ECLI:NL:RBZWB:2024:4011
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Karsten-Badal
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis inzake proceskostenveroordeling in civiele procedure
In deze civiele procedure, die diende voor de Kantonrechter in Tilburg, heeft de kantonrechter op 12 juni 2024 een herstelvonnis gewezen in de zaak tussen [eiseres] en [gedaagde]. De procedure volgde op een eerder vonnis van 15 mei 2024, waarin een kennelijke fout was vastgesteld. [Eiseres] had op 17 mei 2024 per e-mail verzocht om herstel van deze fout, waarop [gedaagde] niet heeft gereageerd. De kantonrechter oordeelde dat er inderdaad sprake was van een fout die eenvoudig kon worden hersteld, zoals bedoeld in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
In het herstelvonnis werd de eerdere beslissing over de proceskosten aangepast. De kantonrechter wijzigde de tekst van het vonnis van 15 mei 2024, waarin stond dat [eiseres] de proceskosten moest betalen, naar een nieuwe formulering die de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] vaststelde op € 50,00 voor reis-, verblijf- en verletkosten, met een totaalbedrag van € 1.221,00 voor de kosten van de gemachtigde en nakosten. Tevens werd bepaald dat [eiseres] binnen veertien dagen na aanschrijving deze kosten moest betalen, met de toevoeging van kosten van betekening indien niet tijdig aan de veroordeling werd voldaan.
Het vonnis werd openbaar uitgesproken door mr. Karsten-Badal en de griffier werd opgedragen om het herstelvonnis aan de minuut van het eerdere vonnis te hechten, zodat beide vonnissen als één geheel konden worden verstrekt. Dit herstelvonnis is van belang voor de rechtszekerheid en de correcte uitvoering van de proceskostenveroordeling.