ECLI:NL:RBZWB:2024:3592

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
3 juni 2024
Zaaknummer
C/02/421825 / KG ZA 24-195 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Hermans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contactverbod tussen buren na langdurige burenruzie met beledigingen en bedreigingen

In deze zaak, die zich afspeelt in Breda, hebben eisers, twee buren, een kort geding aangespannen tegen hun buurman, gedaagde, vanwege een langdurig conflict dat is ontstaan door beledigingen en bedreigingen. De eisers, die al meer dan vijftig jaar op hun adres wonen, hebben sinds 2021 te maken met stelselmatige intimidatie door gedaagde, die hen vanaf zijn perceel en de openbare weg beledigt en uitgescholden heeft. Dit gedrag heeft geleid tot een verstoorde burenrelatie, waarbij beide partijen aangifte hebben gedaan bij de politie en diverse procedures hebben aangespannen. De eisers hebben een logboek bijgehouden van de gedragingen van gedaagde, waarin ze zijn beledigingen en bedreigingen documenteren. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat de verhoudingen tussen partijen ernstig verstoord zijn. De rechter heeft geoordeeld dat een contactverbod gerechtvaardigd is, omdat gedaagde stelselmatig onrechtmatig heeft gehandeld. Het contactverbod houdt in dat gedaagde gedurende twee jaar niet met eisers in contact mag treden, behalve via zijn advocaat. Daarnaast is er een dwangsom van € 50,00 per overtreding opgelegd, met een maximum van € 5.000,00. Gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eisers, die in totaal € 1.741,72 bedragen.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/421825 / KG ZA 24-195
Vonnis in kort geding van 30 mei 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

te [plaats 1] ,
2.
[eiser 2],
te [plaats 1] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] (in meervoud),
advocaat: mr. S.J. Nijssen,
tegen
[gedaagde],
te [plaats 1] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. B.P.A. van Beers.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 de dagvaarding van 7 mei 2024, met producties genummerd 1 tot en met 3,
 producties 4 tot en met 10 van de zijde van [eisers] , ter griffie ingekomen op 17 mei 2024,
 producties 1 tot en met 7 van de zijde van [gedaagde] , ter griffie ingekomen op 17 mei 2024,
 de mondelinge behandeling van 21 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
 de pleitnota van [eisers] ,
 de pleitnota van [gedaagde] .

2.De feiten

2.1.
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de onbetwiste inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast:
 Partijen wonen beiden aan de [straat] in [plaats 1] . [eisers] wonen al ruim 50 jaar op [huisnummer 1] . [gedaagde] heeft de woning op [huisnummer 2] in 2014 aangekocht. Hij woont er sinds eind 2014/begin 2015.
 Op het perceel van [gedaagde] rust een agrarische bestemming. In het verleden is op dat perceel een varkensbedrijf geëxploiteerd. [gedaagde] heeft het perceel gekocht om dier- en milieuvriendelijk te gaan boeren. Om die reden heeft hij in 2017 een bouwvergunning aangevraagd om de verouderde gebouwen op zijn terrein te kunnen slopen en nieuwe gebouwen kunnen bouwen. [gedaagde] heeft in dat kader alle omwonenden uitgenodigd voor een voorlichtingsavond. [eisers] is niet op deze uitnodiging ingegaan.
 [eisers] hebben in 2017 bezwaar gemaakt tegen de aan [gedaagde] verleende bouwvergunning. De procedure loopt nog bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
 [eisers] hebben in 2017 de gemeente Halderberge verzocht om handhavend op te treden richting [gedaagde] , vanwege het houden van vee op zijn perceel. Ook deze procedure loopt nog bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
 Sinds het moment dat [eisers] bezwaar hebben gemaakt tegen de bouwvergunning is de burenrelatie verder verstoord geraakt.
 Partijen hebben over en weer aangifte tegen elkaar gedaan bij de politie. Wijkagenten hebben diverse (stop)gesprekken gevoerd met partijen afzonderlijk. [gedaagde] heeft driemaal buurtbemiddeling ingeschakeld om met [eisers] in gesprek te kunnen komen en heeft de Burgemeester gevraagd om met partijen aan tafel te gaan zitten. [eisers] hebben hier niet aan mee willen werken.
 In 2022 hebben [eisers] drie camera’s rond hun woning geplaatst.
 [eisers] hebben vanaf 19 maart 2021 tot en met 18 februari 2024 een logboek bijgehouden, waarin zij de gedragingen van [gedaagde] hebben vastgelegd. Volgens dit logboek bestaan de gedragingen van [gedaagde] onder andere uit het veelvuldig vanaf de straat of zijn eigen perceel roepen en schelden naar [eisers] en het veelvuldig bellen/voicemail inspreken van [eisers] Het logboek vermeldt onder andere het volgende vanaf 15 februari 2024:
15 feb
3.2
[gedaagde] heeft vannacht 3x gebeld. Nrs [nummer 1] en [nummer 2] om 3.20 uur [nummer 3] .
12.29
[gedaagde] rijdt met zijn auto richting [plaats 2] en ter hoogte van ons huis toetert hij luid. [eiser 1] is op ons erf, ca 30 meter van de straat achter ons huis aan het klussen. Zo te horen heeft [gedaagde] [eiser 1] gezien en is daarop mijn zijn auto gekeerd. Hij stopt bij ons perceel en hij roept vanaf de straatkant:
Kon je het goed zien vuile lelijke rattekop, smerige klootzak, waardeloos misbaksel, vieze vuile klerelijers, smerige rattekop je oew lelijk kutwijf.De auto trekt vervolgens op richting [plaats 3] . Ook dit is gemeld bij de politie.
21.35
Ik, [eiser 2] , zwaai onze dochter uit. [eiser 1] zwaait uit bij de achterdeur. Ik heb een buitenlamp aangedaan. Terwijl dochter de hond in het fietsmandje zet, begint [gedaagde] hard te roepen. Hij scheld mij uit. Het geluid klikt hard en dichtbij. Ik zie hem staan op de pakken hooi. De stapel is zo’n 2 meter hoog. Ik zie zijn hele lichaam. Het is heel angstaanjagend.
…44 jaar ben je aan het treiteren, ge liegt in oew bezwaar dat ge last hebt van lichthinder. Kijk nou aan daar hebben we poetje ook nog even aan met zijn lelijke rotkop. Kijk wat voor licht dat ge aan hebt over jouw lichthinder. We komen vanzelf wel een keer bij de rechter te staan en dan zal ik het wel op tafel gooien daar hee, van oew lichthinder, smerige rooie rotkut, vuile lelijke narcist, 44 jaar ben ja aan het treiteren lelijke kut, 44 jaar ben je aan het treiteren smerige narcist dat ge bent. Dan lieg je in je bezwaar dat je last hebt van lichthinder, kijk eens wat voor licht dat je aan hebt. De ene vooraan is een straat lantaarn, het woord zegt het al, daar kun je een straat mee verlichten. Die hedde gij in oew voortuintje staan. En mijn beschuldigen van lichthinder? Lelijke rooie kut. Ge liegt alles aan mekare. En dan jankend de politie bellen dat ik oew aanspreek op oew gedrag, hee, lelijke kut dat ge zijt, smerige narcist. Voortaan van m’n spullen blijven, stroomdraadje weggehaald, afgeknipt en weggehaald. Poetje is nou weer terug hee. Kun je het zien rooie kut, vuile smerige narcist da ge bent, vieze vuile treiterende rooie hond, 44 jaar ben je aan het treiteren lelijk kutwijf, 44 jaar ben je aan het treiteren lelijke vieze rooie narcist dat ge ben, smerige rooie rotkut. (…).
22
Onze dochter komt met de auto nog terug. Ze is iets vergeten. Als ze het erf oploopt roept [gedaagde] :
zeg maar tegen die ouwe kut dat ze haar bezwaar moet nakijken. Lichthinder staat erin.
17 feb
18.05
Onze visite gaat weg en wij lopen met hen mee naar de parkeerplaats voor op ons erf. [gedaagde] belaagd ons weer in het bijzijn van onze visite:
hee rooie [eiser 2] , ge mot mee oew klauwen van mijn spullen afblijven. Niet aan mijn spullen zitten. Rooie [eiser 2] , gemot mee oew klauwen van mijn spullen blijven, niet aan mijn spullen zitten. niet kapot maken van mij kutwijf. Gij ook niet poetje. Smerige rooie [eiser 2] , mee oew klauwen van mijn spullen blijven, niet aan mijn spullen zitten. Wat waar het weer gezellig, hee, vieze vuile rotkut, smerig mondster dat ge bent, treiterende vuile lelijke narcist, wolf in schaapskleren, lelijke rotkut, smerige vuile rooie rotkut, smerige narcist dat ge bent (…).
18 feb
9.5
[eiser 1] ging naar de brievenbus en liep even door om op straat te kijken. En daar stond [gedaagde] op straat die begon te belagen met zijn leugens:
Lelijke rattekop, mee oew klauwen van mijn spullen blijven, lelijke rotkop, vuil lelijk rooi kutwijf, smerige klootzak dat ge bent, vuil griebusvolk, lelijke rattekop. Doe dat rooi kutwijf maar de groeten van mijn, dat vuil griebuswijf (…)
11:00
Vandaag de 2 meldingen gedaan van 17 en 18 feb bij de politie en benadrukt dat wij nog nooit aan zijn spullen hebben gezeten. En wat hij roept over de openbare weg galmt.
 Bij aangetekende brief d.d. 11 maart 2024 heeft de advocaat van [eisers] [gedaagde] aangeschreven en hem gesommeerd te stoppen met het gedrag tegen [eisers]
 Op camerabeelden van [eisers] is te horen dat er wordt geroepen/gescholden naar [eisers]

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vorderen – samengevat – dat aan [gedaagde] in de meest ruime zin een contactverbod wordt opgelegd waaraan een dwangsom wordt verbonden en [gedaagde] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
[eisers] leggen aan hun vordering ten grondslag dat [gedaagde] hen sinds 2021 stelselmatig lastig valt door hen te beledigen en uit te schelden. Ondanks diverse stopgesprekken en meldingen bij de politie, blijft [gedaagde] hen stelselmatig en op een zodanige wijze lastigvallen dat sprake is van een onrechtmatige daad die een contactverbod rechtvaardigt. [eisers] hopen dat een contactverbod ervoor zorgt dat [gedaagde] hen met rust zal laten. De heer [eiser 1] heeft op 6 december 2023 een herseninfarct gehad. Rust is noodzakelijk voor zijn herstel. Het gedrag van [gedaagde] staat hieraan in de weg.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eisers] , met veroordeling van [eisers] in de kosten van deze procedure en verwijzing van partijen naar mediation.
3.4.
Op het verweer van [gedaagde] en de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eisers] een spoedeisend belang hebben bij hun vordering. Duidelijk is dat de verhoudingen tussen partijen al jarenlang ernstig verstoord zijn en dat dit burengeschil tot op heden blijft voortduren, ondanks gesprekken met de politie en ook ná sommatie en dagvaarding. Gelet op de impact die dat op partijen heeft, kan een bodemprocedure niet worden afgewacht.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat een contactverbod alleen kan worden toegewezen als sprake is van ernstig onrechtmatig handelen en van concreet gevaar voor herhaling daarvan. Bij de beoordeling van de vraag of een contactverbod gerechtvaardigd is, moet de voorzieningenrechter alle relevante omstandigheden van het geval in aanmerking nemen en de betrokken belangen van partijen afwegen. Het is daarbij aan [eisers] om het gestelde onrechtmatig handelen van [gedaagde] en het gevaar voor herhaling daarvan aannemelijk te maken.
4.3.
[eisers] stellen dat zij sinds 2021 stelselmatig worden beledigd en uitgescholden door [gedaagde] , doordat [gedaagde] vanaf zijn eigen perceel en de openbare weg naar [eisers] schreeuwt en daarnaast zeer vaak belt en de voicemail inspreekt. Ter onderbouwing van deze stelling hebben [eisers] een logboek overgelegd waarin de gedragingen van [gedaagde] vanaf 2021 gedetailleerd staan beschreven. Daarnaast beschikken zij over voicemailberichten en camerabeelden waarop te horen is dat er wordt geschreeuwd en gescholden. Uit de overgelegde producties 4, 6, 7 en 8 blijkt dat [gedaagde] ook na de sommatiebrief en de uitgebrachte dagvaarding doorgaat met zijn onrechtmatige gedragingen, aldus [eisers]
4.4.
[gedaagde] heeft ter zitting het gestelde schelden en beledigen erkend. Hij realiseert zich dat hij dit moet laten, maar voert aan dat hij door [eisers] wordt uitgelokt. Naast de bezwaren tegen de verleende vergunning en het verzoek aan de gemeente om handhavend op te treden omdat hij vee zou houden in strijd met het geldende bestemmingsplan, hebben [eisers] ook diverse meldingen gedaan bij de Nederlandse Voedel- en Warenautoriteit (NVWA), omdat hij zijn vee niet goed zou behandelen. Uit de door de NVWA verrichte controles is gebleken dat deze meldingen onterecht waren. [gedaagde] stelt dat hij naast deze procedures en klachten de afgelopen jaren ook te maken heeft gehad met treiteren, vernielingen en mishandeling door [eisers] Volgens [gedaagde] filmen, fotograferen en begluren [eisers] hem al jaren. De eerste vier jaar heeft hij dat kunnen negeren, maar dit lukt hem niet meer. [gedaagde] stelt dat hij een boodschap wil overbrengen. [eisers] hebben de afgelopen jaren meerdere keren gezegd dat zij de plannen van hem koste wat kost willen tegengaan. [gedaagde] wil met [eisers] praten om hen uit te leggen wat zijn bedrijfsplannen zijn, zodat [eisers] zich geen zorgen hoeven te maken en/of partijen afspraken kunnen maken om aan die zorgen tegemoet te komen. In dat kader heeft [gedaagde] ook buurbemiddeling en mediation voorgesteld. [eisers] weigeren echter ieder gesprek. Uit frustratie probeert hij zijn boodschap over te brengen door deze naar [eisers] te schreeuwen. [gedaagde] realiseert zich dat dit niets oplost en dat hij daarmee op moet houden. Toch lukt dit hem niet, aldus [gedaagde] .
4.5.
De voorzieningenrechter stelt vast dat partijen al jarenlang met elkaar in conflict zijn. De door [eisers] gestelde gedragingen van [gedaagde] worden (grotendeels) erkend door [gedaagde] . De aard en omvang daarvan en het feit dat [gedaagde] hier ook na sommatie en dagvaarding mee doorgaat, rechtvaardigen naar het oordeel van de voorzieningenrechter de ingrijpende maatregel van een contactverbod. Mede gelet op de wijze waarop [gedaagde] zich uit, weegt het belang van [eisers] om in alle rust te wonen zwaarder dan het belang van [gedaagde] om zich te kunnen uiten. Ter zitting hebben [eisers] benadrukt dat het roepen, schelden, bellen en het inspreken van voicemailberichten moet stoppen. De voorzieningenrechter verwerpt het verweer van [gedaagde] dat het roepen en schelden niet valt onder het begrip ‘in contact treden’ met [eisers] Ook deze gedragingen vallen dan ook onder het op te leggen contactverbod. Dat er naast bellen, het inspreken van voicemailberichten, roepen en schreeuwen ook nog op andere manieren contact wordt gezocht door [gedaagde] , is onvoldoende gesteld en evenmin gebleken uit de overgelegde producties. Het (te) ruim geformuleerde gevorderde contactverbod van [eisers] zal dan ook worden beperkt zoals in de beslissing is vermeld.
4.6.
Wellicht dat mediation een oplossing kan bieden voor dit al jaren slepende conflict, maar partijen kunnen daar niet toe gedwongen worden. Vandaar dat de voorzieningenrechter het verzoek van [gedaagde] om de zaak te verwijzen naar mediation afwijst. Bij toewijzing van het contactverbod gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat [eisers] ook van hun kant alles zullen doen om [gedaagde] zijn privacy te gunnen. De verlangde situatie van rust kan immers alleen worden bereikt als partijen zich over en weer inzetten om elkaar daadwerkelijk met rust te laten.
4.7.
De voorzieningenrechter zal aan het contactverbod een dwangsom verbinden, nu [gedaagde] ter zitting heeft aangegeven dat hij niet zeker weet of hij kan stoppen met ‘reageren’ (door te roepen en te bellen) op gedragingen van [eisers] De gevorderde dwangsom zal worden beperkt tot € 50,00 per overtreding, met een maximum van € 5.000,00.
4.8.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van [eisers] betalen. De proceskosten van [eisers] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
136,72
- griffierecht
320,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.741,72

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt [gedaagde] gedurende twee jaar na betekening van dit vonnis – anders dan via zijn advocaat – met [eisers] in contact te treden door vanaf zijn perceel en/of de openbare weg (beledigingen) te roepen naar [eisers] en/of telefonisch contact te zoeken en/of de voicemail in te spreken en/of op andere wijze in woord of gebaar contact te zoeken met [eisers] ,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eisers] een dwangsom te betalen van € 50,00 voor iedere keer dat hij het onder 5.1. genoemde verbod overtreedt, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.741,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hermans en in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2024.