Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek tevens houdende vermindering van eis met producties;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure heeft eiser, H.O.D.N. [handelsnaam 1], een vordering ingesteld tegen gedaagde, H.O.D.N. [handelsnaam 2], wegens onbetaalde facturen voor uitgeleende arbeidskrachten. Eiser heeft op 22 juni 2023 een factuur van € 720,00 gestuurd voor 18 uur werk, maar gedaagde heeft deze niet betaald. Gedaagde erkent wel een deel van de vordering, namelijk € 400,00 voor de uren van [naam 2], maar betwist de uren van [naam 1] en stelt dat hij pas hoeft te betalen na ontvangst van een gecorrigeerde factuur.
De kantonrechter heeft de vordering van eiser beoordeeld en vastgesteld dat gedaagde niet gerechtigd is om de betaling op te schorten, ook al is er geen gecorrigeerde factuur verstuurd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde € 400,00 moet betalen voor de uren van [naam 2] en daarnaast € 60,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. De overige vordering van eiser is afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was.
Gedaagde is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van eiser vergoeden, die zijn begroot op € 526,84. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, met wettelijke rente over het verschuldigde bedrag vanaf de vervaldatum van de factuur. Het vonnis is uitgesproken op 8 mei 2024.