ECLI:NL:RBZWB:2024:3772

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
C/02/419701 FARK 24-977
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Gremmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor een betrokkene met psychische stoornissen

Op 15 maart 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] 1963, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een persoonlijkheidsstoornis en depressieve stemmingsstoornissen. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel, voor de duur van zes maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen, waaronder het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid.

Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag werd vastgesteld dat de betrokkene niet in staat was om in een andere ruimte dan haar kamer te worden gehoord, waardoor de rechter naar haar kamer ging. De betrokkene gaf aan het niet eens te zijn met het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene zorg nodig had om ernstig nadeel af te wenden en haar geestelijke gezondheid te stabiliseren.

De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 15 september 2024, en wees het meer of anders verzochte af. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Gremmen en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/419701 / FA RK 24/977
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 15 maart 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1963 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] [afdeling] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H.M.Th. de Pont te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 februari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 29 februari 2024;
- de medische verklaring van 28 februari 2024;
- een zorgplan van 26 februari 2024;
- een zorgkaart;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 maart 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- [naam 1] , arts;
- [naam 2] , co-assistant.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
1.5
Bij aanvang van de mondelinge behandeling is door de arts medegedeeld dat het voor betrokkene te zwaar is om in een andere ruimte dan haar kamer te worden gehoord. Zitting houden in haar kamer met alle aanwezigen is te druk voor haar. Daarom is de rechter naar de kamer van betrokkene gelopen. Betrokkene lag daar in haar bed. De rechter heeft daar aan haar gevraagd wat zij van het verzoek vindt en heeft de rest van de zitting met instemming van de advocaat zonder haar aanwezigheid plaatsgevonden

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van 6 maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene geeft aan dat zij het niet eens is met het verzoek. Betrokkene wil geen medicatie want ze is niet ziek. Zij zou het liefst naar huis willen maar ze geeft tegelijkertijd ook aan dat ze wel begrijpt dat ze niet naar huis kan. Betrokkene is blij met de hulp die ze krijgt.
3.2
De arts verklaart dat er bij betrokkene sprake is van een persoonlijkheidsstoornis, angststoornis, PTSS, neurocognitieve stoornissen en depressieve stemmingsstoornissen. Door langdurig middelengebruik de hersenen van betrokkene aangetast. Zij is inmiddels wel clean maar heeft wel momenten van zucht en dat uit ze dan ook. Betrokkene is soms angstig of gefrustreerd. Zij kan erg boos worden en om haar heen slaan waardoor ze een gevaar is voor medepatiënten en personeel. Het contact is dan ook wisselend met betrokkene. Ook kan ze soms erg somber zijn. De situatie lijkt wel verbeterd ten opzichte van de voortzetting van de crisismaatregel. Betrokkene geeft beter aan wat ze wil en het eten en drinken gaan ook goed. De rustgevende medicatie en antipsychotica zijn daar helpend bij maar er zijn momenten dat ze deze medicatie weigert terwijl dit wel noodzakelijk is. De verwachting is dat betrokkene residentiële zorg nodig blijft hebben. Voorheen lag betrokkene nog in een posey-bed maar dat is nu niet meer het geval. Om het leven van betrokkene zo comfortabel mogelijk te maken heeft de arts in overleg met de zoon van betrokkene hieromtrent het risicobeleid aangepast. Betrokkene verblijft nu nog op de crisisafdeling omdat ze op zoek zijn naar een passende plek voor haar. In eerste instantie zou betrokkene naar [zorggroep] gaan omdat zij gespecialiseerd zijn in niet-aangeboren hersenletsel in combinatie met gedragsproblematiek. Echter, het toestandsbeeld van betrokkene was nog te slecht om daar naartoe te mogen. Nu het wat beter gaat, zal er nogmaals gekeken worden of een plaatsing binnen [zorggroep] mogelijk is. Ook zal er vanuit de afdeling Dubbel Diagnose gekeken worden of er een passende vervolgplek beschikbaar is. Desgevraagd heeft de arts aangegeven dat alle gevraagde zorgvormen noodzakelijk zijn op het toedienen van vocht en voeding na. De zorgvorm insluiten is nodig wanneer het noodzakelijk is om betrokkene weer te laten slapen in het posey-bed en de rits daarvan dicht gaat of wanneer ze in een prikkelarme omgeving wordt geplaatst.
3.3
De advocaat voert aan dat betrokkene in een eerder gesprek heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen een zorgmachtiging maar dat blijkt nu anders te zijn. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven geen medicatie te willen en ze wil het liefst naar huis. De advocaat van betrokkene refereert zich aan het oordeel van de rechtbank nu er aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een zorgmachtiging is voldaan.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier), depressieve stemmingsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de medische verklaring.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
De rechtbank overweegt in dit verband dat ondanks dat het beter gaat met betrokkene, ze nog regelmatig geagiteerd is en fysiek agressief en opstandig gedrag vertoont waardoor zij een gevaar is voor haarzelf, medepatiënten en personeel. Daarbij kan ze onrustig en angstig zijn. De medicatie helpt daarbij maar deze weigert ze vaak om in te nemen. Tevens is betrokkene incontinent waardoor ze zorg nodig heeft. Deze zorg weigert ze eveneens met enige regelmaat met als risico dat zij nat in incontinentiemateriaal blijft liggen en daardoor de kans groot is dat zij doorligwonden en infecties krijgt.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven het liefst naar huis te willen. Daarbij is ze niet consistent in het contact en medicatie inname terwijl dit wel noodzakelijk is om haar toestandsbeeld te verbeteren. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- opnemen in een accommodatie.
Gebleken is dat betrokkene erg boos kan worden en om haar heen kan slaan waardoor ze een gevaar is voor medepatiënten en personeel. Daardoor kan plaatsing in een prikkelarme omgeving of het slapen in een posey-bed noodzakelijk zijn en is voorzienbaar. Uit de verklaring van de arts tijdens de mondelinge behandeling blijkt dat de instelling waar betrokkene verblijft onder de verplichte vorm van zorg ‘insluiten’ ook het dichtritsen van het posey-bed schaart. De rechtbank acht dit onjuist. Het hulpmiddel posey-bed is een vorm van mechanische fixatie (artikel 3.2, lid 2 sub b Wvggz): het beperken van de mogelijkheden van betrokkene om onderdelen van haar lichaam te bewegen, met behulp van mechanische hulpmiddelen. Fixatie is een vorm van beperken bewegingsvrijheid. De rechtbank overweegt dat het slapen in, maar ook het dichtritsen van een posey-bed onder ‘beperking van de bewegingsvrijheid’ valt. Echter, cliënt wordt ook in een prikkelarme omgeving geplaatst wanneer zij dit nodig heeft. Dit valt onder de vorm ‘insluiten’ waardoor de rechtbank ook deze vorm van verplichte zorg zal toewijzen.
Gebleken is voorts dat er geen noodzaak bestaat voor andere dan de hiervoor genoemde verplicht zorg, zodat andere, in het verzoekschrift gevraagde verplichte zorg zal worden afgewezen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1963 te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 september 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Gremmen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2024 in tegenwoordigheid van mr. Busselaar als griffier, en op 27 maart 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.