Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het op een gevaarlijke manier parkeren van zijn voertuig op de Telegraafstraat te Tilburg op 1 augustus 2023. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat hij zijn voertuig op aanwijzing van een verkeersregelaar had geparkeerd en dat er geen gevaar voor het verkeer was ontstaan. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter gesteld dat de boete terecht was opgelegd, omdat de verbalisant een gevaarlijke situatie had geconstateerd.
De kantonrechter heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder de verklaring van de verbalisant en foto’s van de gedraging. De rechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden. Hoewel de kantonrechter de boete terecht vond, was er aanleiding om deze te matigen. De rechter wees erop dat er ter plaatse bij de Mediamarkt geen goede laad- en losmogelijkheden zijn, en dat de verantwoordelijkheid voor het creëren van een veilige situatie niet alleen bij betrokkene ligt, maar ook bij de Mediamarkt. De boete werd daarom gematigd tot € 80,-, plus € 9,- administratiekosten.
De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en het bedrag dat betrokkene te veel had betaald, moest door de officier van justitie worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door kantonrechter M. Breeman, bijgestaan door griffier C.G. Zevenhuijzen, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.