Uitspraak
1.Het (verdere) procesverloop
2.De feiten
3.De (resterende) verzoeken
4.Het (nadere) standpunt van de GI
5.Het standpunt van [minderjarige] en de ouders
6.De (nadere) beoordeling
7.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 mei 2024 een nadere beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2009, bij de moeder. De zaak is behandeld in het Team Familie- en Jeugdrecht van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda. De kinderrechter heeft de zorgen over de thuissituatie bij de vader, die onder andere betrekking hebben op ruzies, verwaarlozing en middelengebruik, serieus genomen. De vader en stiefmoeder zijn niet verschenen bij de mondelinge behandeling, maar de kinderrechter heeft de zaak voortgezet in hun afwezigheid. De minderjarige heeft aangegeven bij de moeder te willen wonen, waar hij zich veiliger voelt en beter kan ontwikkelen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder openstaat voor hulpverlening en dat de GI (gecertificeerde instelling) betrokken blijft bij de situatie. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met de nadruk op de noodzaak van structuur en begeleiding voor de minderjarige. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er beroep wordt ingesteld.