executeur. Bovendien hebben [eiseres in conventie] en [gedaagden in conventie] wel degelijk op 11 juli 2022 overeenstemming bereikt over de verkoop van de roerende zaken en is de executeur daarmee op 18 juli 2022 akkoord gegaan, hetgeen blijkt uit de hiervoor onder 2.7 geciteerde e-mail. Van juridische onbekwaamheid van [eiseres in conventie] en/of misbruik van omstandigheden is geen sprake, zodat er geen grond bestaat voor de vernietiging van de overeenkomst tussen [eiseres in conventie] en [gedaagden in conventie] .
in reconventie
3.4.
[eisers in reconventie] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Voor recht verklaart dat tussen [eisers in reconventie] en de executeur een koopovereenkomst tot stand is gekomen, waarbij [eisers in reconventie] de roerende zaken heeft gekocht voor € 57.500,00 (exclusief BTW);
II. [verweerster in reconventie] veroordeelt om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de Toyota vorkheftruck aan [eisers in reconventie] af te geven en de roerende zaken aan [eisers in reconventie] vrij te geven, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, per dag, met een maximum van € 50.000,00;
III. [verweerster in reconventie] veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisers in reconventie] te betalen de schade die [eisers in reconventie] heeft geleden, doordat hij tot het definitief worden van dit vonnis niet heeft kunnen beschikken over de loods en de zich daarin bevindende machines en de Toyota vorkheftruck, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf heden tot de dag der algehele voldoening;
IV. [verweerster in reconventie] veroordeelt in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente en de nakosten.
3.5.
Aan zijn vordering legt [eisers in reconventie] – samengevat – ten grondslag dat er een rechtsgeldige koopovereenkomst tot stand is gekomen en de roerende zaken hem daarom ter beschikking dienen te worden gesteld. Ook stelt [eisers in reconventie] schade te hebben geleden doordat hij vanaf 11 juli 2022 geen gebruik heeft kunnen maken van de roerende zaken. De schade bestaat onder meer uit de huur voor een beregeningsinstallatie en de waardevermindering van de roerende zaken. Daarnaast heeft [eisers in reconventie] zijn loods niet kunnen gebruiken en/of verhuren, omdat de roerende zaken daar zijn opgeslagen, terwijl [verweerster in reconventie] geen huur betaalt. De schade die [eisers in reconventie] heeft geleden dient te worden opgemaakt bij schadestaat.
3.6.
[verweerster in reconventie] voert het verweer dat [eisers in reconventie] zijn reconventionele vorderingen baseert op het uitgangspunt dat hij in conventie in het gelijk zou worden gesteld. Indien dit het geval is, heeft [eisers in reconventie] geen belang (meer) bij de onder I gevorderde verklaring voor recht. Voorts voert [verweerster in reconventie] aan dat [eisers in reconventie] al beschikt over de roerende zaken, nu deze in zijn loods zijn opgeslagen. De door [eisers in reconventie] gestelde schade is eenvoudig vast te stellen, zodat een verwijzing naar de schadestaat niet op zijn plaats is. Bovendien is geen sprake van schade, omdat [eisers in reconventie] de roerende zaken wel degelijk heeft gebruikt.
in conventie en in reconventie
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
Artikel 4:145 lid 2 BW bepaalt – voor zover hier van belang – dat de executeur gedurende zijn beheer bij de vervulling van zijn taak de erfgenamen in en buiten rechte vertegenwoordigt. De benoeming van een executeur heeft
privatieve werking, dat wil zeggen dat de executeur met uitsluiting van de erfgenamen beheersbevoegdheid toekomt en dat een erfgenaam gedurende het beheer van de executeur in beginsel beschikkingsonbevoegd is, waaronder ook onbevoegd om zelfstandig in rechte op te treden. Een bepaling van dezelfde strekking is ook in hoofdstuk 5 van het testament opgenomen.
4.2.
De vordering van [eiseres in conventie] ziet uitsluitend op goederen van de nalatenschap van [erflater] . Aangezien in deze nalatenschap een executeur is benoemd en zijn taak (nog) niet is geëindigd, heeft [eiseres in conventie] als erfgenaam geen procesbevoegdheid: alleen de executeur is op grond van artikel 4:145 BW exclusief bevoegd. [eiseres in conventie] kan op deze grond niet in haar vordering worden ontvangen.
4.3.
Dat sprake zou zijn van een voortbouwende overeenkomst, maakt dit oordeel niet anders.
4.4.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank [eiseres in conventie] derhalve niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. [eiseres in conventie] moet daarom ook de proceskosten in conventie betalen. De proceskosten van [gedaagden in conventie] worden begroot op:
  • griffierecht € 1.301,00
  • salaris advocaat € 1.196,00 (2 punten × tarief II)
  • nakosten €
totaal € 2.670,00
in reconventie
4.5.
De vordering van [eisers in reconventie] heeft ook betrekking op de goederen van de nalatenschap van [erflater] . Gelet op hetgeen in conventie is overwogen, had [eisers in reconventie] zijn vordering niet tegen [verweerster in reconventie] , maar tegen de executeur behoren in te stellen.
4.6.
De rechtbank zal [eisers in reconventie] daarom ook in de vordering niet-ontvankelijk verklaren. [eisers in reconventie] moet daarom de proceskosten in reconventie betalen. De proceskosten van [verweerster in reconventie] worden begroot op:
  • salaris advocaat € 897,00 (1,5 punten × tarief II)
  • nakosten €
totaal € 1.070,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart [eiseres in conventie] niet-ontvankelijk in haar vordering;
5.2.
veroordeelt [eiseres in conventie] in de proceskosten van € 2.670,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiseres in conventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiseres in conventie] ook de kosten van betekening betalen;
in reconventie
5.3.
verklaart [eisers in reconventie] niet-ontvankelijk in zijn vordering;
5.4.
veroordeelt [eisers in reconventie] in de proceskosten van € 1.070,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eisers in reconventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eisers in reconventie] ook de kosten van betekening betalen;
in conventie en in reconventie
5.5.
verklaart het vonnis wat betreft de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Luijks en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.