ECLI:NL:RBZWB:2024:3354

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 april 2024
Publicatiedatum
23 mei 2024
Zaaknummer
C/02/416987 / JE RK 23-2189
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Duinhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige

Op 5 april 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van het College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Bergen op Zoom om de machtiging te verlengen voor de duur van drie maanden. De kinderrechter heeft de minderjarige, die in een gesloten accommodatie verblijft, gehoord tijdens een mondelinge behandeling op dezelfde dag. De minderjarige is geboren in 2007 en heeft te maken met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, die haar ontwikkeling belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in de afgelopen periode hard aan zichzelf heeft gewerkt, maar ook te maken heeft gehad met terugvallen, waaronder een incident met drugs en alcohol tijdens een verlof bij haar vader. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten jeugdhulp onderbouwd met de wettelijke vereisten uit de Jeugdwet. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging voor de duur van drie maanden te verlenen, met ingang van 7 april 2024 tot 7 juli 2024, zodat de minderjarige haar traumatherapie kan voortzetten en er gewerkt kan worden aan haar perspectief op een open groep. De kinderrechter heeft het college opgedragen om ervoor te zorgen dat de minderjarige op korte termijn duidelijkheid krijgt over haar toekomst.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/416987 / JE RK 23-2189
Datum uitspraak: 5 april 2024
nadere beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTERS EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BERGEN OP ZOOM,
locatie Bergen op Zoom, hierna te noemen: het college,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. M. Timmermans-Roelands te Bergen op Zoom.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in zijn beoordeling:
- de beschikking van deze rechtbank van 4 januari 2024;
- de e-mail van het college van 5 maart 2024, met bijlagen;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 25 maart 2024;
- de e-mail van het college van 29 maart 2024, met bijlagen.
1.2.
De nadere mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 5 april 2024.
1.3.
Verschenen en gehoord zijn:
- [minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- een vertegenwoordigster van het college.
Met toestemming van de kinderrechter was bij de mondelinge behandeling aanwezig de oma van [minderjarige] .
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar haar mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige] is geboren tijdens het huwelijk van de vader en de moeder, mevrouw [naam 1] . De moeder is overleden.
2.2.
De vader is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.3.
Bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 30 maart 2023 is een spoedmachtiging afgegeven om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van twee weken, met ingang van 30 maart 2023 en tot 13 april 2023.
2.4.
Bij beschikking van 7 april 2023 is een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 7 april 2023 en tot 7 juli 2023. Deze machtiging is daarna steeds opnieuw verleend, voor het laatst tot 7 april 2024.
2.5.
Op basis van de laatst genoemde machtiging verblijft [minderjarige] bij Almata in [plaats 1] .

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden. Op dit punt in de procedure moet de kinderrechter nog een beslissing nemen op het restant van het verzoek, te weten een machtiging te verlenen voor de duur van drie maanden.
3.2.
De vader stemt in met het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.
3.3.
De gekwalificeerde gedragswetenschapper dhr. [naam 2] heeft ingestemd met het verzoek. Dit blijkt uit zijn verklaring van 25 maart 2024.

4.De standpunten

4.1.
Het college handhaaft het verzoek en verwijst voor de onderbouwing daarvan naar de e-mail van 5 maart 2024 met aanvullende stukken en het verzoekschrift. Tijdens de laatste mondelinge behandeling op 4 januari 2024 is er door de kinderrechter aangegeven dat er gewerkt moet worden aan contactherstel tussen de vader en [minderjarige] en aan de plaatsing van [minderjarige] op een open groep. Helaas is er bij [minderjarige] sprake geweest van een terugval toen zij op bezoek was bij haar vader. Zij is buiten westen geraakt door de inname van drugs en alcohol. [minderjarige] heeft verschillende keren nog controlerende en beperkende maatregelen nodig gehad om haar veiligheid te borgen. Op het moment dat zij aan traumatherapie moest beginnen bleek dat ze volledig ontregelde waardoor ze veel ging automutileren en er medische verzorging nodig was. Momenteel zet [minderjarige] weer stappen in de goede richting. Binnenkort zal de traumatherapie opnieuw worden opgestart en zal [minderjarige] kennis gaan maken op de nieuwe groep. Dat moet goed vorm worden gegeven. Almata heeft aan het college nog geen duidelijkheid gegeven over de wijze waarop [minderjarige] kan kennismaken bij de open groep. Er is nog een lange weg te gaan voor versterking van [minderjarige] ’s emotieregulatie. [minderjarige] heeft zelf aangegeven dat ze gedurende de periode dat ze traumatherapie gaat volgen binnen de gesloten setting van Almata wil verblijven omdat zij daar baat bij heeft. [minderjarige] zal haar volledige energie nodig hebben voor de traumatherapie en daardoor staat contactherstel met de vader niet op nummer 1. Het contact tussen de vader en [minderjarige] is namelijk van invloed op het psychisch welbevinden van [minderjarige] . Het college verzoekt de resterende drie maanden van het verzoek toe te wijzen zodat [minderjarige] haar therapie kan voortzetten en kan intensiveren, en er gewerkt kan worden aan terugkeer van [minderjarige] naar haar eigen school, het contact met de vader en het kennismaken bij een vervolgplek op een open groep.
4.2.
Tijdens het gesprek met de kinderrechter heeft [minderjarige] verteld dat ze het fijn vindt bij Almata. Ze heeft er veel geleerd. Ze deelt nu meer met anderen en praat meer over haar gevoelens. Toen zij op verlof was bij haar vader heeft ze een terugval gehad. Ze zat niet lekker in haar vel en is haar gevoel gaan dempen met alcohol en drugs en dat op een lege maag. Dat is niet goed gegaan. [minderjarige] wil graag dat de resterende drie maanden worden toegewezen omdat zij aan traumatherapie moet beginnen en zij verwacht dat dat zwaar gaat worden. Op het moment dat zij dan een terugval krijgt kan ze binnen Almata goed worden opgevangen. [minderjarige] wil liever nog niet op de open groep [woongroep] in [plaats 2] verblijven, zolang ze traumatherapie volgt. Uit haar groep zijn een aantal meiden na een kort verblijf op deze open groep weer terug bij Almata geplaatst omdat het niet goed ging, en dat wil zij niet. Ook wil [minderjarige] graag contact blijven houden met haar vader want dat vindt ze fijn.
4.3.
Namens [minderjarige] is door haar advocaat aangevoerd dat [minderjarige] graag wil dat haar perspectief wordt geboden. Voor haar is het belangrijk om te weten welke stappen er gezet gaan worden. Ze wil graag naar de open groep gaan wanneer zij daar klaar voor is en dat is ze voor haar gevoel nu nog niet. Het is een tijd lang slechter gegaan met [minderjarige] maar inmiddels zit zij weer in de stijgende lijn. [minderjarige] is ook blij met haar bijbaantje bij [winkel] waarvoor ze is aangenomen. De komende periode is het belangrijk dat de traumatherapie op de voorgrond staat. [minderjarige] weet dat ze bij Almata fouten kan maken in een veilige situatie en dat is voor haar erg belangrijk om de traumatherapie goed in te kunnen gaan. [minderjarige] vindt het wel heel jammer dat er nog niets duidelijk is over een kennismaking op de groep [woongroep] in [plaats 2]. Ze zou daar graag een keer willen gaan kijken en bijvoorbeeld koffiedrinken. Maar ze krijgt hierover niets van Almata teruggekoppeld. Er moet straks sprake zijn van een rustige overgang van [minderjarige] naar een open groep en daarvoor is het belangrijk dat er nu stappen worden gezet. Almata dient hier de aandacht voor te hebben.
4.4.
De vader heeft naar voren gebracht dat hij het eens is met het verzoek. Hij wil wel graag meer contact met [minderjarige] omdat hij het gevoel heeft dat ze nu uit elkaar aan het groeien zijn. Hij begrijpt wel dat zij nu alle aandacht nodig heeft voor de behandeling.

5.De beoordeling

Het wettelijk kader

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk en geschikt te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Tevens dienen er geen minder ingrijpende mogelijkheden te zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
De inhoudelijke beoordeling
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat aan genoemde wettelijke vereisten is voldaan. Het restant van het verzoek van het college zal dan ook worden toegewezen. De kinderrechter legt dit hierna uit.
5.3.
Allereerst verdient [minderjarige] een groot compliment omdat zij de afgelopen periode hard aan zichzelf heeft gewerkt, ondanks de tegenslagen die ze heeft gehad. [minderjarige] zal binnenkort gaan starten met traumatherapie en zij ziet in dat zij om die traumatherapie aan te kunnen, de gesloten setting en veiligheid van Almata nodig heeft. De kinderrechter vindt het knap van [minderjarige] dat zij dit van zichzelf inziet. Tegelijkertijd ziet de kinderrechter ook dat [minderjarige] in de afgelopen maanden wat mindere periodes heeft gekend met onder andere het voorval bij haar vader thuis toen zij met verlof was. De kinderrechter hoopt dat [minderjarige] gaat inzien dat ze niet teleurgesteld hoeft te zijn als ze een fout maakt, want fouten maken hoort nu juist bij het proces waar ze in zit. De kinderrechter vindt het nodig dat de machtiging voor de resterende duur van drie maanden wordt verleend zodat [minderjarige] in alle rust en veiligheid haar traumatherapie kan ondergaan. Het is van groot belang dat er de komende drie maanden naast de traumatherapie ook gewerkt wordt aan de verdere vormgeving van het perspectief van [minderjarige] in de zin van plaatsing op een open groep. De kinderrechter draagt het college op om er bij Almata op aan te dringen dat [minderjarige] op korte termijn duidelijkheid krijgt over haar perspectief. [minderjarige] heeft een wens om kennis te maken op de beoogde open groep en de kinderrechter kan [minderjarige] in die wens volgen. Hier dient meer aandacht voor te zijn.
5.4.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter het restant van het verzoek van het college toewijzen en een machtiging verlenen voor de duur van drie maanden, te weten met ingang van 7 april 2024 en tot 7 juli 2024.
5.5.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 7 april 2024 en tot 7 juli 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 april 2024 door mr. Duinhof, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Duerink-Bottinga als griffier, en op schrift gesteld op 17 april 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.