ECLI:NL:RBZWB:2024:3461

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 mei 2024
Publicatiedatum
28 mei 2024
Zaaknummer
C/02/421899 / FA RK 24/2019
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Kroon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 15 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, geboren in 1984, niet bereid was om zich te laten horen en afstand heeft gedaan van het recht om gehoord te worden. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, waarbij verplichte zorg zou worden verleend, waaronder het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene.

Tijdens de mondelinge behandeling op 15 mei 2024 waren de advocaat van de betrokkene, een begeleidster en een medewerker van het GGz ACT-team aanwezig. De begeleidster bevestigde dat de betrokkene niet aanwezig wilde zijn en dat de contacten met de bewindvoerder niet goed verliepen. De rechtbank heeft op basis van de overgelegde stukken en de medische verklaring vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor de betrokkene en de omgeving. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat een zorgmachtiging noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, die geldig is tot en met 15 mei 2025. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Kroon en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. Hoetjes als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/421899 / FA RK 24/2019
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 15 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] , [land] ,
wonende aan [woonadres] te [plaats] ,
thans verblijvend op voormeld adres.
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S.E.H. Kehrens te Best.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 april 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 29 april 2024;
- de medische verklaring van 18 april 2024, opgesteld en ondertekend door psychiater R. van Dijk;
- een zorgplan van 18 maart 2024;
- een blanco zorgkaart;
- uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 mei 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- mevrouw [naam 1] , begeleidster;
- mevrouw [naam 2] , medewerker GGz ACT-team.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
1.5
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. Betrokkene heeft aan de behandelaren uitdrukkelijk te kennen gegeven afstand te doen van het recht om gehoord te worden. Betrokkene wil niet bij de zitting aanwezig zijn.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
De begeleidster bevestigt dat betrokkene niet aanwezig wil zijn op de zitting. De begeleidster geeft aan dat de contacten tussen betrokkene en de bewindvoerder niet goed verlopen. Verder verklaart de begeleidster dat het verblijf binnen de huidige woonsetting goed verloopt, maar dat betrokkene soms moeilijk is te begeleiden. Betrokkene heeft echter geen agressief gedrag vertoond. De medewerkster van het ACT-team vult daarop aan dat betrokkene zelf ook achter het verzoek staat, omdat de zorgmachtiging helpt als een stok achter de deur.
3.2
De advocaat heeft betrokkene niet kunnen spreken over de zorgmachtiging waardoor zij geen standpunt kan innemen omtrent het verzoek. De advocaat heeft geen opmerkingen over de wettelijke vereisten en refereert zich derhalve aan het oordeel van de rechtbank.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de medische verklaring.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Uit de overgelegde stuken blijkt dat betrokkene in het verleden agressief gedrag heeft vertoond. Daarnaast blijkt dat betrokkene niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en deel te nemen aan het sociaal-maatschappelijk leven.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de overgelegde stukken blijkt dat betrokkene liever geen medicatie wenst. Daarnaast ontbreekt het aan ziektebesef en -inzicht. Een zorgmachtiging is dan ook nodig als stok achter de deur. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] , [land], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 mei 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. De Kroon, rechter en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2024 in tegenwoordigheid van mr. Hoetjes als griffier, en op 24 mei 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.