ECLI:NL:RBZWB:2024:3894

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 mei 2024
Publicatiedatum
7 juni 2024
Zaaknummer
10873748 CV EXPL 24-167
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een koopprijs in het kader van een overeenkomst op afstand met betwisting van de identiteit van de koper

In deze zaak vordert Alektum Capital II AG, gevestigd in Zwitserland, betaling van een bedrag van € 96,97 van de gedaagde, die in Nederland woont. De vordering is gebaseerd op twee bestellingen die op naam van de gedaagde zijn gedaan via de website van Wish. De gedaagde betwist echter dat zij de bestellingen heeft geplaatst en stelt dat haar gegevens zonder toestemming zijn gebruikt. De kantonrechter heeft de procedure op 15 mei 2024 behandeld en geconcludeerd dat Alektum onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de bestellingen daadwerkelijk heeft gedaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bestellingen zijn gedaan met gebruik van de gegevens van de gedaagde, maar dat er geen afleverbewijzen zijn overgelegd die aantonen dat de gedaagde de bestellingen heeft ontvangen. Hierdoor is de vordering van Alektum afgewezen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat Alektum de proceskosten moet betalen, die voor de gedaagde op nihil zijn vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10873748 CV EXPL 24-167
Vonnis van 15 mei 2024
in de zaak van
ALEKTUM CAPITAL II AG,
te Zug (Zwitserland),
eisende partij,
hierna te noemen: Alektum,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 december 2023 met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek met productie;
- de conclusie van dupliek.

2.De feiten

2.1.
Op naam van [de koper] (hierna: de koper) zijn op 4 november 2020 en 7 november 2020 via de website van Wish twee bestellingen gedaan voor in totaal € 53,08. Bij de bestellingen is het woonadres van [gedaagde] als factuuradres en leveringsadres opgegeven.
2.2.
Bij het afronden van de bestellingen heeft de koper gekozen voor de optie om achteraf te betalen via Klarna Bank AB (hierna: Klarna).
2.3.
Wish heeft haar vorderingen tot betaling van de koopsom na de bestellingen overgedragen (gecedeerd) aan Klarna. Klarna heeft vervolgens de facturen naar de koper verstuurd. De factuur behorende bij de bestelling van 4 november 2020 had uiterlijk op 20 januari 2021 aan Klarna betaald moeten worden en de factuur behorende bij de bestelling van 7 november 2020 uiterlijk op 23 januari 2020.
2.4.
Daarna heeft Klarna de vorderingen tot betaling van de koopsom overgedragen (gecedeerd) aan Alektum.
2.5.
Op 23 december en 27 december 2021 heeft Alektum aanmaningen verstuurd naar het woonadres van [gedaagde] . In de aanmaningen wordt [gedaagde] gesommeerd om binnen veertien dagen na ontvangst ervan een totaalbedrag van € 53,08 te betalen, te vermeerderen met tweemaal € 40,00 aan incassokosten indien [gedaagde] niet tot betaling overgaat. [gedaagde] heeft de vordering niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Alektum vordert – samengevat – dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van € 96,97 (bestaande uit de hoofdsom van € 53,08, de incassokosten van € 40,00 en de rente berekend tot 12 december 2023 van € 3,89), te vermeerderen met rente en proceskosten.
3.2.
[gedaagde] is het niet eens met de vorderingen van Alektum. Zij vindt dat de vorderingen van Alektum moeten worden afgewezen en dat Alektum in de proceskosten moet worden veroordeeld.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

rechtsmacht en toepasselijk recht
4.1.
Omdat Alektum is gevestigd in Zwitserland en [gedaagde] in Nederland woont, heeft deze zaak een internationaal karakter. Dit houdt in dat de kantonrechter ambtshalve de vraag moet beantwoorden of de Nederlandse rechter bevoegd is om deze zaak te behandelen. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. Nederland en Zwitserland zijn beide partij bij het EVEX II-Verdrag. Nu [gedaagde] in Nederland woont, is op grond van artikel 15 van het EVEX II-Verdrag de Nederlandse rechter bevoegd om van deze zaak kennis te nemen.
4.2.
Verder is van belang welk recht op deze zaak van toepassing is. Alektum stelt dat de vorderingen van Wish op grond van de consumentenkoopovereenkomsten tussen Wish en [gedaagde] aan Alektum zijn overgedragen (gecedeerd). Uit artikel 14 lid 2 van de in deze zaak toepasselijke Rome I-Verordening wordt de relatie tussen Alektum en [gedaagde] beheerst door het recht dat op de overgedragen vorderingen van toepassing is. Gelet op artikel 6 lid 2 van de Rome I-Verordening is dat het Nederlandse recht.
de inhoudelijke beoordeling
4.3.
Alektum stelt dat [gedaagde] twee bestellingen heeft gedaan bij Wish. De persoonlijke gegevens die bij de bestellingen zijn doorgegeven, komen volgens Alektum overeen met de gegevens van [gedaagde] , zoals de naam, het e-mailadres en het woonadres. Bovendien zijn de bestellingen op het woonadres van [gedaagde] geleverd. Alektum heeft ook meerdere aanmaningen naar [gedaagde] verstuurd, zowel per e-mail als per post. [gedaagde] heeft naar aanleiding daarvan echter nooit contact opgenomen met Alektum.
4.4.
[gedaagde] betwist dat zij de bestellingen bij Wish heeft gedaan. Zij verklaart dat de geboortedatum die bij de bestelling is doorgegeven niet overeenkomt met haar eigen geboortedatum. Het e-mailadres klopt wel, maar [gedaagde] had dit e-mailadres niet actief in gebruik in de periode dat de bestellingen zijn geplaatst. Bovendien heeft iemand zich in diezelfde periode, zonder haar toestemming, toegang verschaft tot deze mailbox. Inmiddels heeft [gedaagde] haar inloggegevens aangepast en houdt zij de mailbox actiever bij. Verder voert [gedaagde] aan dat zij wel degelijk contact heeft opgenomen met Alektum naar aanleiding van de aanmaningen. Zij heeft nagevraagd welke vervoerder de bestellingen heeft geleverd en op welke datum. Dit is volgens haar namelijk niet bij haar thuis gebeurd. Een afleverbewijs kan Alektum echter niet (meer) overleggen. Dit erkent Alektum ook.
4.5.
De kantonrechter overweegt hierover het volgende. Kennelijk is het bestelproces bij Wish er niet op ingericht om de identiteit van degene die bestelt te controleren. Daardoor is onzeker of [gedaagde] de bestellingen daadwerkelijk heeft gedaan. De mogelijkheid blijft open dat misbruik is gemaakt van haar gegevens. [gedaagde] heeft namelijk ook verklaard dat een derde zonder haar toestemming toegang had tot haar mailbox. Nu Alektum degene is die een beroep doet op het bestaan van de koopovereenkomsten, is het aan haar om aan te tonen dat [gedaagde] degene is die de koopovereenkomsten is aangegaan.
4.6.
Een aanknopingspunt kan zijn dat de bestellingen op het woonadres van [gedaagde] zijn geleverd, dat [gedaagde] deze in ontvangst heeft genomen en dat [gedaagde] deze vervolgens gehouden heeft. Alektum kan echter geen afleverbewijzen overleggen van deze bestellingen, terwijl [gedaagde] de levering op haar adres heeft weersproken. Dit betekent dat Alektum haar stellingen op dit punt onvoldoende heeft onderbouwd. Er zijn door Alektum ook geen andere feiten of omstandigheden aangevoerd die (kunnen) leiden tot het oordeel dat [gedaagde] degene is die de koopovereenkomsten is aangegaan. De vorderingen van Alektum worden daarom afgewezen.
ambtshalve toetsing
4.7.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar (Wish) en een consument ( [gedaagde] ). De kantonrechter moet daarom normaal gesproken ambtshalve toetsen of de handelaar zijn wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen is nagekomen. Bovendien moet de kantonrechter normaal gesproken nagaan of sprake is van een kredietovereenkomst tussen Klarna en [gedaagde] en zo ja, of deze aan de wettelijke vereisten voldoet. In deze zaak komt de kantonrechter daar echter niet aan toe. Hiervoor heeft de kantonrechter namelijk al geoordeeld dat niet is aangetoond dat [gedaagde] degene is die de koopovereenkomsten is aangegaan. Logischerwijs is dus ook niet aangetoond dat er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen [gedaagde] en Klarna voor de betaling van de bestelde producten.
proceskosten
4.8.
Alektum is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Alektum af,
5.2.
veroordeelt Alektum in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. van der Burgt en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2024.