ECLI:NL:RBZWB:2024:3218

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
16 mei 2024
Zaaknummer
C/02/421388 / FA RK 24/1832
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel

Op 2 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1974. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), aansluitend op een crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag waren betrokkene en haar advocaat aanwezig, evenals een verpleegkundig specialist van het FACT-team. De officier van justitie was niet aanwezig.

Betrokkene heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij bereid is om medicatie in te nemen. Haar advocaat heeft primair verzocht om afwijzing van het verzoek, stellende dat betrokkene niet herkent in de stoornis en dat er geen ernstig nadeel is. Subsidiair werd verzocht om alleen de vormen van verplichte zorg voor medicatie en beperkingen in de vrijheid op te nemen. De verpleegkundig specialist heeft echter aangegeven dat er bij betrokkene sprake is van een schizoaffectieve stoornis met bipolaire kenmerken, wat leidt tot ernstig nadeel.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die ernstig nadeel met zich meebrengt, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met de maatregelen zoals genoemd in de beschikking. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/421388 / FA RK 24/1832
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 2 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats] , [land] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Kalle te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 16 april 2024, ingekomen ter griffie op 16 april 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt;
- de medische verklaring van 12 april 2024;
- een zorgkaart van 5 april 2024;
- een zorgplan van 11 april 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 16 april 2024;
- een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 mei 2024, op het hierboven genoemde adres.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. [naam] , verpleegkundig specialist van het FACT-team.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het goed met haar gaat. Betrokkene is vorig jaar gestopt met het innemen van medicatie omdat er geen verbetering merkbaar was. In november 2023 heeft zij naar aanleiding van een worminfectie een ontwormingskuur gedaan en toen is het volgens haar misgegaan. Betrokkene is naar aanleiding van deze worm psychotisch geworden en is toen opgenomen geweest bij Stichting Emergis. Bij Stichting Emergis is betrokkene ingesteld op medicatie. Momenteel verblijft betrokkene weer thuis, wat zij erg prettig vindt. Betrokkene begrijpt niet waarom er een zorgmachtiging is aangevraagd. Betrokkene geeft aan dat zij bereid is om haar medicatie in te nemen, wat zij in het verleden ook altijd heeft gedaan. Daarnaast zegt betrokkene dat zij op voorhand zelf kan aangeven wanneer zij zorg nodig heeft en is om die reden van mening dat een zorgmachtiging niet nodig is.
3.2
Namens betrokkene verzoekt de advocaat primair om het verzoek af te wijzen. Betrokkene herkent zich niet in de stoornis en ervaart ook geen ernstig nadeel. Betrokkene geeft aan hooggevoelig te zijn, wat maakt dat Stichting Emergis niet de geschikte plek voor haar is. Daarnaast is betrokkene bereid om mee te werken aan de behandeling in het vrijwillig kader. Zo is betrokkene bereid om medicatie in te nemen en gesprekken aan te gaan met het FACT-team. Verder moet een zorgmachtiging noodzakelijk zijn en dat is het op dit moment niet. Subsidiair verzoekt de advocaat om enkel de vormen van verplichte zorg, te weten ‘toedienen van medicatie’ en ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ op te nemen. De andere vormen van verplichte zorg zijn volgens de advocaat niet voorzienbaar.
3.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de verpleegkundig specialist aangegeven dat er bij betrokkene sprake is van een schizoaffectieve stoornis met bipolaire kenmerken en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen waaruit ernstig nadeel voortvloeit. Zo heeft betrokkene zich tijdens de laatste opname bij Stichting Emergis behoorlijk beschadigd. De verpleegkundig specialist sluit zich aan bij het verzoekschrift van 16 april 2024 voor wat betreft de vormen van verplichte zorg en licht toe dat een opname voorzienbaar is wanneer betrokkene stopt met het innemen van medicatie. Betrokkene is op dit moment erg kwetsbaar. Om die reden is de verpleegkundig specialist van mening dat de behandeling niet kan worden voortgezet in het vrijwillig kader.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat uit de medische verklaring van 12 april 2024 blijkt dat betrokkene bekend is met een schizoaffectieve stoornis (bipolaire type). Tijdens de mondelinge behandeling heeft de verpleegkundig specialist die stoornis onderschreven.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank overweegt hierbij dat – wanneer betrokkene psychotisch decompenseert – het gevaar bestaat dat zij zichzelf van het leven zal beroven. Betrokkene heeft eerder een zelfmoordpoging gedaan als gevolg van akoestische hallucinaties en heeft zich recent tijdens haar verblijf bij Stichting Emergis behoorlijk beschadigd. Ook is er bij betrokkene dan sprake van verward gedrag, zelfverwaarlozing en een sociaal isolement.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hoewel betrokkene momenteel haar medicatie inneemt, is er nog onvoldoende vertrouwen in de bereidheid van betrokkene om de zorg in het vrijwillig kader voort te zetten. Betrokkene en de behandelaren hebben verschillende opvattingen over de noodzakelijk geachte behandeling waardoor de samenwerking moeizaam verloopt. Om die reden is verplichte zorg noodzakelijk.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- beperken van de bewegingsvrijheid –
in geval van opname;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen –
in geval van opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten
– met uitzondering van het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie –
indien ambulante zorg niet meer toereikend is.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats] , [land] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
2 november 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 16 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.