ECLI:NL:RBZWB:2024:4056

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
10821133 \ CV EXPL 23-4902 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van aanbetaling en geschil over annuleringskosten in koopovereenkomst

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiser, een consument, een vordering ingesteld tegen Woonsquare B.V. over de annuleringskosten van een koopovereenkomst voor een bank. Eiser heeft op 2 september 2023 een meubelfiliaal van Woonsquare B.V. bezocht en een aanbetaling van € 470,00 gedaan voor een bank, maar heeft de koop op 15 september 2023 geannuleerd. Woonsquare B.V. heeft eiser vervolgens 30% annuleringskosten in rekening gebracht, wat resulteerde in een geschil over de redelijkheid van deze kosten. Eiser stelt dat er geen definitieve koopovereenkomst tot stand is gekomen en dat de annuleringskosten onredelijk zijn, terwijl Woonsquare B.V. zich beroept op de CBW-voorwaarden die deze kosten rechtvaardigen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er wel degelijk een koopovereenkomst tot stand is gekomen en dat de CBW-voorwaarden van toepassing zijn. De rechter heeft vastgesteld dat Woonsquare B.V. onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de hoogte van de schade die zij heeft geleden door de annulering, en dat de annuleringskosten in deze specifieke situatie onredelijk bezwarend zijn. De zaak is aangehouden voor verdere onderbouwing van de schade door Woonsquare B.V.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10821133 \ CV EXPL 23-4902
Vonnis van 12 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
procederend in persoon,
tegen
WOONSQUARE B.V.,
te Rijen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Woonsquare B.V.,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 januari 2024
- de mondelinge behandeling van 7 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
- Op 2 september 2023 bezocht [eiser] het meubelfiliaal van Woonsquare B.V. in [plaats] . Er was sprake van een kortingsweek.
- [eiser] kwam met behulp van een verkoopmedewerker van Woonsquare B.V. tot een selectie van drie banken. De specificaties van deze drie banken met bijbehorende prijzen zijn met de hand door de verkoopmedewerker op een blaadje genoteerd.
- Daarna heeft de verkoopmedewerker van Woonsquare B.V. nog een extra korting geboden als [eiser] die dag een bank af zou nemen. [eiser] heeft haar zus nog naar de winkel laten komen, omdat zij moeilijk een keuze kon maken.
- Ten aanzien van een van de drie geselecteerde banken is een document opgesteld. Daarop staat rechts bovenin de tekst ‘Koopovereenkomst’. Verder staat vermeld:
Het totale orderbedrag is € 2.095,00. Onderaan de pagina staat vermeld:

Op al onze transacties zijn van toepassing de meest recente algemene voorwaarden van de Centrale Branchevereniging Wonen. Koper verklaart d.m.v. ondertekening de tekst van deze voorwaarden te hebben ontvangen. Een van deze voorwaarden is: Bij annuleren berekenen wij u respectievelijk 30% tot 50% annuleringskosten.”
- De algemene voorwaarden van de Centrale Branchevereniging Wonen (verder: CBW-voorwaarden) zijn aan [eiser] overhandigd. In deze CBW-voorwaarden staat, voor zover relevant:
Artikel 12 | Annulering
1. Als de afnemer annuleert, is hij een schadevergoeding verschuldigd. De schade van een ondernemer bij annulering bestaat uit de brutowinstmarge (vaste en variabele kosten, winstopslag), verminderd met niet gemaakte variabele kosten. In de praktijk blijkt de schade van ondernemers meer dan 30% van de koopsom te zijn als er nog niet geleverd is en (aanzienlijk) hoger als er al onherroepelijk is ingekocht. Meer informatie over (de hoogte van) annuleringskosten in de woonbranche is te vinden op www.cbw-erkend.nl.
2. De ondernemer moet zijn schade aannemelijk maken.”
- [eiser] heeft de overeenkomst ondertekend en een aanbetaling betaald van € 470,00.
- Op 13 september 2023 heeft [eiser] in de winkel van Woonsquare B.V. laten weten dat zij de koop niet wilde doorzetten. Woonsquare B.V. heeft haar gewezen op de annuleringskosten die dan verschuldigd zijn. In verband daarmee heeft [eiser] in de winkel nog enkele bankopties besproken met de verkoopmedewerker van Woonsquare B.V.. Woonsquare B.V. heeft [eiser] nog een extra week de tijd gegeven om te kunnen wijzigen.
- Op 15 september 2023 heeft [eiser] de overeenkomst geannuleerd via de website van Woonsquare B.V. en de aanbetaling van € 470,00 teruggevraagd.
- Woonsquare B.V. heeft in reactie daarop op 18 september 2023 aangegeven dat [eiser] dan 30% annuleringskosten moet betalen.
- [eiser] heeft op 22 september 2023 laten weten dat zij de kosten te hoog vindt en heeft een schikkingsbedrag van € 150,40, zijnde 10% van de bankprijs van € 1.880,00 exclusief BTW, voorgesteld.
- Op 12 oktober 2023 heeft Woonsquare B.V. laten weten dat niet wordt afgeweken van de annuleringskosten. Zij heeft daarbij aangegeven dat de annuleringskosten een bedrag van € 628,50 zijn. Onder aftrek van de aanbetaling, verzoekt Woonsquare B.V. betaling van [eiser] van het resterende bedrag van € 158,50.
- [eiser] gaat hiermee niet akkoord en handhaaft haar voorstel. Woonsquare B.V. heeft op 23 november 2023 een tegenvoorstel gedaan inhoudende betaling van een resterend bedrag van € 70,00. [eiser] is hiermee niet akkoord gegaan. Zij had de dagvaarding inmiddels al verstuurd.

3.Het geschil

In conventie en reconventie
De vordering van [eiser]
3.1.
vordert - samengevat – een verklaring voor recht dat de annuleringskosten geen redelijke vergoeding zijn voor het annuleren en Woonsquare B.V. geen recht heeft op enig percentage aan annuleringskosten. Daarnaast vordert zij veroordeling van Woonsquare B.V. tot terugbetaling van € 470,00, vermeerderd met de wettelijke rente en betaling van de proceskosten.
3.2.
[eiser] voert daarvoor het volgende aan:
[eiser] stelt dat zij door de verkoper van [eiser] is verleid om tot een overeenkomst te komen, door extra korting te bieden die alleen die dag geldig was. Volgens [eiser] is er nog geen definitieve koopovereenkomst tot stand gekomen, maar enkel een voorlopige overeenkomst. Zij had nog geen definitieve keuze uit de top 3 van banken gemaakt en had een keuzetermijn van veertien dagen had om tot een definitieve keuze te komen. De op de overeenkomst aangegeven bank was alleen voor het gemak vermeld. [eiser] ging ervan uit dat de aanbetaling nodig was om de extra korting te kunnen behouden. [eiser] heeft binnen de afgesproken 14 dagen van het daadwerkelijk kopen afgezien en heeft tijdig geannuleerd.
Doordat er nog geen gesloten koop was en er in de CBW-voorwaarden geen vermelding is van annuleringsvoorwaarden binnen een keuzetermijn, is artikel 12 van de CBW-voorwaarden niet van toepassing. Woonsquare B.V. heeft aangeboden de ‘wijzigingstermijn’ te verlengen, maar het gebruik van deze term ‘wijzigingstermijn’ is onjuist, omdat sprake is van een ‘keuzetermijn’. Dit aanbod toont bovendien aan, aldus [eiser] , dat nog sprake was van een onderhandelingsfase en dat er nog geen afsluitende beslissing was genomen. Er lijkt eerder sprake van een offerte zoals omschreven in artikel 4 van de CBW-voorwaarden. Ook dan zijn er geen annuleringskosten.
Bovendien heeft Woonsquare B.V. haar schade niet aannemelijk gemaakt. Dat moet wel op grond van artikel 12 punt 2. De annuleringskosten zijn in ieder geval niet redelijk voor deze specifieke situatie en staan niet in verhouding tot de daadwerkelijk geleden schade. Woonsquare B.V. lijdt volgens [eiser] geen schade, omdat er nog geen order geplaatst kon worden, doordat er nog geen definitief product was gekozen. Daarom heeft [eiser] recht op terugbetaling van de aanbetaling. [eiser] verwijst daarbij nog naar een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam waarin is geoordeeld dat 30% geen redelijke vergoeding is en dat sprake is van een onredelijk bezwarend beding op grond van artikel 6:237 onder i BW (Burgerlijk Wetboek).
Het verweer van Woonsquare B.V.
3.3.
Woonsquare B.V. voert verweer. Woonsquare B.V. concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] .
3.4.
Woonsquare B.V. voert daarvoor het volgende aan:
Woonsquare B.V. betwist dat nog geen sprake was van een definitieve koop en dat er een bedenktijd van 14 dagen van toepassing was om een definitieve keuze te maken uit drie potentiële banken. De koopovereenkomst is door beide partijen ondertekend en bekrachtigd met een aanbetaling. De tekst op de overeenkomst met betrekking tot de mogelijkheid om de opstelling/stoffering/kleur te wijzigen binnen 2 weken maakt dit niet anders. Het kladje waarnaar [eiser] verwijst, kan volgens Woonsquare B.V. worden gezien als een offerteformulier. Vanuit de verschillende geoffreerde modellen is door [eiser] een keuze gemaakt en is de koop gesloten en vastgelegd in een koopovereenkomst. Dat [eiser] weloverwogen heeft besloten om over te gaan tot aankoop, blijk ook uit het feit dat zij zelf zegt dat haar zus naar de winkel is gekomen en ze daarna is overgegaan tot aankoop.
Op de koopovereenkomst staat vermeld :
“een van deze voorwaarden is: Bij annuleren berekenen wij respectievelijk 30% tot 50% annuleringskosten.”.Daarom faalt een beroep op artikel 6:233 lid b BW. Woonsquare B.V. betwist dat de annuleringskosten onredelijk zijn. De gehanteerde algemene voorwaarden zijn geen partijdige voorwaarden van Woonsquare B.V., maar branchevoorwaarden, opgesteld door het CBW in overleg met de Consumentenbond en de Sociaal Economische Raad. In artikel 12 staat een onderbouwing van de annuleringskosten en op de website van de Consumentenbond is ook een aantal argumenten behandeld. Daarnaast heeft Woonsquare B.V. nog een extra uitleg van het CBW over de opbouw van de annuleringskosten overgelegd. Op grond daarvan is volgens Woonsquare B.V. een schadevergoeding van 30% van de verkoopprijs bij annulering alleszins reëel en dekt deze slechts een deel van de kosten. Woonsquare B.V. beroept zich ook op jurisprudentie en dan een uitspraak waarin is geoordeeld dat de schade aangetoond is en de gevorderde 30% een alleszins redelijke vergoeding is en er geen sprake is van een onredelijk beding als bedoeld in artikel 6:237 i BW. Tot slot gaat Woonsquare B.V. nog specifiek in op de omstandigheden van de aankoop door [eiser] . Daarbij noemt zij dat de verkoper geruime tijd met [eiser] bezig is geweest tijdens de drukste verkoopdag van de week en tal van andere posten waarvoor Woonsquare B.V. kosten heeft gemaakt om bezoek en aankoop mogelijk te maken, zoals uitgebreide marketing campagnes, het pand, het hoofdkantoor, wagenpark, personeel en alle verdere zaken met bijbehorende kosten maken het mogelijk om [eiser] te ontvangen en te zorgen dat de plichten van Woonsquare B.V. kunnen worden nageleefd op het moment dat er een rechtsgeldige koopovereenkomst wordt afgesloten. Tot slot was de gekozen bank al direct besteld bij de fabrikant. Het annuleren brengt logischerwijze kosten met zich, omdat er productiecapaciteit is vrijgemaakt.
De tegenvordering van Woonsquare B.V.
3.5.
Woonsquare B.V. vordert – samengevat – veroordeling van [eiser] tot betaling van de resterende annuleringskosten voor een bedrag van € 158,50, vermeerderd met de wettelijke rente en de proceskosten, op de hiervoor genoemde gronden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Woonsquare B.V. nog een berekening overgelegd die volgens haar specifiek ziet op de schade in deze zaak.
Het verweer van [eiser]
3.6.
voert verweer. Zij verzoekt de rechter om te oordelen dat zij niet hoeft te betalen op de hiervoor genoemde gronden. Zij voelt zich als onwetende consument misleid.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
De kantonrechter zal de vorderingen in conventie en in reconventie vanwege hun nauwe samenhang gezamenlijk behandelen.
Er is sprake van een koopovereenkomst
4.2.
Allereerst is van belang of wel of geen sprake is van een koopovereenkomst. De kantonrechter is van oordeel dat dat wel het geval is. [eiser] heeft immers haar handtekening gezet onder een document waarop de essentiële onderdelen voor het tot stand komen van een koopovereenkomst duidelijk staan aangegeven, namelijk wat er wordt gekocht en voor welke prijs. Dat [eiser] nog twee weken de tijd had om een keuze te maken wat betreft de soort stof of kleur voor de aangegeven bank, maakt dat niet anders. Weliswaar stelt [eiser] dat zij nog een keuze had uit drie banken, maar dit is door Woonsquare B.V. gemotiveerd betwist. Bovendien heeft [eiser] tijdens de mondelinge behandeling erkend dat niet was afgesproken dat zij, los van een eventuele keuze uit drie banken, ook een keuze had om geen enkele bank te kiezen. Tot slot heeft [eiser] ook een aanbetaling gedaan. Op grond daarvan is de kantonrechter van oordeel dat tussen [eiser] en Woonsquare B.V. een rechtsgeldige koopovereenkomst tot stand is gekomen.
[eiser] heeft nog gesteld dat zij door Woonsquare B.V. is verleid om de overeenkomst te sluiten, doordat extra korting is aangeboden, althans dat zij misleid is. Voor zover [eiser] daarmee een beroep wil doen op het leerstuk van misbruik van omstandigheden (artikel 3:44 lid 4 BW), heeft zij daarvoor onvoldoende gesteld. Woonsquare B.V. heeft haar stellingen bovendien gemotiveerd betwist. De kantonrechter gaat hier daarom aan voorbij.
De CBW-voorwaarden zijn van toepassing
4.3.
Woonsquare B.V. heeft gesteld dat op de overeenkomst de CBW-voorwaarden van toepassing zijn. [eiser] heeft dat betwist, omdat volgens haar geen sprake was van een rechtsgeldige koopovereenkomst. Hierboven heeft de kantonrechter geoordeeld dat wel sprake is van een koopovereenkomst. Daarnaast staat op de koopovereenkomst dat de CBW-voorwaarden van toepassing zijn en staat vast dat [eiser] deze ook heeft ontvangen. Daarom is de kantonrechter van oordeel dat de CBW-voorwaarden van toepassing zijn.
Beoordeeld moet worden of het annuleringsbeding onredelijk bezwarend is
4.4.
Woonsquare B.V. verzocht [eiser] annuleringskosten te betalen op grond van de bepaling op de overeenkomst dat bij annuleren 30% tot 50% annuleringskosten worden berekend in combinatie met artikel 12 van de CBW-voorwaarden. [eiser] heeft gesteld dat sprake is van een onredelijke bezwarend beding op grond van artikel 6:237i BW. In artikel 6:237 aanhef en onder i staat:
“Bij een overeenkomst tussen een gebruiker en een wederpartij, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn een in de algemene voorwaarden voorkomend beding […]
i. dat voor het geval de overeenkomst wordt beëindigd anders dan op grond van het feit dat de wederpartij in de nakoming van haar verbintenis is tekort geschoten, de wederpartij verplicht een geldsom te betalen, behoudens voor zover het betreft een redelijke vergoeding voor door de gebruiker geleden verlies of gederfde winst;”
In deze zaak wilde [eiser] de overeenkomst beëindigen, omdat zij uiteindelijk geen bank wilde afnemen. Dat betekent dat sprake is van een geval waarop artikel 6:237i BW van toepassing is. In dat geval kan Woonsquare B.V. [eiser] alleen verplichten om een bedrag te betalen als dat bedrag ziet op een redelijke vergoeding voor door Woonsquare B.V. geleden verlies of gederfde winst. De kantonrechter overweegt hierover het volgende.
De lijn in de jurisprudentie tot ongeveer 2020
4.5.
Het annuleringsbeding op de koopovereenkomst in combinatie met artikel 12 van de CBW-voorwaarden vormt een beding als bedoeld in artikel 6:237 onder i BW. Uitgangspunt daarbij is dat de eisende partij - de partij die zich op het beding beroept - het vermoeden dat sprake is van een onredelijk beding moet ontkrachten. De eisende partij, in dit geval Woonsquare B.V., moet voldoende aannemelijk maken dat de bedongen vergoeding in redelijke verhouding staat tot de werkelijk geleden schade.
De kantonrechter constateert dat tot enkele jaren geleden de lijn in de jurisprudentie was dat de eisende partij hieraan voldaan had als hij (1) stelde dat de schade in zijn bedrijf of algemeen in zijn branche bij annulering in ieder geval meer dan 30% van de verkoopprijs was en (2) onderbouwde waarop dat gebaseerd was. Een algemene onderbouwing met een rapport of toelichting vanuit de branche waaruit volgde dat het deel van de bruto winstmarge dat de vaste kosten dekt samen met de netto winst een hoger bedrag waren dan 30% van de verkoopprijs, was daarvoor doorgaans voldoende. Daarbij werd er ook rekening mee gehouden dat de CBW-voorwaarden in overleg met de Consumentenbond waren opgesteld, zodat ervan werd uitgegaan dat de consumentenbelangen voldoende waren gewaarborgd. [1]
In haar uitspraak van 18 december 2018 [2] volgt het Hof Den Haag deze lijn ook nog, maar merkt al wel op dat het gezien “
de recente ontwikkelingen ten aanzien van de regeling voor annulering van de koop van keukens niet is uitgesloten dat over het al dan niet onredelijk bezwarend zijn van een annuleringskostenbeding op termijn anders zou kunnen worden gedacht.”
De lijn in de jurisprudentie vanaf 2021
4.6.
De kantonrechter ziet aanknopingspunten dat vanaf 2021 hierover ook daadwerkelijk anders wordt gedacht. Essentie van die verandering is, dat de eisende partij tegenbewijs moet leveren door aannemelijk te maken dat zijn schade in
de specifieke situatie tussen partijengelijk of hoger is dan de 30% van het aankoopbedrag zoals in het beding opgenomen. Daarmee is een algemene onderbouwing met jaarcijfers of een branchetoelichting in beginsel niet meer voldoende. In haar uitspraak van 6 april 2021 [3] oordeelt het Hof Den Bosch “
Het kan zijn dat in veel gevallen 30% van de koopsom een redelijke vergoeding is voor geleden verlies en gederfde winst bij het annuleren van overeenkomsten die vergelijkbaar zijn met de onderhavige overeenkomst. Dit ontslaat [eiser] echter niet van de wettelijke plicht om toe te lichten dat dit ook in dit geval zo is. […] De conclusie is dat [eiser] te weinig heeft aangevoerd om aannemelijk te maken dat zij wegens het annuleren een verlies heeft geleden van € 4.591,36 of minder. […] Het moet er daarom voor worden gehouden dat het annuleringsbeding onredelijk bezwarend is en dat het is vernietigd.”Zij herhaalt dit uitgangspunt in 2022. [4] Rechtbank Midden-Nederland volgt dit oordeel in haar uitspraak van 22 december 2021 [5] waar zij overweegt: “
De genoemde jurisprudentie geeft de kantonrechter geen reden anders te oordelen en wijst daarbij mede op de rechtsontwikkelingen op dit vlak. [eiser] maakt niet inzichtelijk welke schade zij door deze concrete annulering lijdt, […] Aangenomen wordt dat [eiser] door de annulering schade heeft geleden. De kantonrechter acht het echter onaannemelijk dat haar schade in dit geval rond 30% van de koopsom ligt.” Ook de Rechtbank Amsterdam volgt deze lijn.
De kantonrechter past de huidige lijn toe in deze zaak
4.7.
De kantonrechter volgt voor de beoordeling van deze zaak de lijn die vanaf 2021 lijkt te zijn ingezet. Dat betekent dat Woonsquare B.V. als tegenbewijs tegen het rechtsvermoeden dat sprake is van een onredelijk bezwarend beding voldoende aannemelijk moet maken dat zij in deze specifieke situatie met [eiser] schade heeft geleden die gelijk is aan of meer is dan 30% annuleringskosten. [eiser] betwist dat Woonsquare B.V. dat voldoende heeft gedaan. Ook betwist zij dat de annuleringskosten redelijk zijn voor deze specifieke situatie. Woonsquare B.V. lijdt volgens [eiser] helemaal geen schade. De kantonrechter is van oordeel dat Woonsquare B.V. inderdaad onvoldoende had gesteld om haar schade specifiek in deze zaak aannemelijk te maken. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Woonsquare B.V. echter een berekening van haar boekhouder overgelegd, waarin specifiek op de kosten in verband met de aankoop door [eiser] is ingegaan. [eiser] heeft vervolgens betwist dat deze berekening klopt. De berekening is volgens haar onvoldoende specifiek. Bovendien is de berekening volgens [eiser] niet te verifiëren.
De kantonrechter is van oordeel dat de berekening van Woonsquare B.V. in beginsel voldoende specifiek is voor de situatie tussen partijen. De berekening is namelijk toegesneden op de vaste lasten in de week waarin [eiser] de aankoop heeft gedaan, specifiek op het filiaal in [plaats] en afgezet tegen de waarde van de koopovereenkomst van [eiser] . Op basis daarvan lijkt vooralsnog sprake van meer dan 40% verlies. De kantonrechter kan uit de posten ook voldoende volgen dat de vaste kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Aangezien [eiser] echter ook de authenticiteit van de cijfers betwist, geeft de kantonrechter Woonsquare B.V. nog de gelegenheid om bij akte haar berekening nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door een verklaring van een accountant.
De annuleringskosten mogen berekend worden over het orderbedrag
4.8.
[eiser] voert overigens nog als verweer dat de annuleringskosten in ieder geval berekend moeten worden over het aankoopbedrag van de bank – een bedrag van € 1.880,00 – en niet over het orderbedrag, zoals Woonsquare B.V. dat heeft gedaan.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de tekst van de overeenkomst niet blijkt dat de genoemde 30%-50% annuleringskosten enkel betrekking hebben op de aankoopkosten van alleen de bank. Dit bedrag van € 1.880,00 wordt ook niet expliciet op de overeenkomst genoemd. Ook overigens heeft [eiser] niet gesteld op grond waarvan het percentage niet over het volledige aankoopbedrag inclusief bezorgkosten en andere opties berekend mag worden. De kantonrechter gaat dan ook aan dit verweer voorbij.
4.9.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie en in reconventie
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol komt van
woensdag 10 juli 2024voor akte uitlating door Woonsquare B.V. om haar schadeberekening nader te onderbouwen zoals aangegeven onder overweging 4.7,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.