ECLI:NL:RBZWB:2024:3420
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Mr. Phillips
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging uithuisplaatsing van minderjarige in belang van ontwikkeling en perspectiefbesluit
Op 10 mei 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, ondanks positieve stappen van de moeder, een langere plaatsing in een pleeggezin noodzakelijk is voor het welzijn van [minderjarige]. De moeder, die belast is met het ouderlijk gezag, heeft in de afgelopen periode verschillende verbeteringen laten zien, zoals het naleven van omgangsafspraken en deelname aan hulpverlening. Echter, er zijn ook zorgen over haar stabiliteit en middelengebruik, wat de kinderrechter heeft meegenomen in de beoordeling.
De kinderrechter heeft de GI (Stichting Jeugdbescherming Brabant) de mogelijkheid gegeven om de minderjarige tot 12 januari 2025 in een pleeggezin te plaatsen. Dit besluit is genomen om meer duidelijkheid te krijgen over het perspectief van [minderjarige] en om de moeder de kans te geven haar leven op orde te krijgen. De kinderrechter heeft benadrukt dat er niet te lang gewacht kan worden met het geven van duidelijkheid aan [minderjarige], die regelmatig vraagt naar haar toekomst. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
De kinderrechter heeft de betrokken partijen aangespoord om open te staan voor de mogelijkheid dat [minderjarige] in de toekomst deels bij de moeder en deels bij de pleegmoeder kan opgroeien. Dit biedt ruimte voor een flexibele en toekomstgerichte benadering van de zorg voor [minderjarige].