ECLI:NL:RBZWB:2024:3761

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
10898772 CV EXPL 24-300 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande premie en incassokosten met proceskostencompensatie

In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in de zaak tussen Unigarant N.V. en een gedaagde partij. Unigarant had in haar akte na een tussenvonnis haar vordering verminderd met betrekking tot de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter had eerder, in een tussenvonnis van 8 mei 2024, Unigarant de gelegenheid gegeven om meer uitleg te geven over de vraag of er sprake was van een onredelijk beding in haar voorwaarden met betrekking tot deze kosten. Aangezien Unigarant haar vordering had verminderd, was er geen verdere beslissing nodig over de incassokosten en werd de gedaagde niet meer gevraagd om hierop te reageren.

De kantonrechter heeft in het tussenvonnis al beslist dat Unigarant recht heeft op een bedrag van € 30,51 aan openstaande premie, met wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de ingebrekestelling, die is vastgesteld op 27 augustus 2022. De kantonrechter heeft de brief van 10 augustus 2022 als de eerste ingebrekestelling aangemerkt, waarin een redelijke termijn van 15 dagen werd gegeven voor de gedaagde om aan zijn verplichtingen te voldoen. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde dit bedrag aan Unigarant moet betalen, vermeerderd met de wettelijke rente.

Omdat beide partijen voor een deel ongelijk hebben gekregen, heeft de kantonrechter besloten de proceskosten te compenseren, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat Unigarant het vonnis direct kan laten uitvoeren, ook als er nog hoger beroep mogelijk is. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Van 't Nedereind.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10898772 \ CV EXPL 24-300
Vonnis van 5 juni 2024
in de zaak van
UNIGARANT N.V., MEDE H.O.D.N. ANWB VERZEKEREN,
te 's-Gravenhage,
eisende partij,
hierna te noemen: Unigarant,
gemachtigde: KVN Gerechtsdeurwaarders & Juristen,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.Processtukken

1.1.
De procedure bevat de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 8 mei 2024 (met de in dat vonnis genoemde stukken)
- de akte van Unigarant.
1.2.
Hierna is bepaald dat er een uitspraak komt.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 8 mei 2024 heeft de kantonrechter Unigarant de gelegenheid gegeven om meer uitleg te geven over de vraag of Unigarant een onredelijk beding in haar voorwaarden heeft voor wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten.
2.2.
Unigarant heeft vervolgens in haar akte haar vordering verminderd met de buitengerechtelijke incassokosten.
2.3.
Dit heeft als gevolg dat de kantonrechter geen beslissing meer hoeft te geven over deze kosten. Om die reden is [gedaagde] ook niet meer gevraagd om na de akte van Unigarant een reactie te geven over deze kosten.
2.4.
De kantonrechter heeft verder in haar eerdere tussenvonnis van 8 mei 2024 al beslist dat een bedrag van € 30,51 aan openstaande premie zal worden toegewezen. Ook heeft de kantonrechter hier al beslist dat de wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf de vervaldag van de ingebrekestelling [1] tot de dag dat [gedaagde] heeft betaald. Als vervaldag gaat de kantonrechter uit van de datum 27 augustus 2022. Daarbij merkt de kantonrechter de brief van 10 augustus 2022 [2] in dit geval aan als de eerste “ingebrekestelling” met een redelijke termijn voor [gedaagde] om alsnog na te komen. Gelet op de termijn van 15 dagen die in deze brief wordt gegeven en een standaard algemene verzendtermijn van de post van twee dagen, gaat de kantonrechter uit van 27 augustus 2022 als vervaldatum.
2.5.
Dit betekent dat [gedaagde] een bedrag van € 30,51 aan Unigarant moet betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 augustus 2022 tot de dag dat [gedaagde] heeft betaald.
2.6.
Omdat beide partijen voor een deel ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd. Dit betekent dat de proceskosten voor iedere partij voor eigen rekening blijven.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Unigarant te betalen een bedrag van € 30,51, te vermeerderen met de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) over dit bedrag, vanaf 27 augustus 2022 tot de dag van betaling,
3.2.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad [3] ,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en – bij vervroeging – in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2024.

Voetnoten

1.Een ingebrekestelling is een schriftelijke mededeling, waarin wordt aangegeven dat de andere partij een verplichting niet is nagekomen. In de ingebrekestelling wordt aan de ander een redelijke termijn gegeven om de afspraak alsnog na te komen.
2.Zie productie 6 bij de dagvaarding.
3.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat Unigarant het vonnis tegen [gedaagde] , direct kan (laten) uitvoeren, als [gedaagde] hier niet aan voldoet, ook als tegen het vonnis nog hoger beroep mogelijk is of als hoger beroep wordt ingesteld en nog niet op dat hoger beroep is beslist.