ECLI:NL:RBZWB:2024:3947

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 juni 2024
Publicatiedatum
10 juni 2024
Zaaknummer
23/9023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de WOZ-waarde en aanslag onroerendezaakbelastingen

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 6 juni 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 25 februari 2023 de WOZ-waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 463.000, en had tegelijkertijd een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2023 opgelegd. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 5 juni 2024 behandeld, waarbij de belanghebbende en zijn dochter aanwezig waren, evenals de vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar.

Tijdens de zitting hebben partijen een compromis bereikt, waarbij de WOZ-waarde voor het jaar 2023 werd vastgesteld op € 447.000. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, wat betekent dat de WOZ-waarde verlaagd moest worden en de aanslag OZB dienovereenkomstig moest worden verminderd. De heffingsambtenaar werd ook verplicht om het griffierecht van € 50 aan de belanghebbende te vergoeden, evenals een vergoeding van € 43,52 voor proceskosten, die bestonden uit reiskosten voor het bijwonen van de zitting.

De rechtbank merkte op dat deze uitspraak het geschil tussen de belanghebbende en de heffingsambtenaar over het belastingjaar 2023 afdoet, en dat deze beslissing op zichzelf staat, zonder verband met de beschikking voor het jaar 2024. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen ontvingen een afschrift van de uitspraak.

Uitspraak

ECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/9023

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juni 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant,de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 6 juli 2023.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 25 februari 2023 de WOZ-waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] [1] op 1 januari 2022 [2] vastgesteld op € 463.000. Tegelijk met deze waardevaststelling is aan belanghebbende ook de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Bergen op Zoom voor het jaar 2023 opgelegd. [3]
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 5 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, de dochter van belanghebbende en namens de heffingsambtenaar zijn verschenen [naam 1] en [naam 2].

Overwegingen

2. Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt. Afgesproken is dat de WOZ-waarde voor het jaar 2023 wordt vastgesteld op € 447.000. Het beroep is daarom gegrond. De waarde moet worden verlaagd. De aanslag OZB dient dienovereenkomstig te worden verminderd.
2.1.
Omdat het beroep gegrond is moet de heffingsambtenaar het griffierecht aan belanghebbende vergoeden en krijgt belanghebbende ook een vergoeding van zijn proceskosten, bestaande uit de reiskosten voor het bijwonen van de rechtbankzitting. De heffingsambtenaar is ter zitting akkoord gegaan met een vergoeding van de reiskosten van
belanghebbende en zijn dochter. De rechtbank heeft deze bepaald op € 44,52. [4]
2.2.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat met deze uitspraak [5] het geschil tussen belanghebbende en de heffingsambtenaar over het belastingjaar 2023 is afgedaan. Die beslissing staat op zichzelf en heeft geen verband met de beschikking voor het jaar 2024.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vermindert de WOZ-waarde van de woning tot een bedrag van € 447.000;
  • vermindert de aanslag OZB dienovereenkomstig;
  • bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden;
  • veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 43,52 aan proceskosten aan belanghebbende.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra, rechter, in aanwezigheid van mr. D. Damen, griffier, op 6 juni 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Hierna genoemd: de woning
2.Dat is de waarde-peildatum voor het belastingjaar 2023
3.Hierna: de aanslag OZB
4.Heen- en terugreis van woonadres belanghebbende naar het adres van de rechtbank, per openbaar vervoer, tweede klasse.
5.En het daarin vastgelegde compromis