ECLI:NL:RBZWB:2024:384
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake WOZ-waarde van onroerende zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 11 januari 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek beoordeeld. Het beroep betreft de WOZ-waarde van een woning gelegen aan [adres], te [plaats]. De heffingsambtenaar had de waarde van de woning op 1 januari 2021 vastgesteld op € 916.000 en een aanslag in de onroerendezaakbelastingen opgelegd voor het jaar 2022.
Tijdens de zitting op 4 januari 2024 zijn belanghebbende en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de heffingsambtenaar vertegenwoordigd was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar het bezwaar van belanghebbende gegrond heeft verklaard en de waarde van de woning heeft verlaagd naar € 827.000. Kort voor de zitting heeft belanghebbende aangegeven akkoord te zijn gegaan met een verdere verlaging van de waarde naar € 546.000.
De rechtbank concludeert dat het belang bij een beoordeling van de uitspraak op bezwaar is komen te vervallen, aangezien de heffingsambtenaar volledig tegemoet is gekomen aan de wensen van belanghebbende. Daarom wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of het vergoeden van het griffierecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.