ECLI:NL:RBZWB:2024:3968

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 mei 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
10969727 \ MB VERZ 24-198
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke gegrondverklaring en matiging van de boete

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 mei 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld in Tilburg, waar de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, namens de officier van justitie aanwezig was. De betrokkene zelf was niet verschenen op de zitting.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof een niet-deugdelijke (hulp)koppeling van een aanhangwagen op de Heukelomseweg te Oisterwijk op 9 juni 2022. De betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was, omdat hij geen waarschuwing had gekregen en geen kans had om de situatie te corrigeren. De zittingsvertegenwoordiger verzocht om een gedeeltelijke gegrondverklaring van het beroep en matiging van de boete met 25%, omdat de betrokkene niet was gehoord door de officier van justitie.

De kantonrechter oordeelde dat de gedraging voldoende was vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant en dat er geen aanleiding was om aan deze verklaring te twijfelen. De kantonrechter erkende echter dat de betrokkene niet was gehoord, wat in strijd was met de wettelijke vereisten. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond was. De kantonrechter matigde de boete met 25% en wijzigde de beslissing van de officier van justitie, waardoor de boete werd vastgesteld op € 187,50, plus bijkomende kosten. Tevens werd de officier van justitie opgedragen het teveel betaalde bedrag aan de betrokkene terug te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10969727 \ MB VERZ 24-198
CJIB-nummer: 4062 5422 5022 1790
uitspraakdatum: 15 mei 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
[adres]
[plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 mei 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: (hulp)koppeling/ trekdriehoek/trekboom/onderdelen is niet deugdelijk (bevestigd) voldoet niet aan gestelde eisen op de Heukelomseweg te Oisterwijk op 9 juni 2022 om 17.15 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene heeft geen waarschuwing gekregen en geen kans om een andere kabel te laten monteren.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep deels gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verbalisant heeft geconstateerd dat de aanhangwagen wel was voorzien van een hulpkoppeling, maar dat deze niet aan de wettelijk gestelde eisen voldeed. Een verbalisant heeft een discretionaire bevoegdheid. De gedraging staat vast.
De zittingsvertegenwoordiger verzoekt het boetebedrag te matigen met 25% omdat betrokkene niet is gehoord en hierop niet is gewezen door de officier van justitie. De zittingsvertegenwoordiger verzoekt het beroep voor het overige ongegrond te verklaren.

Overwegingen

Inhoudelijk
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Dat betrokkene niet op de hoogte was van de geldende regels, is een omstandigheid die voor zijn eigen rekening en risico moet komen. Het is een verplichting van een kentekenhouder om op de hoogte te zijn van de regels omtrent het voertuig en, in dit geval, ook van de aanhangwagen die verbonden is met zijn voertuig.
De boete is dus terecht opgelegd.
Discretionaire bevoegdheid verbalisant
Betrokkene stelt voorts dat de verbalisant had kunnen volstaan met een waarschuwing. Een politieambtenaar heeft voor het opleggen van een boete op grond van de Wahv een zekere discretionaire bevoegdheid. De politieambtenaar kan afhankelijk van de omstandigheden van het geval afzien van het opleggen van een boete. In dit geval is niet gebleken van feiten en omstandigheden op grond waarvan de verbalisant had moeten afzien van het opleggen van de boete.
Schending hoorplicht
Betrokkene heeft, zonder tussenkomst van een gemachtigde, beroep aangetekend bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft betrokkene niet in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord. Dit is in strijd met de wet, omdat niet is voldaan aan de wettelijke voorwaarden om van horen af te zien. Volgens vaste rechtspraak dient dit te leiden tot vernietiging van de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep.
Het beroep tegen die beslissing is om die reden gegrond.
De kantonrechter ziet verder reden de boete te matigen met 25%, omdat sprake is van een structurele schending van de hoorplicht (zie het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2022:9934).
Het beroep tegen de inleidende beschikking is gelet hierop gedeeltelijk gegrond en die beschikking zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep gegrond en vernietigt die beslissing;
‒ verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gedeeltelijk gegrond en wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 187,50, plus € 9,-;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 62,50, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: