Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het (gecorrigeerde) verzoekschrift;
- het verweerschrift met (voorwaardelijk) zelfstandige tegenverzoeken;
- de reactie van [verzoeker] op het verweerschrift;
- de van [verweerster] ontvangen producties genummerd 13 en 14;
- de mondelinge behandeling op 25 april 2024.
2.De feiten
Maar fijn dat je gereageerd heb [naam 1] [naam 2] [naam 3] en ik maken er nog ietsvanbedankt dat je erbij ( bent ) was”
Hetlaaste wat je voor je personeel doet !”
En weet je wat jij mij aandoet jij zet mij met 60 jaar op straat klootzak begrijp je dat ????”
30 jaar voor je gewerkt en ik ben eenklootzak dank je”
Niet reageren op een uitnodiging”
“Heel jammer”
Slaap goed allemaal fuck it”
Sorry ik bedoel na bijna 30 jaar maar toch doe het het”
Weet je ik wilde nog wat met ons onder een ander nog wat doen maar het interesseert je geen reetwaarom [naam 1] ?”
Nou [naam 3] [naam 2] ik vind het leuk dat wij morgen nog een fijne middag hebben ongelofelijk met die mensen”
Zeg toch wat lul”.
Bij brief, die gedateerd is op 23 december 2023 maar die [verzoeker] op 22 december 2023 uit handen van [naam 1] heeft ontvangen, wordt dit ontslag bevestigd.
De reden voor het ontslag is als volgt verwoord:
Naar aanleiding van uw berichten in de Whatsappgroep “ [groep] ” op donderdagavond 21 December 2022, tussen 23:07 en 23:54 uur, heb ik besloten om uontslag op staande voette geven. De aantijgingen en scheldwoorden die u gebruikt, geven aan dat een werkbare situatie tussen u en mij niet langer mogelijk is. Uw grensoverschrijdende gedrag binnen de whatsappgroep waar alle medewerkers van [verweerster] B.V. in mee kunnen lezen, is onacceptabel. Dit grensoverschrijdende gedrag en mogelijke volgende excessen kunnen de werksfeer binnen het bedrijf immense schade toebrengen. In het bedrijfsbelang van [verweerster] B.V. en om verdere escalatie te voorkomen is er voor mij geen andere mogelijkheid dan uw arbeidsovereenkomst per direct te ontbinden.”.
3.Het verzoek van [verzoeker]
Maar tijdens de mondelinge behandeling heeft hij kenbaar gemaakt dat hij berust in het gegeven ontslag en aanspraak maakt op:
4.Het verweer van [verweerster] en het tegenverzoek
De beoordeling) worden ingegaan.
5.De beoordeling
31 maart 2024, sowieso zou eindigen wegens het staken van de activiteiten door [verweerster] . Mede gelet op de verstrekkende gevolgen voor [verzoeker] (onmiddellijk verlies van baan en inkomen en geen recht op een WW-uitkering), is het ontslag op staande voet in de gegeven omstandigheden daarom een te zware sanctie geweest.
Aldus bedraagt de transitievergoeding ((28 + 4/12) x 1/3 x € 4.245,30 x 1,08 =) € 43.302,06 bruto. [verweerster] zal dit bedrag aan [verzoeker] moeten betalen, in plaats van het door [verzoeker] gevorderde bedrag. En aangezien de transitievergoeding verschuldigd is vanaf de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt op de vordering van [verzoeker] over vermeld bedrag vanaf 1 januari 2024 wettelijke rente toegewezen. Tevens zal [verweerster] worden veroordeeld om uiterlijk 4 weken na de uitbetaling van de vergoeding een deugdelijke bruto/netto-specificatie aan [verzoeker] te verstrekken.
De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
De arbeidsmarkt is op dit moment immers erg gespannen en [verweerster] heeft onweersproken aangevoerd dat alle collega’s van [verzoeker] inmiddels ook ander werk hebben gevonden. Er bestaat daarom al met al geen aanleiding om naast de toe te wijzen vergoedingen nog een (aanvullende) billijke vergoeding toe te kennen. De overige argumenten die [verzoeker] daartoe heeft aangevoerd leiden de kantonrechter niet tot een ander oordeel.
Waar echter in deze beschikking al een eindbeslissing wordt gegeven op de verzoeken van [verzoeker] is er geen reden om met toepassing van artikel 223 Rv een voorlopige voorziening te treffen.
6.Het tegenverzoek van [verweerster]
7.De proceskosten
€ 248,00 aan griffierecht en € 814,00 aan salaris gemachtigde).