2.8De GI heeft op 7 februari 2024 een schriftelijke aanwijzing aan de moeder gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarigen. Hierin is het volgende opgenomen:
In het kader van de uitvoering van de ondertoezichtstelling heeft de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering besloten u een schriftelijke aanwijzing te geven betreffende de verzorging en opvoeding van bovengenoemde minderjarigen. Een schriftelijke aanwijzing is een schriftelijke, dwingende opdracht aan u om iets te doen of juist iets na te laten.
U hebt als ouder met gezag de wettelijke plicht deze aanwijzing op te volgen.
De schriftelijke aanwijzing heeft betrekking op:
Niet direct aanwezig zijn tijdens de 2-wekelijkse overdracht wisselmomenten.
Voorbereiding van de schriftelijke aanwijzing:
Wij hebben u op 21 december 2023 een aankondiging van deze schriftelijke aanwijzing
gestuurd, middels de wekelijkse weekmail zie bijlage.
De mening van de belanghebbenden over het voornemen van GI tot het geven van een
schriftelijke aanwijzing is als volgt.
Op 21-12-2023 reageert moeder per mail op de vooraankondiging:
Ik kijk naar wat helpend is voor de kinderen. De kinderen vinden het super fijn dat ik bij de
wissel ben. En daarbij de laatste keer bij de wissel hadden [de vader] en ik best een goed gesprek
over wat hij WÉÉR wou veranderen in het schema. Ik doe niets verkeerd. Ik zoek uit wat
helpend is voor mijn kinderen.
Op 24-01-2024 reageert moeder tijdens een gesprek met de JZW op de te geven SA:
Doe maar wat jullie willen. Ik doet dit voor mijn kinderen, sinds ik erbij ben zijn de kinderen rustiger, komen rustiger binnen na een weekend.
Weging van mening van de belanghebbenden:
Op basis van de reactie van moeder, verwacht de Gl niet dat moeder zich aan deze
schriftelijke aanwijzing zal houden. Desondanks vindt de Gl het noodzakelijk om de SA toch te geven, wilt het signaal aan moeder geven en benadrukken dat voor de Gl een uitspraak van de Rechtbank leidend is.
Redenen om tot het geven van een aanwijzing over te gaan:
In juni 2020 besluit vader de relatie met u te verbreken. Op dat moment is de GI net
betrokken vanuit een OTS maatregel, waarbij zij de opdracht heeft gekregen zicht te krijgen
op de opvoedsituatie en daarbinnen te werken aan de gestelde doelen vanuit het
Raadsrapport en aan ouders wordt gevraagd mee te werken aan alle hulp die daarbij nodig is.
Er wordt een KIDT traject gestart bij SDW. Op basis van dit traject wordt besloten dat de
kinderen bij u komen te wonen, met als insteek een goede omgangsregeling met vader. In de
periode daarop volgend vinden er diverse gesprekken plaats met u, vader, SDW en 4You met als doel het vorm geven van een goede regeling. Waar u beide als ouder achter kunt staan én een regeling die tegemoet komt aan de belangen van de kinderen.
Al snel wordt duidelijk dat het vinden van overeenstemming tussen u en vader een lastige
opgave is, op essentiële onderdelen komt u er niet uit. Ondanks inzet van de GI en middels
gesprekken met ouders en diens advocaten, blijken afspraken omtrent de omgang niet
houdbaar. Dit zorgt voortdurende onrust en stress. De GI besluit een verzoek te doen tot
vaststelling van een omgangsregeling.
Op 20-05-2022 wordt hier een eerste uitspraak in gedaan, welke daarmee deels het eerder
door u beide opgestelde ouderschapsplan vervangt. De Rechter stelt een vaste omgangsregeling vast, met enkele randvoorwaarden. Een van deze randvoorwaarden luidt:
“de vader en de moeder hebben geen rechtsreeks contact met de andere ouder tenzij 4You
en/of de GI daarvoor voorafgaand schriftelijk toestemming heeft gegeven”. Naar aanleiding van deze uitspraak wordt er afgesproken dat u niet aanwezig bent tijdens de wisselmomenten. De 61 stuurt hierover een brief op 08-09-2022.
Lange tijd houdt u zich aan deze afspraak en verlopen de wisselmomenten zoals is
uitgesproken door de Rechtbank.
Op 19-05-2023 vind er opnieuw een zitting plaats, daar u een wijziging verzoekt tav de
eerdere uitspraak vaststelling omgang. De Rechtbank doet een aantal toevoegingen en neemt de eerste uitspraak gedaan op 20-05-2022 over. De GI stuurt nav deze uitspraak een brief aan ouders op 24-05-2023.
Daarnaast heeft u, apart van vader, een ouderschapsbegeleidingstraject (OSB) bij Organisatie [jeugdhulp] doorlopen. Zij adviseren een parallel ouderschapstraiect, daar zij constateren dat iedere vorm van communicatie zorgt voor onrust, spanning en weerstand. Parallel ouderschap betekent dat de ouders hun kinderen elk op hun eigen manier opvoeden, zonder dat ze dat onderling afstemmen. Bij parallel ouderschap is er weinig communicatie en emotionele betrokkenheid tussen de ouders. Er worden duidelijke afspraken gemaakt om conflicten te verminderen of te voorkomen. In november 2023 wordt dit traject afgesloten, ondanks inzet van beide ouders, lukt het ook binnen dit traject niet om afspraken te maken waar ieder achter staat. Over enkele essentiële punten, bent u het niet eens. Zoals: de wisselmomenten en waar gaan de kinderen naartoe als moeder komt te overlijden. Vader ondertekend deze afsprakenlijst, u weigert dat, daar u er niet achter kunt staan.
Doordat u het over deze punten niet eens wordt, is voor de GI de uitspraak van de Rechtbank omtrent de wisselmomenten leidend, namelijk; moeder is niet aanwezig bij deze
wisselmomenten. Aangezien de Rechtbank stelt dat er geen rechtstreeks contact tussen
ouders plaatsvind. Sinds medio zomer 2023 beslist u, tegen deze uitspraak van de Rechtbank in, aanwezig te zijn bij de overdrachtsmomenten. U stelt dat dit in het belang is van de kinderen, u stelt dat zij met behulp van uw aanwezigheid rustiger kunnen schakelen. Vader daarentegen geeft aan dat niet fijn te vinden en benoemd zich noodgedwongen tijdens de wisselmomenten in te houden, omdat hij anders vreest dat de omgang niet door kan gaan en wilt de kinderen hiertegen beschermen, hij verwijst dan ook terug naar de uitspraak van de Rechtbank. De GI spreekt u hier diverse malen op aan, desondanks blijft u aanwezig tijdens deze wisselmomenten.
Op 21-12-2023 ontvangt u van de JZW een wekelijkse mail waarin zij u een vooraankondiging geeft en u verzoekt om niet meer aanwezig te zijn tijdens deze wisselmomenten. Ook op 24-01-2024 wordt dit nogmaals tijdens een gesprek aan u gevraagd. Tijdens het wisselmoment van 27-01-2024 bent u toch weer aanwezig. De GI ziet zich daarom genoodzaakt om u deze schriftelijke aanwijzing te geven. U gaat nu tegen de afspraken in en anderen (vader) zorgen ervoor dat dit niet schadelijk is voor de kinderen.
Besluit:
De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming &
Jeugdreclassering geeft de volgende aanwijzing(en):
Moeder is niet meer direct aanwezig tijdens de 2-wekelijkse overdrachtsmomenten.
Dat betekend dat tijdens de overdracht-wisselmomenten vader, opa of oma mz en
de desbetreffende kinderen aanwezig zijn.
Indien u zich niet houdt aan deze aanwijzing, zal de GI een verzoek tot bekrachtiging bij de
Rechtbank indienen.
Op grond van artikel 1:263 lid 3 BW kan de gecertificeerde instelling William Schrikker
Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering aan de kinderrechter verzoeken deze
schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen. Tegelijkertijd kan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering aan de kinderrechter verzoeken een door de wet toegelaten dwangmiddel (dwangsom of lijfsdwang) op te leggen.