ECLI:NL:RBZWB:2024:3550

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
C/02/422245 / FA RK 24/2176
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van verzoek tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 30 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had op 13 mei 2024 een verzoek ingediend tot verlenging van de op 10 mei 2024 opgelegde crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere crisismaatregel die door de burgemeester van de gemeente Goes was opgelegd.

In het procesverloop zijn verschillende documenten en verklaringen ingediend, waaronder een verklaring van de geneesheer-directeur en een afschrift van de justitiële documentatie. Op 14 mei 2024 heeft de geneesheer-directeur echter bericht dat de verplichte zorg in het kader van de crisismaatregel was beëindigd. Vervolgens heeft de officier van justitie op 15 mei 2024 het verzoekschrift van 13 mei 2024 ingetrokken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat, nu het verzoek door de officier van justitie is ingetrokken, er geen verdere beoordeling of beslissing meer nodig is. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter mr. Borm in aanwezigheid van griffier mr. Verplanke. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/422245 / FA RK 24/2176
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 30 mei 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.T.K. Davidse te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 13 mei 2024, ingekomen ter griffie op 13 mei 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 10 mei 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 10 mei 2024;
- een episode journaal van 10 mei 2024;
- de medische verklaring van 10 mei 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit de volgende stukken:
- de aanvraag van de zorgverantwoordelijke tot beëindiging van de verplichte zorg van 14 mei 2024;
- de beslissing van de geneesheer-directeur tot beëindiging van de verplichte zorg van 14 mei 2024;
- het ingekomen bericht van de officier van justitie, inhoudende een intrekking van het verzoek van 15 mei 2024.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.
3. beoordeling
3.1
Op 14 mei 2024 heeft de geneesheer-directeur bericht dat de verplichte zorg in het kader van een crisismaatregel is beëindigd. Vervolgens heeft de officier van justitie op 15 mei 2024 het verzoekschrift van 13 mei 2024 ingetrokken.
3.2
Nu de officier van justitie het verzoek heeft ingetrokken, behoeft het verzoek geen beoordeling en beslissing meer van de rechtbank.

4.Beslissing

De rechtbank verstaat dat het verzoek is ingetrokken.
Deze beschikking is in het openbaar uitgesproken door mr. Borm, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier mr. Verplanke op 30 mei 2024.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.