Uitspraak
1.Het procesverloop
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van het college.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van het college
5.Het standpunt van belanghebbenden en de Raad
6.De beoordeling
7.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 4 juni 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2009. Het verzoek is ingediend door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roosendaal, met als doel de minderjarige voor een periode van drie maanden in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te plaatsen. De kinderrechter heeft de zaak eerder behandeld op 30 mei 2024, waar de ouders hun instemming voor een gesloten plaatsing introkken, wat leidde tot een nadere behandeling op 4 juni 2024.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige lijdt aan PTSS-klachten en gedragsproblemen, waaronder paniekaanvallen en zorgen over haar psychoseksuele ontwikkeling. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag en hebben aanvankelijk twijfels geuit over de noodzaak van een gesloten plaatsing, maar hebben uiteindelijk ingestemd met het verzoek van het college. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderbouwd met de ernst van de opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige, en de verwachting dat zij in de thuissituatie de hulpverlening zal afhouden.
De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van drie maanden, ingaande op 5 juni 2024, en heeft daarbij de doelen uit het behandelplan in overweging genomen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.