Op 23 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1997. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk was opgelegd op 21 mei 2024. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren. De advocaat heeft primair verzocht om afwijzing van het verzoek, stellende dat er geen causaal verband is tussen de psychische stoornis van de betrokkene en het dreigende ernstige nadeel. De behandelaar heeft echter verklaard dat de betrokkene lijdt aan een paranoïde psychotisch toestandsbeeld, wat leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een psychische stoornis en dat de betrokkene eerder agressief gedrag heeft vertoond, wat de noodzaak van de crisismaatregel onderbouwt. De rechtbank heeft besloten dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is en heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 13 juni 2024. De rechtbank heeft ook bepaald dat de zorgverleners de minst ingrijpende vorm van verplichte zorg moeten kiezen en dat de maatregelen zoals genoemd in de beschikking kunnen worden getroffen.