Op 8 april 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een provisionele procedure betreffende de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kinderen. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.A.G. van Acker, verzocht om een omgangsregeling waarbij de kinderen van vrijdagavond of zaterdagochtend tot dinsdagavond bij hem zouden verblijven, inclusief overnachtingen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. I. de Dobbelaere-Woets, verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat de huidige regeling, waarbij de kinderen op zaterdag en zondag overdag en op maandag- en dinsdagavond bij de man zijn, moet worden voortgezet. De vrouw heeft zorgen over het gedrag van de man, waaronder drugsgebruik en agressie, en wil dat de omgang veilig gebeurt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man ontvankelijk is in zijn verzoek en heeft de huidige omgangsregeling voorlopig voortgezet. De rechtbank heeft partijen aangespoord om in overleg met de gecertificeerde instelling (GI) een veiligheidsplan op te stellen en heeft bepaald dat de omgangsregeling in de komende maanden moet worden uitgebreid, met als doel dat de kinderen ook bij de man kunnen overnachten. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de regeling onmiddellijk kan ingaan, ondanks een eventueel hoger beroep. De beslissing is mondeling uitgesproken door mr. De Beer, met mr. Van der Meer als griffier.