ECLI:NL:RBZWB:2024:3802

• Datum uitspraak: 22 mei 2024
• Publicatiedatum: 6 juni 2024
• Zaaknummer: C/02/415344 / HA ZA 23-566
• Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Verbintenissenrecht
• Procedures: Bodemzaak
• Rechters: Mr. Mulders
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Incident over relatieve onbevoegdheid en toepasselijkheid algemene voorwaarden in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 22 mei 2024 een vonnis gewezen in een incident over relatieve onbevoegdheid. De eiseres, Syntess Software B.V., heeft de gedaagde, [gedaagde] B.V., aangesproken tot betaling van een bedrag van € 42.769,89, vermeerderd met vertragingsrente. De gedaagde heeft echter gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de rechtbank Oost-Brabant, op basis van de stelling dat de algemene voorwaarden van Syntess niet van toepassing zijn of vernietigbaar zijn. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen beoordeeld, waarbij Syntess aanvoerde dat de algemene voorwaarden wel degelijk zijn overeengekomen en dat de rechtbank Zeeland-West-Brabant bevoegd is op grond van deze voorwaarden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden zijn overeengekomen, ondanks de betwisting door de gedaagde. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat zij de algemene voorwaarden buitengerechtelijk heeft vernietigd of dat zij in deze procedure vernietiging heeft gevorderd. De rechtbank heeft de vordering van de gedaagde om de rechtbank onbevoegd te verklaren afgewezen en de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van het incident, die zijn begroot op € 1.228,00. De zaak zal op 26 juni 2024 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken

Middelburg

zaaknummer / rolnummer: C/02/415344 / HA ZA 23-566

Vonnis in incident van 22 mei 2024

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SYNTESS SOFTWARE B.V. ,

gevestigd te Zierikzee,

eiseres in de hoofdzaak,

verweerster in het incident,

advocaat mr. R.C.H. Bruinier te Ede,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde] B.V. ,

statutair gevestigd te [plaats 1] , kantoorhoudende te [plaats 2] ,

gedaagde in de hoofdzaak,

eiseres in het incident,

advocaat mr. ing. H.J.M. Smelt te Eindhoven.

Partijen zullen hierna Syntess en [gedaagde] worden genoemd.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

• de dagvaarding met producties
• de incidentele conclusie houdende exceptie van (relatieve) onbevoegdheid met producties
• de conclusie van antwoord in het incident met producties
• de akte na conclusie van antwoord in het incident
• de conclusie van dupliek in het incident met één productie.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2. De beoordeling in het incident

2.1.

Syntess vordert in de hoofdzaak – enigszins samengevat – [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 42.769,89, vermeerderd met 1% vertragingsrente per maand over een bedrag van € 39.874,42 vanaf 27 september 2023 en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

2.2.

[gedaagde] vordert dat de rechtbank zich (relatief) onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de rechtbank Oost-Brabant. [gedaagde] legt aan haar vordering ten grondslag dat de algemene voorwaarden van Syntess, op grond waarvan zij deze zaak bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant locatie Middelburg heeft aangebracht, niet van toepassing zijn althans vernietigbaar zijn op grond van artikel 6:233 sub b BW. Op grond van artikel 99 Rv is dan de rechter van de woonplaats van [gedaagde] bevoegd en dat is de rechtbank Oost-Brabant.

2.3.

Syntess betwist dat haar algemene voorwaarden niet zouden zijn overeengekomen, althans vernietigbaar zijn. Volgens Syntess is de rechtbank Zeeland-West-Brabant locatie Middelburg op grond van artikel 11 lid 2 van haar algemene voorwaarden bevoegd om van het geschil kennis te nemen. Artikel 11 lid 2 luidt: “
Indien een geschil naar aanleiding van de tussen partijen gesloten overeenkomst dan wel naar aanleiding van nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg zijn of naar aanleiding van welke rechtsgrond dan ook, buiten de competentie van de kantonrechter valt, is Syntess in afwijking van het bepaalde in artikel 11.2 gerechtigd de zaak aanhangig te maken bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg. ”

2.4.

Allereerst moet de vraag beantwoord worden of, nu [gedaagde] betwist dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, de algemene voorwaarden die Syntess gebruikt zijn overeengekomen. Deze vraag moet beantwoord worden aan de hand van de bepalingen over aanbod en aanvaarding, art. 6:217 lid 1 BW. Syntess stelt ter onderbouwing van haar stelling dat de algemene voorwaarden zijn overeengekomen onbestreden dat door [gedaagde] in de persoon van haar (indirect) bestuurder de heer [naam] , op 12 mei 2023, de (tweede) offerte voor het gebruiksrecht van de software voor akkoord is ondertekend op bladzijde 4 van deze offerte en dat op deze pagina boven de handtekening van de heer [naam] de navolgende tekst staat: “
Op deze offerte zijn de licentievoorwaarden en de “Algemene voorwaarden Syntess” van toepassing. Deze voorwaarden zijn bijgesloten. (…)
Indien u prijs stelt op een nieuwe kopie van deze voorwaarden, neem dan contact met ons op. Wij sturen u deze kosteloos toe. Ook kunt u de “Algemene Voorwaarden Syntess” vinden op onze website via deze link: Algemene voorwaarden ”. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat [gedaagde] met Syntess de algemene voorwaarden is overeengekomen en dat deze dus van toepassing zijn.

2.5.

Op grond van artikel 6:232 BW is [gedaagde] als wederpartij ook aan de algemene voorwaarden gebonden als Syntess als gebruiker begreep of moest begrijpen dat [gedaagde] als wederpartij de inhoud van die algemene voorwaarden niet kende. De rechtbank gaat aan de stelling van [gedaagde] dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn omdat deze niet op voorhand zijn toegestuurd of ten tijde van het ondertekenen van de overeenkomst zijn overhandigd dan ook voorbij. Dat is geen vereiste voor het van toepassing zijn van de algemene voorwaarden.

2.6.

Aangezien de algemene voorwaarden van toepassing zijn, is de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, in beginsel op grond van artikel 11 lid 2 daarvan relatief bevoegd om kennis te nemen van het geschil. De algemene voorwaarden zijn, althans een beding daaruit is, op grond van artikel 233 sub b. BW vernietigbaar wanneer, de gebruiker, in dit geval Syntess, aan de wederpartij, [gedaagde] , geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. [gedaagde] beroept zich daar op. [gedaagde] verbindt aan haar stelling dat het beding op die grond vernietigbaar is echter geen rechtsgevolg. Zij stelt niet, en dat is ook niet gebleken, dat zij het beding buitengerechtelijk heeft vernietigd. [gedaagde] vordert in deze procedure ook geen vernietiging van het beding. Artikel 11 lid 2 van de algemene voorwaarden maakt dan ook onderdeel uit van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Hetgeen partijen over en weer hebben gesteld met betrekking tot de vraag of Syntess [gedaagde] een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen, kan onbesproken blijven. De rechtbank zal de vordering van [gedaagde] afwijzen.

2.7.

[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld, tot nu toe aan de zijde van Syntess begroot op € 1.228,00

(2 punten x tarief € 614,00).

3. De beslissing

De rechtbank

in het incident

3.1.

wijst het gevorderde af,

3.2.

veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het incident, aan de zijde van Syntess tot nu toe begroot op € 1.228,000,

3.3.

verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,

in de hoofdzaak

3.4.

bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
26 juni 2024 voor conclusie van antwoord.

Dit vonnis is gewezen door mr. Mulders en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2024.