ECLI:NL:RBZWB:2024:3370

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
23 mei 2024
Zaaknummer
C/02/421815 / JE RK 24-762
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging van een spoedbeslissing en verlening van een reguliere machtiging voor gesloten jeugdhulp

Op 3 mei 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft de spoedmachtiging van 29 april 2024 bekrachtigd en een reguliere machtiging verleend voor de duur van drie maanden, met ingang van 3 mei 2024 tot 3 augustus 2024. De zaak betreft een verzoek van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vlissingen, dat om de machtiging heeft verzocht vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige]. De ouders van [minderjarige] hebben ingestemd met het verzoek van het college, en de minderjarige zelf heeft aangegeven dat ze het verzoek begrijpt en ermee instemt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van [minderjarige] te behandelen en dat de machtiging noodzakelijk is om haar ontwikkeling naar volwassenheid niet verder te belemmeren. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat er een plan van aanpak is opgesteld in samenspraak met de hulpverlening, [minderjarige] en haar ouders, en dat het belangrijk is om de positieve ontwikkelingen voort te zetten. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met een vervolgbehandeling gepland voor een later moment.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie: Middelburg
Zaaknummers: C/02/421815 / JE RK 24-762 (
spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
C/02/421864/ JE RK 24-783 (
reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
Datum uitspraak: 3 mei 2024
(verdere) beschikking (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaken van
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE VLISSINGEN,
hierna te noemen: het college,
zetelend te Vlissingen,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedag] 2009 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. H. Mink te Oost-Souburg.
De kinderrechter merkt in beide zaken als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .

1.Het (verdere) verloop van de procedure(s)

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
in de zaak met kenmerk JE RK 24-762:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 29 april 2024 en alle daarin opgenomen en vermelde stukken.
in de zaak met kenmerk JE RK 24-783:
  • het verzoek met bijlagen van het college van 30 april 2024, ingekomen bij de griffie op 30 april 2024;
  • de instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper, [naam] , van 29 april 2024.
1.2.
Aan [minderjarige] is als advocaat toegevoegd mr. H. Mink te Oost-Souburg.
1.3.
Op 3 mei 2024 heeft de kinderrechter beide zaken tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren (verder) behandeld. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- de moeder;
- twee vertegenwoordigers van het college.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
Bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 20 oktober 2023 is een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van twee weken, met ingang van 20 oktober 2023 en tot 3 november 2023. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
2.3.
Bij beschikking van 31 oktober 2023 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 31 oktober 2023 en tot 30 april 2024. Het resterende deel van het verzoek ten aanzien van de spoedmachtiging is afgewezen.
2.4.
Bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 24 april 2024 is het verzoek van het college tot het verlenen van een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp afgewezen.
2.5.
Bij beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 29 april 2024 is een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van twee weken, met ingang van 29 april 2024 en tot 13 mei 2024.
2.6.
Op grond van de in 2.5 genoemde machtiging gesloten jeugdhulp verblijft [minderjarige] bij [jeugdzorginstelling] in [plaats] .

3.De verzoeken

In de zaak met kenmerk JE RK 24-762:
3.1.
Ter beoordeling ligt nu nog voor of er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die aanleiding geven tot herroeping van de beslissing van 29 april 2024.
In de zaak met kenmerk JE RK 24-783:
3.2.
Het college verzoekt een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van zes maanden, er daarvan drie toe te wijzen en het restant van het verzoek van drie maanden aan te houden.
3.3.
De gekwalificeerde gedragswetenschapper, de heer [naam] , heeft een verklaring afgegeven waarin hij heeft aangegeven te kunnen instemmen met het verzoek van het college. Dit blijkt uit het (instemmende) verklaring van 29 april 2024.
3.4.
De ouders stemmen in met het verzoek van het college om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden. Dit blijkt uit de instemmingsverklaring van 29 april 2024.

4.De standpunten

4.1
[minderjarige] heeft in het gesprek met de kinderrechter aangegeven dat ze het verzoek van het college snapt. Er is ook al een gesprek geweest met haar waarin een plan van aanpak is opgesteld over wat er de komende maanden gaat gebeuren. Haar ouders komen binnenkort ook langs op de groep om samen iets te gaan koken en om iets leuks te gaan doen. [minderjarige] volgt therapie bij [behandelaar] en gaat ook naar [dokter] . [minderjarige] geeft aan dat ze al heel veel geleerd heeft bij [jeugdzorginstelling] en niet weet wat ze nog meer zou kunnen leren. [minderjarige] is blij dat het college in overleg met haar tot een plan is gekomen op basis waarvan zij niet langer bij [jeugdzorginstelling] hoeft te blijven dan nodig is. [minderjarige] is het eens met het verzoek van het college.
4.2
Het college handhaaft de verzoeken. Sinds de aanvraag van een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp in april 2024 is er veel gebeurd met [minderjarige] . Op 5 april 2024 is [minderjarige] voor een time-out teruggeplaatst bij [jeugdzorginstelling] , daar zij weigerde om het gesprek aan te gaan met de gedragswetenschapper over de inmiddels verzochte voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp. Daarbij was zij verbaal en fysiek agressief en is zij weggelopen. Op 9 april 20124 is [minderjarige] naar huis gekeerd, daar zij beloofd had om zich aan de MST-afspraken te houden. De situatie is echter snel opnieuw geëscaleerd. [minderjarige] heeft zichzelf en anderen daarbij in gevaar gebracht. [minderjarige] was fysiek agressief en is daarbij onder meer op de rug van haar vader gesprongen toen hij op de trap liep met als gevolg dat de vader zijn voet heeft gebroken. Tevens heeft [minderjarige] de deuren op slot gedraaid, waardoor het gezin zich niet in veiligheid kon brengen, heeft zij haar hoofd herhaaldelijk op tafel geslagen en heeft zij zichzelf van de trap laten vallen. Uiteindelijk is [minderjarige] door de ouders terug naar [jeugdzorginstelling] gebracht. Ook op de gesloten groep laat [minderjarige] fysieke agressie alsmede zelfbepalend en drammend gedrag zien. Tot op heden lijkt [minderjarige] onvoldoende tot niet in staat om haar gedrag voldoende en structureel te stoppen. Vanwege deze zorgen is op 29 april 2024 een spoedmachtiging tot plaatsing van [minderjarige] bij [jeugdzorginstelling] afgegeven. Met momenten is er bij [minderjarige] wel sprake van grensoverschrijdend gedrag. Dit gaat over fysiek geweld, weglopen en schoolverzuim. [minderjarige] heeft moeilijkheden om haar emoties passend te reguleren en daarbij heeft ze moeite om zich te vormen naar de regels die gelden. Het lukt ouders beter om bij [minderjarige] aan te sluiten en het gedrag van [minderjarige] passend te begrenzen. Er is sprake van meer positiviteit in de thuisomgeving en [minderjarige] woont graag thuis. Ook [minderjarige] heeft positieve stappen gezet. Het diagnostische traject is afgerond en [minderjarige] heeft daaraan meegewerkt. Ook staat zij open voor persoonlijke hulpverlening in de vorm van ambulante hulpverlening door [behandelaar] en psychofarmaca bij [dokter] , kinderarts. De ouders en [minderjarige] geven in samenspraak met de betrokken hulpverleners aan dat het helpend zou zijn als de machtiging gesloten verlengd kan worden. Op deze manier kunnen de positieve ontwikkelingen worden voortgezet en kunnen de nieuwe vaardigheden die de verschillende gezinsleden hebben opgedaan leidend tot deze nieuwe situatie geborgd worden. Een verlening van een machtiging gesloten plaatsing is noodzakelijk zodat de plannen en doelen gecontinueerd kunnen worden en [minderjarige] zich niet kan onttrekken aan de nodige hulpverlening. Gisteren heeft het college een gesprek gehad met [minderjarige] , de hulpverlening en de ouders van [minderjarige] . Er is besproken dat [minderjarige] verder met [behandelaar] in gesprek blijft gaan en dat [minderjarige] medicatie zal gaan nemen. Op [datum 1] a.s. vindt het vervolggesprek met ambulante hulpverlening plaats. [minderjarige] wil zo snel mogelijk weer naar huis. Het college heeft haar aangegeven dat ze dan wel moet meewerken en zich moet laten begrenzen. Het college hoopt na [datum 1] weer samen te gaan zitten met de hulpverlening, [minderjarige] en haar ouders om afspraken te maken over de verloven van [minderjarige] en over het vormgeven van het terug naar huis gaan van [minderjarige] . Het college verzoekt een machtiging te verlenen voor de duur van 3 maanden, met aanhouding van het restant van het verzoek. Het college verwacht namelijk dat [minderjarige] met de nodige hulpverlening flinke stappen vooruit kan zetten en dat over 3 maanden beoordeeld kan worden of een verdere verlenging nog nodig is.
4.3
De advocaat van [minderjarige] stemt namens [minderjarige] in met de verzochte machtiging. Hij vindt het fijn dat [minderjarige] op dit moment beter in haar vel lijkt te zitten dan bij de laatste mondelinge behandeling.
4.4
De ouders stemmen ook in met het verzoek van het college. Zij hopen dat de machtiging niet langer verleend zal worden dan noodzakelijk is. Het is wel belangrijk dat [minderjarige] tools aangeleerd krijgt zodat ze, als ze terug naar huis mag, ook thuis mag blijven en het niet weer opnieuw escaleert.

5.De beoordeling

Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp (JE RK 24-762)
5.1
Op basis van het bepaalde in artikel 6.1.3 lid 2 van de Jeugdwet (hierna: Jeugdwet) dient onmiddellijke verlening van jeugdhulp noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de hulp die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken. Ook moet niet gebleken zijn dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet).
5.2
Bij beschikking van 29 april 2024 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van twee weken, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden. Zij zijn tijdens de mondelinge behandeling in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken. Naar aanleiding daarvan is naar het oordeel van de kinderrechter niet gebleken dat sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden die aanleiding geven tot herroeping van die beslissing.
Reguliere machtiging gesloten jeugdhulp (JE RK 24-783)
5.3
Op basis van het bepaalde in artikel 6.1.2 lid 2 Jw kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend, indien:
jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren; en
de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken, en
er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
5.4
Op basis van het bepaalde in artikel 6.1.2 lid 3 Jw kan een machtiging voor een jeugdige die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, bovendien alleen worden verleend indien:
de jeugdige onder toezicht is gesteld;
de voogdij over de jeugdige berust bij een gecertificeerde instelling; of
degene die, anders dan bedoeld onder b, de wettelijke vertegenwoordiger is, met de opneming en het verblijf instemt.
Beslissing van de kinderrechter
5.5
Op basis van de overgelegde stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken, is de kinderrechter van oordeel dat het verzoek moet worden toegewezen. De kinderrechter constateert dat [minderjarige] hard aan het werk is aan zichzelf en haar medewerking verleent aan de hulpverlening. De afgelopen keer is de stap naar het vrijwillig kader te vroeg gebleken. Het is van belang dat de stijgende lijn die [minderjarige] nu opnieuw lijkt te hebben gevonden, wordt doorgezet. [minderjarige] heeft verklaard dat ze al heel veel bij [jeugdzorginstelling] heeft geleerd en niet zou weten wat ze verder nog zou moeten leren, maar de kinderrechter verwacht dat [minderjarige] de komende maanden nog meer zal leren om beter om te kunnen gaan met haar emoties. De kinderrechter vindt de machtiging noodzakelijk in verband met de opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Daarnaast constateert de kinderrechter dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige] te behandelen. In samenspraak met de hulpverlening, [minderjarige] en haar ouders heeft het college een plan van aanpak opgesteld voor de komende periode. Gebleken is dat zowel [minderjarige] als haar ouders achter dit plan staan. De kinderrechter vindt dit een goede ontwikkeling. Het college heeft aangegeven dat er op [datum 1] a.s. een gesprek plaats zal vinden waarin verder zal worden gekeken naar de verloven van [minderjarige] en verdere afspraken die zullen gaan gelden op het moment dat [minderjarige] naar huis mag. Ook om deze reden acht de kinderrechter een verlenging van de machtiging van niet langer dan 3 maanden, zoals door het college verzocht, passend. De kinderrechter verwacht van [minderjarige] en haar ouders dat zij de stijgende lijn die is ingezet de komende maanden verder zullen vervolgen zodat zij met elkaar ervoor kunnen zorgen dat [minderjarige] op korte termijn weer terug naar huis kan.
5.6
Het voorgaande leidt ertoe dat de kinderrechter het verzoek van het college zal toewijzen en een machtiging gesloten jeugdhulp zal verlenen om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van drie maanden, en wel met ingang van 3 mei 2024 en tot 3 augustus 2024. Het restant van het verzoek zal worden behandeld tijdens
de mondelinge behandeling op [datum 2] 2024 om [uur] ten overstaan van mr. Dijkman voor de duur van 45 minuten.De kinderrechter acht het noodzakelijk dat, indien het college het restant-verzoek handhaaft, het college de kinderrechter nader informeert alsmede een nieuwe instemmende verklaring van de gedragswetenschapper overlegt uiterlijk één week voor de mondelinge behandeling van [datum 2] 2024.

6.De beslissing

De kinderrechter:
In de zaak met kenmerk JE RK 24-762:
6.1.
bekrachtigt de beslissing van de kinderrechter van deze rechtbank van 29 april 2024, voor zover aan het oordeel van de kinderrechter onderworpen;
In de zaak met kenmerk JE RK 24-783:
6.2.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 3 mei 2024 tot 3 augustus 2024;
6.3.
houdt de behandeling van het restant van het verzoek van het college aan tot de mondelinge behandeling van [datum 2] 2024 om [uur] ten overstaan van mr. Dijkman, voor de duur van 45 minuten, in het gerechtsgebouw aan de Kousteensedijk nr. 2, 4331 JE Middelburg;
6.4.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproep voor voornoemde mondelinge behandeling voor het college, [minderjarige] , haar advocaat en de ouders van [minderjarige] .
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2024 door mr. Dijkman, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Duerink-Bottinga als griffier, en op schrift gesteld op 24 mei 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.