Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de akte overleggen producties van de VvE.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) een rechtsvordering ingesteld tegen gedaagden, maar werd zij niet-ontvankelijk verklaard. De procedure begon met een tussenvonnis op 28 februari 2024, waarin de VvE werd gevraagd om een machtigingsbesluit van de vereniging van eigenaars over te leggen. Dit besluit was noodzakelijk om aan te tonen dat het bestuur van de VvE gemachtigd was om namens de vereniging een rechtsvordering in te dienen.
Op 17 april 2024 heeft de VvE de notulen en besluitenlijst van de vergadering van eigenaars van 11 april 2024 overgelegd. Hieruit bleek dat de incassoprocedure was goedgekeurd en dat een persoon was gemachtigd om vorderingen ter incasso over te dragen aan een incassobureau of gerechtsdeurwaarder. Echter, het besluit gaf niet aan dat het bestuur van de VvE gemachtigd was om in rechte betaling te vorderen van de gedaagden. Dit gebrek leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de VvE in haar vordering.
De kantonrechter heeft de VvE in het ongelijk gesteld en haar veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 510,00. De VvE moet deze kosten binnen veertien dagen na aanschrijving betalen, met de mogelijkheid van bijkomende kosten als zij niet tijdig voldoet. Het vonnis is uitgesproken door mr. Van der Burgt op 22 mei 2024.