ECLI:NL:RBZWB:2024:4018
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Van Triest
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de omgangsregeling voor een minderjarige in pleegzorg met ouders
In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 juni 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de omgangsregeling van een 17-jarige minderjarige, die momenteel in een pleeggezin verblijft. De minderjarige heeft verzocht om vaker contact met zijn ouders en mogelijk weer bij hen te gaan wonen. Tijdens de zitting zijn de pleegouders, ouders en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig geweest om een plan te bespreken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige al dertien jaar bij de pleegouders woont en dat er in het verleden verschillende beschikkingen zijn geweest die het gezag over hem hebben geregeld.
De kinderrechter heeft de wens van de minderjarige om meer contact met zijn ouders te hebben erkend, maar ook de zorgen van de GI over de kwetsbaarheid van de minderjarige en de invloed van zijn ouders. Er is afgesproken dat de minderjarige in het komende schooljaar bij de pleegouders blijft wonen, maar dat er om de drie weken een contactmoment met de ouders zal zijn. De minderjarige krijgt de ruimte om zelf te bepalen hoe deze contactmomenten eruitzien, en er zijn afspraken gemaakt over logeren bij de ouders in de zomervakantie.
De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de minderjarige de regie heeft over zijn eigen keuzes en dat hij op elk moment kan aangeven als hij niet verder wil. De zaak is aangehouden tot een pro forma datum op 3 september 2024, waarna er in december 2024 een evaluatiemoment zal plaatsvinden met alle betrokken partijen.