ECLI:NL:RBZWB:2024:3351
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Zuijdweg
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van gezinsproblematiek en de rol van de Raad voor de Kinderbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 april 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2017. De Raad voor de Kinderbescherming Zuidwest Nederland heeft op 2 april 2024 een verzoek ingediend voor de ondertoezichtstelling van de minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], voor de duur van twaalf maanden. De ouders van [minderjarige], de moeder en de vader, zijn beiden betrokken bij de procedure. De moeder is bijgestaan door haar advocaat, mr. M.C. Buntsma, en de vader door mr. W.A. Lensink. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling op 8 april 2024 gehouden, waarbij de ouders, vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van [minderjarige]. De ouders zijn niet in staat om samen beslissingen te nemen in het belang van hun kind, en de vader heeft psychische instabiliteit vertoond. De moeder kampt met gezondheidsproblemen, wat de situatie verder compliceert. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de hulpverlening in het vrijwillig kader onvoldoende is geweest en dat er een neutrale derde nodig is om de regie te voeren en ondersteuning te bieden in de contacten tussen de ouders.
De kinderrechter heeft het verzoek van de Raad toegewezen en [minderjarige] onder toezicht gesteld van de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, met ingang van 8 april 2024 en tot 8 april 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep. De kinderrechter heeft de beslissing mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor belanghebbenden om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen.