In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 april 2024, is een verzoek ingediend door de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.M. van der Borst, tegen de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.H.T.J. Anthonise-Gieling. Het betreft een verzoek om toestemming voor de inschrijving van hun minderjarige kind, geboren op [geboortedag] 2020, op een basisschool, en een wijziging van de zorg- en opvoedingstaken zoals vastgelegd in een eerder ouderschapsplan. De Raad voor de Kinderbescherming heeft de rechtbank geadviseerd over het verzoek.
De mondelinge behandeling vond plaats op 25 april 2024, waarbij beide partijen aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten, en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft in haar beschikking de man toestemming verleend om de minderjarige in te schrijven op de basisschool, en heeft de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken gewijzigd. De rechtbank heeft bepaald dat de man en de minderjarige recht hebben op contact eens per veertien dagen van vrijdagmiddag na school tot en met dinsdagochtend naar school. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.
De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Voorn, in aanwezigheid van griffier mr. Oude Weernink. Indien hoger beroep mogelijk is, moet dit binnen drie maanden na de uitspraak worden ingediend bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.