Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats];
27 mei 2025.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 27 mei 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1988. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene verblijft momenteel in een accommodatie en heeft een geschiedenis van psychische stoornissen, waaronder schizofrenie en een dissociatieve stoornis. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 mei 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene zelf, haar advocaat, een psycholoog en een verpleegkundige. De advocaat pleitte voor de continuering van de zorg, terwijl de psycholoog de noodzaak van verplichte zorg bevestigde vanwege de ernst van de psychische aandoeningen van betrokkene.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen die haar functioneren in de maatschappij belemmeren. Er is geen mogelijkheid voor passende zorg op vrijwillige basis, en de rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van twaalf maanden, met specifieke vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Merbel en is op 10 juni 2024 schriftelijk uitgewerkt.