ECLI:NL:RBZWB:2024:3586

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
C/02/415510 FA RK 23-5109
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van Noort
  • Mr. Oude Weernink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking levensonderhoud in het kader van alimentatie tussen ouders van minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende levensonderhoud. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Sijnesael, heeft verzocht om een bijdrage van de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Wouters, voor de kosten van de opvoeding en verzorging van hun twee minderjarige kinderen. De vrouw verzocht de man te veroordelen tot het betalen van € 173,- per kind per maand, met ingang van 1 november 2023, en vroeg om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Tijdens de procedure hebben partijen overeenstemming bereikt over de alimentatie, zoals bevestigd in de F9-formulieren van beide advocaten. De rechtbank heeft deze overeenstemming als niet ongegrond beschouwd en heeft de verzoeken van de vrouw toegewezen. De rechtbank heeft bepaald dat de man met ingang van 1 november 2023 een bedrag van € 173,- per maand per kind aan de vrouw moet betalen. Tevens is besloten dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Van Noort, in aanwezigheid van griffier mr. Oude Weernink. De rechtbank heeft ook informatie gegeven over de mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen drie maanden na de uitspraak kan worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
Zaaknummer: C/02/415510 FA RK 23-5109
beschikking betreffende levensonderhoud d.d. 14 mei 2024
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. E. Sijnesael, gevestigd te Middelburg,
en
[de man],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. R. Wouters, gevestigd te Middelburg.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 31 oktober 2023 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- het op 3 januari 2024 ontvangen verweerschrift met bijlagen;
- het F9-formulier d.d. 28 maart 2024 van mr. Sijnesael, met bijlage;
- het F9-formulier d.d. 29 maart 2024 van mr. Wouters, met bijlagen;
- het F9-formulier d.d. 5 april 2024 van mr. Sijnesael, met bijlage;
- het F9-formulier d.d. 8 april 2024 van mr. Wouters.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad.
2.2.
Uit hun relatie zijn de volgende, nu nog minderjarige kinderen geboren:
1. [minderjarige 1] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2020,
2. [minderjarige 2] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2020.
2.3.
Deze kinderen zijn door de man erkend. Ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over die minderjarigen;
2.4.
Er is geen rechterlijke uitspraak van kracht op grond waarvan de man een
onderhoudsbijdrage ten behoeve van de minderjarigen moet voldoen.

3.Het verzoek

3.1.
De vrouw verzoekt, na wijziging,
I. De man te veroordelen tot het voldoen van een bedrag van € 173,- per kind per maand aan de vrouw als bijdrage in de kosten van de opvoeding en verzorging van de minderjarige kinderen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen en met ingang van 1 november 2023;
II. Deze beschikking, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren;
III. Kosten rechtens.

4.De beoordeling

4.1.
Bij F9-formulier van 5 april 2024 van mr. Sijnesael is namens de vrouw bericht dat partijen overeenstemming hebben bereikt. Gelet op de overeenstemming wijzigt de vrouw haar verzoek op de wijze zoals hiervoor onder 3.1. is weergegeven. Verder verzoekt de vrouw de zaak schriftelijk af te doen.
4.2.
Bij F9-formulier van 8 april 2024 is namens de man bevestigd dat partijen overeenstemming hebben bereikt. Ook de man heeft aangegeven dat er geen mondelinge behandeling hoeft plaats te vinden.
4.3.
Uit voormelde F9-formulieren volgt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de alimentatie. Deze overeenstemming komt de rechtbank niet ongegrond voor en zal op onderstaande wijze worden toegewezen.
4.5.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
bepaalt dat de man met ingang van 1 november 2023 ten behoeve van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen
1. [minderjarige 1] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2020, en
2. [minderjarige 2] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2020,
aan de vrouw voor de toekomst bij vooruitbetaling moet voldoen een bedrag van € 173,= per maand per kind;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Noort, en, in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink, griffier, in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2024.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.