In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 maart 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2007. Het verzoek is ingediend door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Middelburg, die de belangen van de minderjarige behartigen. De procedure is gestart naar aanleiding van een eerder verleende spoedmachtiging op 22 november 2023, die de opname van de minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor twee weken mogelijk maakte. Deze machtiging is later verlengd, maar de minderjarige heeft zich niet aan de voorwaarden gehouden, wat leidde tot een verzoek om een nieuwe machtiging voor een periode van zes maanden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 februari 2024 is het verzoek aangehouden, en op 12 maart 2024 is de zaak opnieuw behandeld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont, die zijn ontwikkeling ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, tot 12 juni 2024, en het verzoek om een langere termijn is afgewezen. De kinderrechter heeft de betrokken partijen aangespoord om samen te werken aan een stappenplan voor de toekomst van de minderjarige, met de hoop dat er snel een geschikte plek voor hem gevonden kan worden.