ECLI:NL:RBZWB:2024:3619
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Combee
- Rechtspraak.nl
Vaststelling omgangsregeling tussen moeder en minderjarige in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 mei 2024 een nadere beschikking gegeven over de omgangsregeling tussen de moeder en haar minderjarige kind, geboren in 2018. De Raad voor de Kinderbescherming Maastricht is betrokken als belanghebbende, evenals de pleegouders en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling fungeert. De moeder had eerder verzocht om een omgangsregeling, die in eerdere beschikkingen was aangehouden. De rechtbank heeft in deze beschikking de verzoeken van de moeder beoordeeld, waarbij de huidige situatie van de minderjarige en de voortgang van de hulpverlening in overweging zijn genomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder recht heeft op contact met haar kind, maar dat dit contact geleidelijk moet worden opgebouwd. De moeder heeft haar verzoek gewijzigd, waarbij zij nu vraagt om een contactregeling van twee uur per maand, met extra contact tijdens verjaardagen. De gecertificeerde instelling heeft ingestemd met deze regeling, die overeenkomt met de feitelijke situatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze regeling in het belang van de minderjarige is en heeft deze vastgesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.