ECLI:NL:RBZWB:2024:3713
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van de ontwikkeling en omgangsregeling
In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 mei 2024 een beschikking gegeven betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren op [geboortedag] 2021, op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming Regio Zuidwest Nederland. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd door de aanhoudende strijd tussen de ouders en het gebrek aan samenwerking en vertrouwen. De moeder heeft het eenhoofdig ouderlijk gezag, terwijl de vader de minderjarige op 18 juli 2022 heeft erkend. De Raad heeft verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad, omdat de ouders niet in staat zijn om samen afspraken te maken over de omgang en de ontwikkeling van de minderjarige.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 mei 2024 zijn de standpunten van de Raad, de moeder en de vader besproken. De Raad heeft aangegeven dat de minderjarige ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door het gebrek aan onbelast contact met de vader en de negatieve invloed van de moeder. De moeder heeft verweer gevoerd en betoogd dat er geen concrete ontwikkelingsbedreiging is, terwijl de vader heeft ingestemd met het verzoek van de Raad. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ouders onvoldoende inzicht hebben in de situatie en dat de betrokkenheid van de Gecertificeerde Instelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen.
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen voor de duur van een jaar, met ingang van 15 mei 2024, en verklaard dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. Dit betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belang van de minderjarige altijd leidend is in deze zaak.