ECLI:NL:RBZWB:2024:3996
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Mulders
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot terugkoop van obligaties en onverschuldigde betaling
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde over de terugkoop van twee obligaties. Eiser stelt dat gedaagde de obligaties zou terugkopen, maar heeft onvoldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat er een overeenkomst tot terugkoop is gesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 25 februari 2021 een koopovereenkomst is gesloten voor de obligaties, maar dat de vordering tot terugkoop niet kan worden toegewezen omdat eiser niet heeft voldaan aan zijn stelplicht. Gedaagde is niet verschenen op de mondelinge behandeling, wat de rechtbank in zijn nadeel heeft gewogen. Eiser heeft ook geen bewijs geleverd voor zijn stelling dat er een tweede overeenkomst tot terugkoop is gesloten. De rechtbank heeft de vordering van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde op nihil zijn vastgesteld, aangezien gedaagde in persoon procedeert. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij het stellen van vorderingen in civiele procedures.