Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met productie 1;
- de conclusie van repliek met productie 10.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 132,00
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vordert [eiseres] B.V. betaling van onbetaalde facturen van [gedaagde] B.V. in het kader van een uitvoeringsovereenkomst detacheren. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een conclusie van antwoord en een conclusie van repliek. De feiten zijn als volgt: [eiseres] heeft in september 2022 een overeenkomst gesloten met [gedaagde] en heeft vervolgens vier facturen gestuurd voor geleverde diensten. [gedaagde] heeft een deel van de facturen betaald, maar een bedrag van € 7.084,60 blijft onbetaald. [eiseres] vordert dit bedrag, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] betwist de vordering niet, maar stelt dat zij de factuur van 8 februari 2023 niet heeft ontvangen en dat de incassokosten niet zijn aangezegd. De kantonrechter oordeelt dat de factuur van 8 februari 2023 niet expliciet is betwist en dat de betalingen van [gedaagde] te laat zijn gedaan. De kantonrechter wijst de vordering van [eiseres] toe, inclusief de contractuele rente en een gematigde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten.