ECLI:NL:RBZWB:2024:366

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
25 januari 2024
Zaaknummer
10796683 \ CV EXPL 23-4725 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en proceskosten in een civiele procedure

In deze civiele procedure vordert Renova Tilburg B.V. betaling van een openstaand bedrag van € 1.830,38 van gedaagde, die erkent de vordering maar verzoekt om hervatting van een betalingsregeling. De procedure is gestart na het niet voldoen aan betalingsverplichtingen door gedaagde, die eerder een betalingsregeling had getroffen na het inschakelen van een derde voor incasso. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Renova de overeengekomen werkzaamheden heeft uitgevoerd en dat gedaagde in verzuim is geraakt door niet tijdig te betalen. De rechter wijst de vordering toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en legt gedaagde de proceskosten op. Het verzoek van gedaagde om de betalingsregeling te hervatten wordt afgewezen, omdat de wet geen grond biedt voor het opleggen van een betalingsregeling bij vonnis. De beslissing is genomen op 24 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10796683 \ CV EXPL 23-4725
Vonnis van 24 januari 2024
in de zaak van
RENOVA TILBURG B.V.,
te Tilburg,
eisende partij,
hierna te noemen: Renova,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 7 producties
- de conclusie van antwoord met 1 bijlage
- de akte van Renova
- de akte van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Renova heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] diverse werkzaamheden uitgevoerd aan de auto van [gedaagde] met [kenteken] en bijbehorende materialen geleverd. [gedaagde] gaf opdracht als consument.
2.2.
Op de opdracht zijn de BOVAG-voorwaarden van toepassing verklaard. Daarin staat onder meer en voor zover relevant:
Artikel 16 - De betaling
1. Betalen moet contant of door middel van bijschrijving op de bankrekening van verkoper/ reparateur. […]
3. Verkoper/reparateur en consument kunnen schriftelijk afspreken dat er niet direct betaald hoeft te worden. Wordt geen exact betalingsmoment vastgesteld, dan is de betalingstermijn één maand.
4. De consument moet het verschuldigde bedrag betalen vóór het verstrijken van de betalingsdatum. Doet hij dat niet, dan stuurt de verkoper/reparateur na die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft hij de consument de gelegenheid om binnen veertien dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen.
5. Als na het verstrijken van de betalingsherinnering nog steeds niet betaald is, mag de verkoper/reparateur rente in rekening brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente.
6. Ook mogen incassokosten in rekening worden gebracht voor buitengerechtelijke kosten. De hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke) grenzen. Daarvan kan in het voordeel van de consument worden afgeweken.
2.3.
In verband met het uitvoeren van de opdracht heeft Renova twee facturen gestuurd aan [gedaagde] . Het betreft de facturen:
[factuurnummer 1] d.d. 27-12-2022 € 2.619,55
[factuurnummer 2] d.d. 12-01-2023 € 585,57
2.4.
[gedaagde] heeft 50% van de factuur met nummer [factuurnummer 1] betaald. De resterende 50% en de factuur met nummer [factuurnummer 2] moest [gedaagde] binnen een maand na de factuurdatum betalen. [gedaagde] heeft ondanks diverse aanmaningen niet betaald. Daarmee resteerde een vordering van Renova op [gedaagde] van € 1.895,34.
2.5.
Renova heeft vanwege het niet betalen door [gedaagde] een derde ingeschakeld om haar vordering te incasseren. De vordering werd verhoogd met rente en incassokosten tot in totaal een bedrag van € 2.240,12. Over dit bedrag is uiteindelijk tussen partijen een betalingsregeling afgesproken. In de betalingsregeling staat voor zover relevant:
1. U dient stipt op tijd te betalen. De eerste betaling dient uiterlijk door ons te zijn ontvangen op 30 juni 2023 en zo vervolgens iedere laatste dag van de daaropvolgende maanden. […]
2. Er is in totaal te betalen € 2268,41
rente berekend vanaf heden tot aan de dag der algehele voldoening € P.M.
[…]
De betalingen brengen wij eerst in mindering op de kosten, dan op de rente en daarna op de hoofdsom.
3. Bij niet correcte afbetaling is het alsdan verschuldigde direct en ineens opeisbaar, zonder ingebrekestelling of aanmaning.
[…]
2.6.
[gedaagde] heeft de eerste drie termijnen van de betalingsregeling betaald, in totaal een bedrag van € 525,00. Na 5 september 2023 heeft [gedaagde] niet meer betaald.

3.Het geschil

3.1.
Renova vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 1.830,38 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding, en tot betaling van de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] erkent de hoofdvordering. Hij wil wel graag dat de betalingsregeling in stand kan blijven en dat extra kosten worden afgewezen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] erkent het door Renova gevorderde bedrag van € 1.830,38. In dit bedrag zit naast een bedrag voor de uitgevoerde opdracht, ook een bedrag aan rente van € 115,26 en een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 284,30.
Hoofdsom; de uitgevoerde opdracht
4.2.
Vast staat dat Renova de overeengekomen opdracht heeft uitgevoerd. [gedaagde] erkent ook dat hij de hiervoor in rekening gebrachte kosten moet betalen en is bereid om deze te betalen. De rechter zal dit deel van de vordering daarom toewijzen.
Hoofdsom; rente
4.3.
Renova beroept zich voor het in rekening brengen van het bedrag van € 115,26 aan rente op de door haar gehanteerde en van toepassing zijnde (BOVAG-)voorwaarden. Op grond van die voorwaarden, meer specifiek artikel 16, moet [gedaagde] rente betalen vanaf het moment dat hij in verzuim is geraakt. Dit verzuim treedt in een maand na de factuurdata van 27 december 2022 en 12 januari 2023, als dan nog niet is betaald. De hoogte van de gevorderde rente is gelijk aan de wettelijke rente.
4.4.
Dat betekent dat [gedaagde] rente ter hoogte van de wettelijke rente verschuldigd is over de factuurbedragen vanaf een maand na de respectievelijke factuurdata van 27 december 2022 en 12 januari 2023. In de later overeengekomen betalingsregeling is afgesproken dat [gedaagde] rente verschuldigd blijft tot aan het moment dat de hele vordering zal zijn voldaan. Dat betekent dat tot aan volledige betaling door [gedaagde] , die niet heeft plaatsgevonden, het verzuim in stand is gebleven. Op grond daarvan mocht Renova rente ter hoogte van de wettelijke rente in rekening blijven brengen over het nog verschuldigde bedrag, rekening houdend met tussentijds betalingen. De kantonrechter zal daarom het bedrag van € 115,26 aan rente toewijzen.
Hoofdsom; buitengerechtelijke kosten
4.5.
De kantonrechter moet ook ambtshalve toetsen of in verband met de in rekening gebrachte incassokosten is voldaan aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter stelt vast dat hieraan is voldaan en dat de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten niet hoger is dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. De kantonrechter zal daarom ook dit gedeelte van de hoofdsom, een bedrag van € 284,30, toewijzen.
Wettelijke rente vanaf het moment van dagvaarding
4.6.
Renova maakt aanspraak op wettelijke rente over de hoofdsom van € 1.830,38 vanaf het moment van dagvaarding. Gezien het voortdurende verzuim van [gedaagde] ook na het moment van dagvaarden zal de kantonrechter de gevorderde wettelijke rente vanaf het moment van dagvaarden toewijzen.
Proceskosten
4.7.
Renova maakt tot slot aanspraak op de proceskosten. Op grond van de wet geldt dat de in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld in de kosten. Nu [gedaagde] ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding in verzuim was van zijn betalingsverplichting, is hij terecht gedagvaard en komen deze kosten in beginsel voor zijn rekening. Dit kan anders zijn als hij rauwelijks – dus zonder eerdere aankondiging – is gedagvaard. De kantonrechter overweegt dat de door [gedaagde] gestelde problemen aanleiding zouden kunnen zijn voor het tijdelijk niet kunnen voldoen aan betalingsverplichtingen. Dat neemt niet weg dat het op de weg van [gedaagde] had gelegen om hierover zelf contact op te nemen met Renova. Er was immers al sprake van een betalingsregeling die tot stand was gekomen nadat [gedaagde] eerder zijn betalingsverplichtingen niet was nagekomen en ook al een procedure was aangekondigd. In deze betalingsregeling was bovendien duidelijk opgenomen dat als niet betaald zou worden, het op dat moment volledige openstaande bedrag direct opeisbaar zou zijn, zonder nadere ingebrekestelling of aanmaning. Van Renova hoefde dan ook niet verlangd te worden dat zij toch eerst nog een aanmaning zou sturen aan [gedaagde] toen hij weer niet betaalde. De gevolgen van het feit dat [gedaagde] zelf geen contact opnam met Renova over zijn omstandigheden, dienen dan ook voor rekening en risico van [gedaagde] te komen.
[gedaagde] moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten van Renova begroot op:
- kosten van de dagvaarding
107,84
- griffierecht
365,00
- salaris gemachtigde
- nakosten
298,50
99,50
(1,5 punten × € 199,00)
Totaal
870,84
4.8.
[gedaagde] heeft tot slot verzocht om hervatting van de betalingsregeling. De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] over een eventuele betalingsregeling rechtstreeks contact moet opnemen met Renova, omdat de wet geen grond biedt voor het bij vonnis dwingend opleggen van een betalingsregeling. De kantonrechter wijst dit verzoek van [gedaagde] daarom af.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Renova te betalen een bedrag van € 1.830,38, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 13 november 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Renova tot dit vonnis vastgesteld op € 870,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.