In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek van de bijzondere curator, mr. V.C. Serrarens, namens een minderjarige. Het verzoek betrof de ontkenning van het vaderschap van [de man] over de minderjarige, die in 2008 is geboren. De bijzondere curator heeft het verzoek ingediend om de rechtbank een oordeel te laten geven, maar adviseerde om het verzoek af te wijzen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek niet kan worden beoordeeld omdat het niet vooraf met de minderjarige is besproken. Dit is problematisch, gezien de leeftijd van de minderjarige en zijn kwetsbare psychische toestand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bijzondere curator het verzoek heeft ingediend zonder de minderjarige te raadplegen, wat in strijd is met de belangen van het kind. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek af te wijzen, met de mogelijkheid dat er in de toekomst een nieuw verzoek kan worden ingediend, waarbij de bijzondere curator eerst met de minderjarige in gesprek kan gaan om zijn standpunt te horen. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 7 februari 2024.