ECLI:NL:RBZWB:2024:3572

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
10678678 CV EXPL 23-1871 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Sierkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een tweedehands auto en de gevolgen van ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 maart 2024, staat de non-conformiteit van een tweedehands auto centraal. De eiser, een consument, heeft op 7 december 2022 een Jaguar gekocht van de gedaagde, een B.V. die geen autobedrijf is maar een las- en montagebedrijf. Na de aankoop ontdekte de eiser dat de motor van de auto een kloppend geluid maakte, wat leidde tot een controle bij een garage. De garage concludeerde dat het geluid uit het onderblok kwam en dat de motor gereviseerd moest worden, wat aanzienlijke kosten met zich meebracht. De eiser heeft de koopovereenkomst op 2 mei 2023 buitengerechtelijk ontbonden en vordert nu terugbetaling van de koopsom, schadevergoeding voor wegenbelasting en verzekeringskosten, en buitengerechtelijke incassokosten.

De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een consumentenkoop, omdat de gedaagde niet beroepsmatig auto’s verkoopt. Desondanks is vastgesteld dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die de eiser op basis van de overeenkomst mocht hebben, waardoor de ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd was. De rechter wijst de vorderingen van de eiser grotendeels toe, inclusief de terugbetaling van de koopsom en de buitengerechtelijke kosten, maar wijst de vordering voor wegenbelasting af, omdat de eiser zijn schade had moeten beperken. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van de eiser.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10678678 \ CV EXPL 23-2871
Vonnis van 20 maart 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M. Simons, advocaat te Raamsdonksveer,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. M.S. Bijlsma, werkzaam bij Metaalunie Rechtsbijstand te Nieuwegein.

1.De verdere procedure

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 november 2023 en de daarin genoemde processtukken;
- de brief van mr. Simons van 19 januari 2024, met producties 14 tot en met 19;
- de mondelinge behandeling op 1 februari 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Hierna is de uitspraak van het vonnis op vandaag bepaald.

2.De feiten

2.1.
In november 2022 heeft [gedaagde] via een advertentie op Marktplaats een auto van het merk Jaguar met het [kenteken] (hierna: de auto) te koop aangeboden.
[eiser] heeft vervolgens op de advertentie gereageerd. Partijen hebben daarna over en weer over de auto gecorrespondeerd.
2.2.
Op 7 december 2022 heeft [gedaagde] onder meer het volgende aan [eiser] bericht:
“De Factuur is net verzonden. Tevens heb ik contact gehad met jaguar en word de aproved garantie mee overgenomen mits je het aankoopbewijs hebt. Dit is dus mooi meegenomen.
(…) Als je nog meer wil weten hoor ik het graag”.
2.3.
Op diezelfde dag heeft [eiser] de auto van [gedaagde] gekocht tegen een koopprijs van € 24.000,00, die deels via een bankoverschrijving (op basis van een factuur van [gedaagde] ) en deels contant aan [gedaagde] moet worden betaald.
2.3.
Partijen hebben daarna uitvoering gegeven aan de koopovereenkomst. [eiser] heeft de koopprijs betaald en [gedaagde] heeft vervolgens de auto aan [eiser] overgedragen.
Vanaf 10 december 2022 is [eiser] de eigenaar van de auto.
2.4.
Na aankoop merkt [eiser] op dat de motor van de auto soms een opvallend kloppend geluid maakt. Op 3 maart 2023 heeft [eiser] de auto laten controleren bij Auto Centrum Oosterhout, die heeft vastgesteld dat het geluid uit het onderblok komt.
2.5.
Daarna heeft [eiser] – ook op 3 maart 2023 – contact opgenomen met de Jaguar dealer om de auto onder de (aan hem door [gedaagde] toegezegde overname van de) garantie te laten repareren. De Jaguar dealer heeft zich op het standpunt gesteld dat zij niet gehouden is om de auto onder de garantie te herstellen, omdat door [eiser] niet aan de garantievoorwaarden wordt voldaan. Partijen hebben intensief contact met elkaar en met Jaguar gehad over de garantieclaim. Ook zijn zij samen op bezoek geweest bij de Jaguar dealer.
2.6.
Bij brief van 7 april 2023 is namens [eiser] een ingebrekestelling aan [gedaagde] verzonden, waarin [gedaagde] een termijn wordt gegeven voor herstel of vervanging van de auto.
2.7.
Bij brief van 2 mei 2023 heeft [eiser] de koopovereenkomst (buitengerechtelijk) ontbonden.
2.8.
Uit een offerte van 14 juli 2023 die is uitgebracht door Auto Centrum Oosterhout, volgt (onder meer) dat het motorblok van de auto volledig moet worden vervangen.
De kosten van revisie van de motor bedragen ongeveer € 20.000,00.

3.De vorderingen en het verweer

3.1.
[eiser] vordert (samengevat) bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst van 7 december 2022 buitengerechtelijk is ontbonden op 2 mei 2023;
II. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] de koopsom van € 24.000,00 terug te betalen;
III. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] de kosten van de wegenbelasting van
€ 189,00 per maand en de verzekering van € 84,53 per maand te betalen vanaf 2 mei 2023 tot overschrijving van de auto;
IV. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] de buitengerechtelijke incassokosten van
€ 1.228,15 te betalen;
V. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] de wettelijke rente te betalen vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;
VI. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen in de eerste plaats ten grondslag dat sprake is van een consumentenkoop, omdat [gedaagde] een professionele partij is en [eiser] een consument. Daarnaast stelt [eiser] dat de auto niet de eigenschappen bezit die hij op basis van de overeenkomst mocht verwachten. De auto is non-conform. Er is namelijk sprake van een gebrek aan de motor (en de brandstoftoevoer). [eiser] kon daardoor geen gebruik maken van de auto. De motor zou volledig gereviseerd moeten worden. Omdat de auto non-conform is, mocht [eiser] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden, aldus [eiser] . Ook heeft [eiser] na de ontbinding schade geleden in de vorm van verzekeringspremies en wegenbelasting.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Er is geen sprake van een consumentenkoop
4.1.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat sprake is van een consumentenkoop, omdat [gedaagde] een professionele partij is. Volgens de wet moet de consumentenkoop gesloten worden door een verkoper die handelt in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit [1] . [gedaagde] heeft gemotiveerd weersproken dat er sprake is van een consumentenkoop. [gedaagde] heeft namelijk aangevoerd dat zij beroepsmatig geen auto’s verkoopt; zij is een las- en montagebedrijf en geen autobedrijf. Volgens [gedaagde] blijkt dit ook uit het feit dat zij de auto niet via haar bedrijf maar via het medium Marktplaats.nl heeft aangeboden en verkocht. De kantonrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling al laten weten dat hij dit verweer van [gedaagde] volgt en dat dus geen sprake is van een consumentenkoop.
4.2.
Vervolgens hebben partijen aangegeven dat zij zich conformeren aan dit oordeel van de kantonrechter en dat zij ervoor kiezen om de zaak in dat geval voor te leggen aan de kantonrechter [2] .
De auto beantwoordt niet aan de overeenkomst
4.3.
De afgeleverde auto moet aan de overeenkomst beantwoorden. De koper mag verwachten dat de afgeleverde zaak die eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen [3] .
4.4.
Partijen zijn het erover eens dat de auto een gebrek aan de motor heeft dat normaal gebruik van de auto in de weg staat. Zij zijn ook gezamenlijk opgetrokken richting de Jaguar dealer om het gebrek onder een garantie te laten herstellen, wat niet gelukt is.
Het verweer dat [gedaagde] voert ziet op het peilmoment; volgens haar staat niet vast dat het gebrek al aanwezig was ten tijde van de aflevering van de auto. De kantonrechter volgt dit verweer niet. Kort na de aankoop heeft [eiser] het (ernstige) gebrek aan de motor van de auto ontdekt. Daarbij komt dat uit de eigen stellingen van [gedaagde] volgt dat zij in oktober 2022 een grote beurt aan de auto heeft laten uitvoeren en daarbij de Jaguar dealer heeft verzocht om naar hetzelfde kloppende geluid te kijken [4] . [gedaagde] verbindt daar de conclusie aan dat hij niet op de hoogte was van de aard en ernst van het gebrek en dat hij dacht dat de dealer het had opgelost, maar dat is in dit kader niet van belang. Bovendien heeft [gedaagde] erkend dat hij daarna tussen de grote beurt en de verkoop van de auto het tikkende geluid weer heeft gehoord [5] . Dit alles maakt dat de kantonrechter van oordeel is dat het gebrek aan de motor ook ten tijde van de aflevering aanwezig was. De auto beantwoordt dus niet aan de overeenkomst en is non-conform.
Conclusie; [eiser] mocht ontbinden
4.5.
Het voorgaande leidt ertoe dat sprake is van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] op basis waarvan [eiser] de overeenkomst mocht ontbinden.
De onder I. gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden toegewezen.
4.6.
De ontbinding heeft tot gevolg dat voor partijen verbintenissen tot ongedaanmaking van de reeds ontvangen prestaties ontstaan. De onder II. gevorderde terugbetaling van de koopsom acht de kantonrechter dan ook toewijsbaar. [eiser] vordert ook wettelijke rente.
De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 2 mei 2023.
Verzekeringspremies en wegenbelasting
4.7.
[eiser] vordert daarnaast vergoeding van verzekeringspremies en wegenbelasting vanaf 2 mei 2023, de datum van ontbinding van de overeenkomst. [gedaagde] voert daartegen aan dat [eiser] een schadebeperkingsplicht heeft en de auto had moeten schorsen, zodat hij deze premies niet verschuldigd is. Onder verwijzing naar een brief van haar tussenpersoon (productie 14) heeft [eiser] tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat hij de verzekering niet op kon schorten omdat de auto dan niet verzekerd zou zijn tegen schade, zoals brand, diefstal of een ander van buiten komend onheil.
4.8.
Gelet op de nadere toelichting van [eiser] is de kantonrechter van oordeel dat de verzekeringspremies als schade kwalificeren en door [gedaagde] moeten worden betaald.
De wettelijke rente over de verzekeringspremies wordt toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding, nu niet is gebleken dat [eiser] eerder aanspraak op betaling hiervan heeft gemaakt. De vordering die ziet op de wegenbelasting wordt afgewezen. De kantonrechter is met [gedaagde] van oordeel dat [eiser] op dit punt haar schade had moeten beperken door de auto eerder dan 15 november 2023 (productie 15) te schorsen.
De garantie van de Jaguar dealer
4.9.
Ten overvloede merkt de kantonrechter nog het volgende op. Uit de stellingen van partijen lijkt te volgen dat zij vinden dat zij allebei de dupe zijn van de Jaguar dealer. Volgens partijen moet de Jaguar dealer de auto onder de garantie (en de door haar gehanteerde garantievoorwaarden) herstellen. Daarnaast zou een medewerker van Jaguar tijdens een telefoongesprek aan [gedaagde] hebben meegedeeld dat voor overname van de garantie het tonen van een aankoopbewijs voldoende is. De kantonrechter heeft partijen tijdens de mondelinge behandeling voorgehouden dat de Jaguar dealer niet in vrijwaring is opgeroepen, zodat hij hierover niet kan oordelen.
De buitengerechtelijke kosten
4.10.
[eiser] vordert ook een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 1.228,15 inclusief btw. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is niet van toepassing op de in deze zaak gevorderde bedragen (terugbetaling na ontbinding en schadevergoeding), zodat de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn, moet worden getoetst aan het Rapport BGK-integraal.
Op grond van dit rapport worden als redelijke kosten aangemerkt de tarieven die volgens de staffel van het Besluit gelden.
4.11.
[eiser] heeft onderbouwd dat hij daadwerkelijk buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. [gedaagde] heeft dit ook niet weersproken. Het door [eiser] gevorderde bedrag is conform de staffel. De kantonrechter zal het bedrag zonder btw toewijzen, dus tot een bedrag van € 1.015,00. [eiser] heeft niet gesteld dat hij géén ondernemer is (in de zin van artikel 7 Wet omzetbelasting), terwijl het partijdebat wel aanleiding geeft om dat te doen.
De proceskosten
4.12.
[gedaagde] zal als de partij die grotendeels ongelijk krijgt ook de proceskosten van [eiser] moeten betalen. Die kosten worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
132,42
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2,00 punten × € 543,00)
Totaal
1.911,42
4.13.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.14.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de door [eiser] gevraagde nakosten een executoriale titel op. Dit betekent dat als [eiser] na deze uitspraak ook nog kosten zou moeten maken (de nakosten), [gedaagde] daarvoor nog een bedrag zal moeten betalen van € 135,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de eventuele betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (zie ook de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR: 2022:853).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst die op 7 december 2022 tussen partijen is gesloten per 2 mei 2023 buitengerechtelijk is ontbonden;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een bedrag te betalen van € 24.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, met ingang van 2 mei 2023 tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een bedrag te betalen van € 84,53 per maand aan verzekeringskosten van de auto vanaf 2 mei 2023 tot aan de overschrijving van de auto, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 15 augustus 2023 (datum dagvaarding) tot de dag van volledige betaling;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een bedrag te betalen van € 1.015,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.911,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag als niet binnen veertien dagen na aanschrijving is betaald;
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sierkstra en is in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2024.

Voetnoten

1.Artikel 7:5 lid 1 BW
2.Artikel 96 Rv
3.Artikel 7:17 BW
4.Zie onderdeel 2.5 van dit vonnis alsmede productie 2 bij de conclusie van antwoord waar op de factuur van Jaguar van 19 oktober 2022 het “soms ratelend geluid” uitdrukkelijk vermeld wordt.
5.Zie punt 18 van de conclusie van antwoord.