ECLI:NL:RBZWB:2024:3800

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 mei 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
10566175 \ MB VERZ 23-818
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens roodlichtnegatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Ringbaan West te Tilburg op 29 september 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 15 mei 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde heeft het standpunt ingenomen dat op de foto’s van de gedraging onvoldoende bewijs zou zijn dat de betrokkene daadwerkelijk het rode licht is gepasseerd. De gemachtigde verzocht om een proceskostenvergoeding. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, heeft echter aangevoerd dat de foto’s duidelijk aantonen dat de betrokkene door het rode licht is gereden.

De kantonrechter heeft de foto’s beoordeeld en geconcludeerd dat er voldoende bewijs is dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De rechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de constatering van de gedraging en heeft de boete terecht opgelegd geacht. Het beroep van de betrokkene is ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding is afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10566175 \ MB VERZ 23-818
CJIB-nummer : 1062 5422 5281 7973
uitspraakdatum : 15 mei 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
[adres]
[plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [naam] ( [bedrijf] )

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 mei 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de Ringbaan West te Tilburg op 29 september 2022 om 11.45 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat op de foto’s van de gedraging onvoldoende zichtbaar is dat betrokkene ook daadwerkelijk het rode licht is gepasseerd. Betrokkene is weliswaar de stopstreep gepasseerd maar er is geen sprake van roodlichtnegatie.
Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Op de foto’s van de gedraging is duidelijk waar te nemen dat betrokkene door het rood uitstralende verkeerslicht heeft gereden. Op de eerste foto is betrokkene de stopstreep voor het verkeerslicht gepasseerd en bij de tweede foto is te zien dat betrokkene is doorgereden.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de foto’s van de gedraging - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de constatering van de gedraging. Op de foto’s van de gedraging is duidelijk waar te nemen dat betrokkene de stopstreep is gepasseerd op het moment dat het verkeerslicht rood licht uitstraalde en daarna is doorgereden.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: