ECLI:NL:RBZWB:2024:3239

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
10753019 \ CV EXPL 23-3477 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitvoering van een overeenkomst tot aanneming van werk met betrekking tot dakwerkzaamheden

In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser in conventie], een aannemer, en [gedaagden in conventie], de opdrachtgevers, over de uitvoering van een overeenkomst tot aanneming van werk. De overeenkomst, gesloten op 17 mei 2023, betrof werkzaamheden aan het dak van de woning van [gedaagden in conventie] voor een bedrag van € 5.414,75. Na de uitvoering van de werkzaamheden op 21 juli 2023, heeft [eiser in conventie] een factuur gestuurd, maar [gedaagden in conventie] heeft de betaling van het restantbedrag opgeschort, omdat zij van mening waren dat niet alle werkzaamheden waren uitgevoerd zoals overeengekomen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagden in conventie] terecht de oplevering van het werk heeft geweigerd, omdat de werkzaamheden niet volledig waren uitgevoerd. De rechter oordeelde dat de vordering van [eiser in conventie] tot betaling van het restantbedrag niet opeisbaar was, aangezien de oplevering niet had plaatsgevonden. In reconventie vorderden [gedaagden in conventie] vervangende schadevergoeding, omdat zij gebreken in de uitvoering van het werk hadden geconstateerd. De kantonrechter heeft de vordering in reconventie toegewezen, met inachtneming van de gebreken die door een deskundige waren vastgesteld.

De rechter heeft de vordering van [eiser in conventie] afgewezen en [gedaagden in conventie] veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 822,16, alsook tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De wettelijke rente over de toegewezen bedragen is ook toegewezen, met een ingangsdatum van 23 november 2023. Dit vonnis is uitgesproken op 15 mei 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10753019 \ CV EXPL 23-3477
Vonnis van 15 mei 2024
in de zaak van
[eiser in conventie] , H.O.D.N. [handelsnaam],
te [plaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie] ,
gemachtigde: [gemachtigde] , werkzaam ten kantore van [bedrijf 1] ,
tegen

1.[gedaagde in conventie 1] ,

te [plaats 2] ,
2.
[gedaagde in conventie 2],
te [plaats 2] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden in conventie] in mannelijk enkelvoud,
gemachtigde: mr. W. van der Veen, jurist ten kantore van Legal Office.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 december 2023
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte van [gedaagden in conventie] tevens houdende vermeerdering van eis in reconventie
- de mondelinge behandeling van 8 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Daarna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 17 mei 2023 hebben [eiser in conventie] en [gedaagden in conventie] een overeenkomst tot aanneming van werk gesloten met betrekking het verrichten van werkzaamheden aan het dak van de woning van [gedaagden in conventie] voor een bedrag van € 5.414,75 inclusief btw.
2.2.
Aan deze overeenkomst lag de offerte van [eiser in conventie] van 16 mei 2023 ten grondslag. In deze offerte zijn de volgende werkzaamheden opgenomen:
  • “Verwijderen oude nokpannen 14 stuks en 46 dakpannen. Nieuwe nok aanbrengen. Ovh rood, aanbrengen nieuwe ruiterrol, nokpannen vaststellen dmv rvs nokschroeven.
  • Zijkant dichtzetten dmv economisch lood in de kleur rood.
  • 5 meter goot voorzien van vloeibare zink, lasnaden goot inplakken en 6 meter trespa plaatsen.
  • Plaatsen rolsteiger.”
2.3.
Op 21 juli 2023 heeft [eiser in conventie] werkzaamheden aan het dak uitgevoerd.
2.4.
Op 24 juli 2023 heeft [eiser in conventie] de werkzaamheden gefactureerd voor een bedrag van € 5.414,75. Op de factuur is vermeld dat € 1.805,- is aanbetaald en dat nog
€ 3.609,75 moet worden voldaan. Dit bedrag dient per direct te worden overgemaakt bij oplevering van de werkzaamheden op 21 juli 2023.
2.5.
Via Whatsapp hebben [eiser in conventie] en [gedaagden in conventie] in juli/augustus 2023 de volgende conversatie gehad:
  • [eiser in conventie] heeft een foto gestuurd van de nokpannen.
  • Op 21 juli 2023:
  • Op 28 juli 2023
  • Op 1 augustus 2023: “
2.6.
Op 1 augustus 2023 is [eiser in conventie] bij [gedaagden in conventie] aan de deur geweest en heeft [gedaagden in conventie] hem een bedrag van € 1.805,- betaald.
2.7.
Op 23 augustus 2023 heeft de incassogemachtigde van [eiser in conventie] [gedaagden in conventie] tot betaling van de openstaande factuur gesommeerd.
2.8.
Bij brief van 24 augustus 2023 is namens [eiser in conventie] aan [gedaagden in conventie] het volgende bericht:
“In een telefonisch onderhoud dat wij gisteren met u hadden, gaf u aan dat [handelsnaam] een gat in uw goot niet had hersteld en ook geen 6 meter trespa zou hebben gemonteerd. De 6 meter trespa heeft [handelsnaam] wel degelijk bij u geplaatst aan de zichtzijde (verticale deel) van de goot. Er zouden geen werkzaamheden aan de boeidelen van de goot uitgevoerd worden, daar u daarvoor een [eiser in conventie] zou raadplegen. De boeidelen zijn het horizontale gedeelte van de goot (aan de onderzijde dus). [handelsnaam] heeft alle geoffreerde werkzaamheden uitgevoerd en derhalve dient er ook gewoon betaald te worden.”
2.9.
Op 24 augustus 2023 heeft [gedaagden in conventie] aan de incassogemachtigde per e-mail medegedeeld dat de zaak bij de rechtsbijstand ligt en dat de laatste termijn niet wordt betaald zolang er geen uitspraak is.
2.10.
Op 6 september 2023 heeft [eiser in conventie] [gedaagden in conventie] nogmaals tot betaling gemaand, waarna op 29 september 2023 de dagvaarding is uitgebracht.
2.11.
[gedaagden in conventie] heeft EXP Schadebegeleiding & Bouwadvisering (hierna: EXP) ingeschakeld om de werkzaamheden van [eiser in conventie] te beoordelen. Op 31 oktober 2023 is door [ingenieur] re, werkzaam bij EXP, een deskundigenrapport uitgebracht over de verrichte werkzaamheden. De deskundige heeft daarbij diverse gebreken geconstateerd en heeft de kosten voor herstel begroot op € 2.376,44 inclusief btw.
2.12.
Bij brief van 2 november 2023 is [eiser in conventie] namens [gedaagden in conventie] in gebreke gesteld en is hij gesommeerd om de onafgemaakte werkzaamheden binnen uiterlijk drie weken na dagtekening van de brief af te maken en de in het deskundigenrapport vermelde gebreken te herstellen. De betaling van het openstaande bedrag van € 1.804,75 heeft [gedaagden in conventie] opgeschort totdat [eiser in conventie] aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Verder is hij aansprakelijk gesteld voor de deskundigenkosten van € 2.432,10 inclusief btw. Tot slot is aangegeven dat als [eiser in conventie] niet binnen de gestelde termijn gehoor gaf aan de sommatie, de brief zou gelden als een omzettingsverklaring ex artikel 6:87 BW.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conventie] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagden in conventie] tot betaling van € 2.102,12, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 1.804,75 vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag van de volledige betaling, te vermeerderen met de proceskosten.
3.2.
[gedaagden in conventie] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser in conventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in conventie] in de kosten van deze procedure.
in reconventie
3.3.
[eisers in reconventie] vordert - samengevat –, na vermeerdering van eis,
  • verklaring voor recht dat de vordering tot nakoming is omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding;
  • veroordeling van [gedaagde in reconventie] tot betaling van € 3.751,21 (€ 1.147,05 aan schadevergoeding, € 172,06 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 2.432,10 deskundigenonderzoek), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 augustus 2023, althans vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag van de volledige betaling, met veroordeling in de proceskosten.
3.4.
[gedaagde in reconventie] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eisers in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers in reconventie] in de kosten van deze procedure.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
De kantonrechter zal de vorderingen in conventie en in reconventie gelet op de samenhang gezamenlijk beoordelen, waarbij eerst zal worden ingegaan op de vordering in conventie.
Standpunten partijen
4.2.
[eiser in conventie] legt aan zijn vordering in conventie ten grondslag dat [gedaagden in conventie] in gebreke is gebleven met betaling van de volledige factuur. Op 21 juli 2021 heeft de oplevering plaatsgevonden, waarna hij nog een deelbetaling heeft ontvangen. Het resterende bedrag is, ondanks sommatie, onbetaald uitgebleven. [eiser in conventie] stelt dat [gedaagden in conventie] daarom ook de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is.
4.3.
[gedaagden in conventie] voert in conventie als verweer dat het werk van [eiser in conventie] nooit is opgeleverd, omdat [gedaagden in conventie] de oplevering niet heeft aanvaard. De vordering is dan ook niet opeisbaar en [gedaagden in conventie] is niet in verzuim. Hij stelt dat, ongeacht of het werk is opgeleverd, [eiser in conventie] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst. [gedaagden in conventie] was daarom bevoegd om de betaling van de factuur op te schorten totdat alsnog aan de verplichtingen was voldaan. Sinds de uitvoering van de werkzaamheden heeft hij geklaagd over de gebreken, namelijk het gat in de dakgootbekleding dat niet gedicht was, het niet volledig plaatsen van het Trespa en het niet verhelpen van de lekkage op zolder.
Inhoud overeenkomst
4.4.
In de eerste plaats verschillen partijen van mening over de inhoud van de overeenkomst. Daar waar [gedaagden in conventie] stelt dat enkele werkzaamheden niet zijn uitgevoerd, betwist [eiser in conventie] dat die gestelde werkzaamheden bij de opdracht hoorden. Hij vindt dat [gedaagden in conventie] onterecht de betaling van het restantbedrag heeft opgeschort.
4.5.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagden in conventie] uitgebreid toegelicht wat volgens hem met [eiser in conventie] was besproken. [gedaagden in conventie] stelt dat hij [eiser in conventie] had gebeld om het gat aan de onderzijde van de dakgootbekleding te repareren en de lekkage op de zolder te verhelpen. Omdat de pannen daar al enkele keren waren dichtgesmeerd, wilde [gedaagden in conventie] daarvoor een permanente oplossing. [eiser in conventie] heeft daarom voorgesteld om eco-dakleer naar de gehele zijrand door te trekken, waarmee [gedaagden in conventie] akkoord ging. Verder moesten de lasnaden van de goot worden gerepareerd en moesten de nokpannen en enkele dakpannen worden vervangen om toekomstige lekkages te voorkomen. Tot slot zou [eiser in conventie] als extra service het hout midden onder de dakgoot vervangen door Trespa in dezelfde kleur.
4.6.
[eiser in conventie] heeft deze toelichting niet weersproken, behalve dan dat hij wel betwist dat de reparatie van het gat onderdeel was van de werkzaamheden. Volgens hem zou [gedaagden in conventie] het gat door een timmerman laten herstellen. De kantonrechter acht dit verweer, gelet op de uitgebreide toelichting van [gedaagden in conventie] tijdens de zitting, onvoldoende. Daarnaast blijkt de door [eiser in conventie] gestelde beperking in het werk niet uit de offerte of andere correspondentie, hetgeen wel had mogen worden verwacht gezien de aard van de klus en de niet weersproken bedoeling van [gedaagden in conventie] om het dak en het gat in de dakgoot te herstellen. Ook de deskundige schrijft in zijn rapport (productie 6 bij de conclusie van antwoord in conventie) dat hij het logisch had gevonden dat niet alleen de voorzijde van de dakgoot zou worden voorzien van een Trespa bekleding, maar ook de onderzijde. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [gedaagden in conventie] gemotiveerd onderbouwd dat de reparatie van het gat tot de werkzaamheden behoorde en daarmee onder de tussen partijen gesloten overeenkomst tot aanneming van werk.
Oplevering van het werk
4.7.
Partijen verschillen ook van mening over de vraag of het werk is opgeleverd. Op grond van artikel 7:758 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is een werk opgeleverd als de opdrachtgever het werk (stilzwijgend) heeft aanvaard. De aannemer moet daartoe aan de opdrachtgever mededelen dat het werk is voltooid en klaar is om te worden opgeleverd. Als de opdrachtgever het werk niet binnen een redelijke termijn na deze mededeling keurt, wordt hij geacht het werk stilzwijgend te hebben aanvaard.
4.8.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagden in conventie] onweersproken toegelicht dat op de dag van de werkzaamheden op 21 juli 2023 onder andere zijn echtgenote thuis was. Zijn echtgenote constateerde dat het gat in de goot niet gerepareerd was en dat het eco-dakleer niet volledig tot de punt was doorgetrokken en vroeg aan [eiser in conventie] wanneer hij terug zou komen om het werk af te maken. [eiser in conventie] heeft daarop verklaard dat hij niet terug zou komen omdat het werk af was. De kantonrechter begrijpt dan ook dat [gedaagden in conventie] de oplevering heeft geweigerd. Vervolgens is het de vraag of deze weigering, gelet op de inhoud van de overeenkomst, terecht was.
4.9.
Zoals uit de offerte van [eiser in conventie] (productie 1 bij de dagvaarding) blijkt, was onderdeel van de werkzaamheden dat
“de zijkant zou worden dichtgezet dmv economisch lood in de kleur rood.”[eiser in conventie] heeft niet weersproken dat hij dit niet volledig heeft gedaan. Daarnaast staat vast dat het gat in de dakgoot niet is hersteld, waarover in rechtsoverweging 4.6 geoordeeld dat dit onderdeel van de werkzaamheden ook behoorde tot de overeenkomst. Gelet hierop was het werk nog niet af en heeft [gedaagden in conventie] terecht de oplevering geweigerd.
De betalingsverplichting van [gedaagden in conventie]
4.10.
Partijen zijn het erover eens dat zij de afspraak hadden gemaakt dat de laatste betaaltermijn bij oplevering van het werk zou worden voldaan. Nu [gedaagden in conventie] de oplevering terecht heeft geweigerd, is het werk niet opgeleverd en was de vordering tot betaling van het restantbedrag niet opeisbaar. Inmiddels heeft [gedaagden in conventie] zijn vordering tot nakoming omgezet in één tot vervangende schadevergoeding, waarbij hij rekening houdt met de openstaande aanneemsom. De kantonrechter zal het openstaande bedrag daarom betrekken bij de beoordeling van de vordering in reconventie.
De vordering in reconventie
4.11.
In reconventie heeft [eisers in reconventie] schadevergoeding gevorderd omdat [gedaagde in reconventie] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst tot aanneming van werk. [eisers in reconventie] heeft ter onderbouwing van zijn stellingen een deskundigenrapport overgelegd, waaruit blijkt dat sprake is van gebreken aan het werk. [gedaagde in reconventie] heeft de door de deskundige geconstateerde gebreken en de door hem begrote schade niet betwist, maar voert wel verweer ten aanzien van het gebrek met betrekking tot de afvoer van het materiaal.
Afvoer materiaal
4.12.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagden in conventie] toegelicht dat de afspraak was dat [eiser in conventie] voor de afvoer van materiaal moest zorgen; aan hem was ‘de hele klus gegeven’. [eiser in conventie] heeft deze stelling betwist, maar heeft nagelaten deze betwisting te onderbouwen. De kantonrechter stelt vast dat in de offerte niets is opgenomen over de afvoer van materialen, hetgeen kan pleiten voor beide standpunten. Gebleken is echter dat de deskundige onder de zonnepanelen en uit het zicht materialen die moesten worden afgevoerd, heeft aangetroffen. Indien inderdaad was afgesproken dat [gedaagden in conventie] zelf de afvoer van het materiaal voor zijn rekening zou nemen, dan is het niet logisch dat [eiser in conventie] de af te voeren materialen uit het zicht onder de zonnepanelen neer zou leggen. Waarom hij dat heeft gedaan, heeft hij niet toegelicht. De kantonrechter zal dan ook voorbijgaan aan het verweer van [eiser in conventie] . De kosten voor afvoer van materiaal komen eveneens voor vergoeding in aanmerking.
Vervangende schadevergoeding
4.13.
Vaststaat dat [gedaagden in conventie] [eiser in conventie] bij brief van 2 november 2023 in gebreke heeft gesteld, waarbij een termijn is gesteld voor nakoming van de overeenkomst, met een omzettingsverklaring als bedoeld in artikel 6:87 BW voor het geval [eiser in conventie] geen gehoor zou geven aan de sommatie binnen drie weken. [eiser in conventie] heeft daaraan geen gehoor gegeven, zodat hij in verzuim is en de vordering wordt omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.
4.14.
[gedaagden in conventie] heeft de schadevergoeding voor de gebreken aan het werk begroot op een bedrag van € 2.951,80 inclusief btw, op basis van de offerte van [bedrijf 2] van 4 maart 2024 (productie 14 bij de akte). [eiser in conventie] meent dat moet worden uitgegaan van het schadebedrag dat door de deskundige is geraamd, zijnde € 2.376,44.
4.15.
De kantonrechter stelt vast dat het deskundigenrapport eind oktober 2023 is opgesteld, terwijl de offerte van [bedrijf 2] op 4 maart 2024 is uitgegeven. Gelet op het tijdsverloop en de stijgende prijzen in de bouw, zal de kantonrechter de offerte van [bedrijf 2] volgen, met dien verstande dat de geoffreerde bouwcontainer van € 268,50 exclusief btw in mindering zal worden gebracht op het offertebedrag. De noodzaak voor de bouwcontainer is niet aangetoond. In de offerte van [bedrijf 2] is namelijk ook een vergoeding opgenomen voor het afvoeren van de oude dakpannen en nokvorsten (€ 220,00 exclusief btw), zodat onduidelijk is waarom daarnaast ook nog kosten voor een container in rekening worden gebracht.
4.16.
Op grond van het voorgaande acht de kantonrechter een bedrag van € 2.626,91 inclusief btw toewijsbaar (€ 2.439,50 exclusief btw minus € 268,50 van de bouwcontainer x 1,21). Rekening houdend met het openstaande bedrag uit de aanneemsom van € 1.804,75, zal de vordering in reconventie tot een bedrag van € 822,16 worden toegewezen. Vanwege deze verrekening wordt de vordering in conventie afgewezen.
De wettelijke rente
4.17.
[gedaagden in conventie] hanteert een onjuiste ingangsdatum voor de wettelijke rente. Op grond van artikel 6:119 BW is een partij wettelijke rente verschuldigd vanaf de dag van verzuim.
In het onderhavige geval is [eiser in conventie] in gebreke gesteld bij brief van 2 november 2023, zodat gedaagde in verzuim verkeert na afloop van de daarin gestelde termijn van drie weken (en van de omzettingsverklaring), dus vanaf 23 november 2023.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.18.
[gedaagden in conventie] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering in reconventie valt niet onder het toepassingsbereik van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter zal daarom de gevorderde vergoeding toetsen aan de oriëntatiepunten voor de beoordeling van dergelijke vorderingen uit het Rapport BGK-integraal, maar met toepassing van de wettelijke tarieven die geacht worden redelijk te zijn. Het door [gedaagden in conventie] aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderde bedrag is hoger dan de door de kantonrechter gevolgde aanbevelingen van het Rapport Voor-werk II. De kantonrechter zal - met inachtneming van Rapport Voor-werk II - aan buitengerechtelijke incassokosten een bedrag toewijzen van € 123,32.
Kosten voor het deskundigenonderzoek
4.19.
[gedaagden in conventie] heeft tot slot betaling gevorderd van de kosten voor het deskundigenonderzoek, zijnde een bedrag van € 2.432,10 inclusief btw. [eiser in conventie] voert als verweer dat deze kosten worden vergoed door de rechtsbijstandsverzekeraar van [gedaagden in conventie] en dus voor [gedaagden in conventie] geen schade zijn.
4.20.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagden in conventie] niet meer heeft gereageerd op het verweer van [eiser in conventie] ter zake de vergoeding van de kosten. Op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW komt als vermogensschade mede voor vergoeding in aanmerking redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. In het geval deze kosten worden gedekt door een verzekering, is geen sprake van schade die voor vergoeding in aanmerking komt, tenzij de polisvoorwaarden van de verzekering anders bepalen. Daarover heeft [gedaagden in conventie] niets gesteld, zodat de kantonrechter ervan uitgaat dat de kosten van het deskundigenonderzoek worden vergoed door de rechtsbijstandsverzekeraar en deze geen schade voor [gedaagden in conventie] vormen. De vordering tot betaling van de kosten van de deskundige zal dan ook worden afgewezen.
De proceskosten
4.21.
[eiser in conventie] is in conventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagden in conventie] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
408,00
(2,00 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
510,00
4.22.
In reconventie is [gedaagde in reconventie] grotendeels in het ongelijk gesteld en hij moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [eisers in reconventie] worden begroot op: € 168,50 aan salaris gemachtigde (2,5 punten x factor 0,5 x € 135,00).
4.23.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
5. De beslissing
De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser in conventie] af,
5.2.
veroordeelt [eiser in conventie] in de proceskosten van € 510,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser in conventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
in reconventie
5.3.
verklaart voor recht dat de vordering tot nakoming is omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in reconventie] tot betaling aan [eisers in reconventie] van een schadevergoeding van € 822,16, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 23 november 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt [gedaagde in reconventie] tot betaling aan [eisers in reconventie] van € 123,32 voor buitengerechtelijke kosten,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in reconventie] in de proceskosten van € 168,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
5.7.
veroordeelt [eiser in conventie] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.8.
veroordeelt [eiser in conventie] in de kosten van betekening als hij niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.9.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.2 en 5.4 tot en met 5.8 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2024.