ECLI:NL:RBZWB:2024:3798

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 mei 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
10062515 \ MB VERZ 22-792
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens snelheidsovertreding binnen bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 30 km per uur boven de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom op de Prof. Cobbenhagenlaan te Tilburg op 18 december 2021. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 15 mei 2024 was de gemachtigde van betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, was wel aanwezig. De gemachtigde had in het beroepschrift aangevoerd dat betrokkene zich niet kon herinneren langs een bord H1 te zijn gereden en dat er geen schouwrapport was dat de borden had gecontroleerd. Ook werd aangevoerd dat de meting niet correct was uitgevoerd volgens de handleiding van de gebruikte apparatuur.

De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, had plaatsgevonden. Betrokkene had geen duidelijke route aangegeven die hij had gevolgd, waardoor de officier van justitie niet verplicht was om nader onderzoek te doen naar de aanwezigheid van de bebording. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen aanleiding was om de boete te matigen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door griffier C.G. Zevenhuijzen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10062515 \ MB VERZ 22-792
CJIB-nummer : 3062 5422 4671 3878
uitspraakdatum : 15 mei 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
[adres]
[plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [naam] ( [bedrijf] )

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 mei 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 30 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom op de Prof. Cobbenhagenlaan te Tilburg op
18 december 2021 om 15.14 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat betrokkene zich niet kan heugen langs een bord H1 te zijn gereden. Er is ook geen schouwrapport dat de borden zijn gecontroleerd. Volgens de handleiding van de Gatso apparatuur moet het kenteken tussen twee gele lijnen staan, dat is hier niet het geval. Er is geen sprake van dat de officier van justitie zich heeft gehouden aan een aantal algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel.
Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De foto is juist, alleen het voertuig van betrokkene staat op de foto. Er is geen reden om te twijfelen aan de meting. De bebording stond geplaatst, de zittingsvertegenwoordiger toont dit door middel van prints uit Google Maps, die worden overgelegd aan de kantonrechter. Er is geen reden om aan te nemen dat de bebording in de tussentijd weg zou zijn geweest.
Overwegingen
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
Het gaat hier om overtreding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom. Betrokkene betwist dat hij een bord H1 (bebouwde kom) is gepasseerd. Volgens vaste rechtspraak geldt voor gedragingen binnen de bebouwde kom dat slechts behoeft te worden vastgesteld dat deugdelijke bebording aanwezig was op de toegangsweg die de bestuurder heeft gevolgd. Daartoe moet de betrokkene aangeven welke route de bestuurder heeft gevolgd om zijn bestemming te bereiken (zie ECLI:NL:GHARL:2020:1803, overweging 8).
Uit het dossier blijkt dat betrokkene heeft aangegeven “van de N282 richting Tilburg Centrum” te zijn gereden. Hierbij heeft betrokkene echter de mogelijkheid om via diverse routes naar de pleeglocatie, te weten Prof. Cobbenhagenlaan te Tilburg, te rijden, waarbij op verschillende plaatsen de bebouwde kom kan worden binnengereden.
Nu betrokkene dus geen duidelijk omschreven gevolgde route heeft aangegeven, hoeft de officier van justitie geen nader onderzoek te doen naar de aanwezigheid van de bebording. Het verweer faalt daarom. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: