Uitspraak
.[minderjarige] heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en een kindgesprek gehad met de kinderrechter op 8 mei 2024.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
vaststellingvan de kinderbijdrage. Verder kan niet worden vastgesteld dat op dit moment een afspraak geldt over het hoofdverblijf van [minderjarige] , daarom zal ervan worden uitgegaan dat de vrouw verzoekt om
vaststellingdaarvan. Tot slot is uit het voorgaande gebleken dat tussen partijen een afspraak geldt over de zorgregeling. Deze zorgregeling staat weliswaar niet op papier, maar dat neemt niet weg dat deze afspraak kwalificeert als een overeenkomst waarvan de vrouw nu dus
wijzigingverzoekt.
voorlopigaan de vrouw dient te voldoen een bedrag van € 283,= per maand. De rechtbank merkt tot slot op dat het niet de bedoeling is dat deze bijdrage in de toekomst met terugwerkende kracht zal worden aangepast, maar enkel zal worden beoordeeld of de nu toegepaste zorgkorting nog dient te worden aangepast als meer duidelijkheid is over de definitieve zorgregeling.
5.De beslissing
voorlopigaan de vrouw moet voldoen een bedrag van € 283,= (tweehonderddrieëntachtig euro) per maand;
9 juli 2024 pro forma, in afwachting van bericht van de advocaten van partijen;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.